0
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Vermogen 1e punt
20 21 22 23 24
met FB 31 = AAN, keuze "At"
(0,1 ... 6 000 kW)
Volumestroom 1e punt
20 21 22 23 24
met FB 30 = AAN, keuze "At"
m /h
3
(0,01 ... 100 m3/h)
Standaard instelling °C
Buitentemperatuur
Toevoertemperatuur
Retourtemperatuur
Vermogen kW
Volumestroom m3/h
Gereduceerde temperatuur 2e en 3e punt
20 21 22 23 24
(0 ... 50 °C)
°C
Voor het 2e en 3e punt kunnen verschillende geredu-
ceerde temperaturen worden ingevoerd. Het betreffende
punt is gemarkeerd door een vierkant onder het cijfer 2
resp. 3.
Max. toevoertemperatuur
20 21 22 23 24
(20 ... 130 °C)
°C
Wanneer de max. toevoertemp. = min. toevoertemp.
wordt ingesteld, resulteert een constante regeling
20 21 22 23 24
Min. toevoertemperatuur
°C
(20 ... 130 °C)
Punt
Punt
Punt
1
2
3
–15
–5
5
70
55
40
65
50
35
15
15
15
2
2
2
Punt
4
15
25
20
15
2
61