Wanneer het beschikbare vermogen voor een parallel bedrijf van beide circuits – verwar-
mingscircuit en warmwatercircuit – bij maximale vermogensvraag te laag is, dan kan functie-
blok FB 8 worden ingeschakeld.
Met de instelling FB 8 = AAN keuze "Af" – warmwater voorrang door gereduceerd bedrijf–
wordt het verwarmingscircuit bij een regelafwijking van meer dan 5 K in het warmwatercircuit
gedurende 20 minuten in gereduceerd bedrijf omgeschakeld: zijn vermogensvraag wordt door
het verlagen van de actuele toevoertemperatuur met de onder "verlaging toevoertemperatuur
voor gereduceerd bedrijf" ingestelde waarde gereduceerd.
Met de instelling FB 8 = AAN, keuze "In" – warmwatervoorrang door invers bedrijf - wordt het
verwarmingscircuit bij een regelafwijking van meer dan 5 K in het warmwatercircuit v.w.b. de
vermogensvraag gereduceerd, doordat de 3-puntsuitgang van het warmwatercircuit RK2 in te-
gengestelde richting op het mengventiel RK1 inwerkt.
De tijdsperiode tot aan het aanspreken van het voorrangsbedrijf is onder FB 8 instelbaar.
Wanneer de watertemperatuur in de boiler de temperatuurwaarde "warmwatervoorziening
UIT" resp. de op de boilerthermostaat ingestelde waarde heeft bereikt, wordt het vullen beëin-
digd. Dit wordt bij een overeenkomstig hogere toevoertemperatuurvraag van het verwar-
mingscircuit uitgevoerd door onmiddellijk uitschakelen van de boilerpomp of volgens de instel-
ling van de parameter "vulprocedure beëindigen", wanneer de toevoertemperatuurvraag van
het verwarmingscircuit lager is. In ieder geval wordt de boilerpomp ten laatste na 2 looptijdpe-
rioden van het regelventiel RK2 uitgeschakeld (2 x Ty ).
Met de instelling FB 26 = UIT wordt de circulatiepomp bij het inschakelen van de boilerpomp
uitgeschakeld. Indien men FB 26 = AAN kiest, is het bedrijf van de circulatiepomp ZP afhanke-
lijk van het ingestelde tijdsprogramma.
35