De software bijwerken via Garmin Express
Voordat u de toestelsoftware kunt bijwerken, moet u beschikken over een Garmin Connect account en de
Garmin Express toepassing downloaden.
1 Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
Als er nieuwe software beschikbaar is, verstuurt Garmin Express deze naar uw toestel.
2 Volg de instructies op het scherm.
3 Koppel uw toestel niet los van de computer tijdens het bijwerken.
OPMERKING: Als u Wi‑Fi connectiviteit al hebt ingesteld voor uw toestel, kan Garmin Connect automatisch
nieuwe software-updates downloaden naar uw toestel als verbinding wordt gemaakt met Wi‑Fi.
Is mijn smartphone compatibel met mijn toestel?
Het Forerunner toestel is compatibel met smartphones met Bluetooth technologie.
Ga naar
www.garmin.com/ble
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel
Als uw telefoon geen verbinding maakt met het toestel, kunt u deze tips proberen.
• Schakel uw smartphone en uw toestel uit en weer in.
• Schakel Bluetooth technologie op uw smartphone in.
• Werk de Garmin Connect app bij naar de nieuwste versie.
• Verwijder uw toestel uit de Garmin Connect app en de Bluetooth instellingen op uw smartphone om het
koppelingsproces opnieuw te proberen.
• Als u een nieuwe smartphone hebt gekocht, verwijdert u uw toestel uit de Garmin Connect app op de
smartphone die u niet meer wilt gebruiken.
• Houd uw smartphone binnen 10 m (33 ft.) van het toestel.
• Open de Garmin Connect app op uw smartphone, selecteer het
toestellen > Voeg toestel toe om de koppelmodus in te schakelen.
• Houd LIGHT ingedrukt en selecteer
Levensduur van de batterijen maximaliseren
U kunt verschillende acties ondernemen om de levensduur van de batterij te verlengen.
• Hiermee kunt u de time-out voor schermverlichting verlagen
pagina 70).
• Schakel Bluetooth draadloze technologie uit wanneer u niet gebruikmaakt van connected functies
connected functies,
pagina 28).
• Wanneer u uw activiteit voor een langere periode pauzeert, kunt u de Hervat later optie gebruiken
activiteit stoppen,
pagina 8).
• Schakel activiteiten volgen uit
• Gebruik een watch face die niet elke seconde wordt bijgewerkt.
Gebruik bijvoorbeeld een wijzerplaat zonder secondewijzer
• Beperk de smartphone-meldingen die op het toestel worden weergegeven
• Stop het verzenden van hartslaggegevens naar gekoppelde Garmin toestellen
naar Garmin toestellen,
• Schakel de hartslagmeting aan de pols uit
OPMERKING: De hartslagmeting aan de pols wordt gebruikt om het aantal minuten activiteit bij hoge
inspanning en het aantal verbrande calorieën te berekenen.
• Schakel de Pulse Ox functie uit
• Gebruik UltraTrac GPS-modus voor uw activiteit
• Selecteer het Slim registratie-interval
80
voor informatie over compatibiliteit.
om de Bluetooth technologie en de koppelmodus in te schakelen.
(Instellingen voor activiteiten volgen,
pagina 35).
(De polshartslagmeter uitschakelen,
(De polshartslagmeter uitschakelen,
(Systeeminstellingen,
of het
(De schermverlichtingsinstellingen wijzigen,
pagina 27).
(De watch face aanpassen,
pagina 36).
(UltraTrac,
pagina 68).
pagina 70).
, en vervolgens Garmin
(Bluetooth
(Een
pagina 69).
(Meldingen beheren,
pagina 4).
(Hartslaggegevens verzenden
pagina 36).
Problemen oplossen