Gegevensschermen aanpassen
U kunt voor elke activiteit de lay-out en inhoud van gegevensschermen weergeven, verbergen of wijzigen.
1 Houd UP ingedrukt.
2 Selecteer
> Activiteiten en apps.
3 Selecteer de activiteit om deze aan te passen.
4 Selecteer de activiteitinstellingen.
5 Selecteer Gegevensschermen.
6 Selecteer een gegevensscherm dat u wilt aanpassen.
7 Selecteer een optie:
• Selecteer Indeling om het aantal gegevensvelden in het gegevensscherm te wijzigen.
• Selecteer Gegevensvelden om het type gegevens in het veld te wijzigen.
• Selecteer Sorteer om de locatie van het gegevensscherm in de lijst te wijzigen.
• Selecteer Verwijder om het gegevensscherm uit de lijst te verwijderen.
8 Selecteer indien nodig Voeg nieuw toe om een gegevensscherm aan de lijst toe te voegen.
U kunt een aangepast gegevensscherm toevoegen of een van de vooraf gedefinieerde gegevensschermen
selecteren.
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen instellen voor elke activiteit om u te helpen specifieke doelen te bereiken, uw
omgevingsbewustzijn te vergroten of naar uw bestemming te navigeren. Sommige waarschuwingen zijn
alleen beschikbaar voor specifieke activiteiten. Er zijn drie typen waarschuwingen: Gebeurteniswaarschuwingen,
bereikwaarschuwingen en terugkerende waarschuwingen.
Gebeurteniswaarschuwing: Een gebeurteniswaarschuwing wordt eenmaal afgegeven. De gebeurtenis is een
specifieke waarde. U kunt het toestel bijvoorbeeld instellen om u te waarschuwen wanneer u een bepaalde
afstand bereikt.
Bereikwaarschuwing: Een bereikwaarschuwing wordt telkens afgegeven wanneer het toestel een waarde meet
die boven of onder een opgegeven waardenbereik ligt. Zo kunt u bijvoorbeeld instellen dat het toestel u
waarschuwt als uw hartslag lager is dan 60 bpm (slagen per minuut) of hoger dan 210 bpm.
Terugkerende waarschuwing: Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het toestel
een opgegeven waarde of interval registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30 minuten
waarschuwt.
64
Uw toestel aanpassen