Inhaalassistent met adaptieve
cruisecontrol
De adaptieve cruisecontrol (ACC
pen bij het inhalen van andere voertuigen.
Hoe de inhaalassistent werkt
Als ACC een ander voertuig volgt en u geeft met
54
de richtingaanwijzer
te kennen dat u wilt inha-
len, dan helpt de adaptieve cruisecontrol door
naar de voorligger te accelereren voordat uw
auto de inhaalstrook heeft bereikt.
De functie vertraagt daarna de snelheidsverla-
ging om te vroeg afremmen te voorkomen als de
auto een langzamer voertuig nadert.
De functie is actief totdat u het ingehaalde voer-
tuig bent gepasseerd.
WAARSCHUWING
Let erop dat dit systeem mogelijk in meer
situaties wordt geactiveerd dan tijdens het
inhalen, zoals bij het gebruik van de richting-
aanwijzers om aan te geven dat u van rijbaan
wilt wisselen of wilt afslaan – de auto accele-
reert dan kort.
Gerelateerde informatie
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 311)
53
Adaptive Cruise Control
54
Alleen bij gebruik van de linker richtingaanwijzers bij een auto met het stuur links of de rechter richtingaanwijzers bij een auto met het stuur rechts.
Adaptive Cruise Control
55
Inhaalassistent van adaptieve
cruisecontrol starten
53
) kan u hel-
Voorwaarden voor gebruik van de
inhaalassistent
Om de inhaalassistent te kunnen activeren, is het
volgende vereist:
•
er is een voorligger (doelvoertuig) aanwezig
•
de actuele snelheid van uw auto is mini-
maal 70 km/h (43 mph)
•
de opgeslagen snelheid voor ACC is hoog
genoeg om veilig te kunnen inhalen.
Inhaalassistent starten
Om de inhaalassistent te starten:
–
Activeer de richtingaanwijzer.
Gebruik de linker richtingaanwijzer bij een
auto met het stuur links of de rechter rich-
tingaanwijzer bij een auto met het stuur
rechts.
> De inhaalassistent wordt gestart.
Gerelateerde informatie
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 311)
BESTUURDERSONDERSTEUNING
Beperkingen van de inhaalassistent
bij adaptieve cruisecontrol
De inhaalassistent kent mogelijk beperkingen in
bepaalde situaties.
WAARSCHUWING
Let erop dat de inhaalassistent bij plotselinge
wijzigingen tijdens het gebruik ervan soms
ongewenste acceleraties kan verrichten.
Vermijd daarom de volgende situaties:
•
u nadert een afslag om af te slaan in de
richting die normaal voor inhaalmanoeu-
vres geldt
•
een voorligger mindert vaart voordat uw
auto de inhaalstrook heeft bereikt
•
het verkeer op de inhaalstrook mindert
vaart
•
een auto bestemd voor rechtsrijdend ver-
keer rijdt in een land met linksrijdend ver-
keer (of andersom).
Dergelijke situaties zijn te vermijden door ACC
tijdelijk stand-by te zetten.
Gerelateerde informatie
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 311)
55
321
* Optie/accessoire.