15 Boilertemperatuur
voeler SF 2
16 Voelerkeuze
17 3-puntsregeling
RK2,
regelparameter
18 Buitentemperatuur –
stroomingang
19 Karakteristieken
20 Retourtemperatuur
voeler RüF1
(zie ook par. 4.10)
21 Retourtemperatuur
voeler RüF2
(zie ook par. 4.10)
AAN
2, 3,
Met FB 15 = AAN is de voeler SF2 geactiveerd.
3, 5,
4, 5,
Keuze "--" standaard instelling voor installaties met
8,11
7, 8,
twee boilertemperatuurvoelers
9, 11
Keuze "CF" activeert het zonne-energiecircuit
UIT
Met FB 16 = UIT kunnen voeleruitvoeringen PTC en
Pt 100 worden aangesloten, combinaties mogelijk.
Met FB 16 = AAN keuze "P 1000" kunnen
voeleruitvoeringen Pt 1000 en Pt 100 worden
aangesloten,
voeleruitvoeringen NTC en Pt 100 worden
aangesloten, combinaties mogelijk
AAN vanaf
Met FB 17 = AAN werkt RK2 als 3-punts regelkring
De volgende parameters moeten worden ingesteld:
4
KP = 0.1...50.0 (0,5), TN = 1...999 sec (inst. 5, 6:
60 sec, inst. 4: 200 s), Ty = 15, 30, 45, ..., 240 sec
(inst. 5, 6: 30 sec, inst. 4: 90 sec)
Met FB 17 = UIT werkt RK2 als 2-punts regelkring
De volgende parameter moet worden ingesteld:
schakelverschil = 1 ... 30 (5) °C .
UIT
Met FB 18 = UIT is voor de buitentemperatuurmeting
de voeleringang geactiveerd. Met FB 18 = AAN is
voor de buitentemperatuurmeting de stroomingang
geactiveerd.
De mogelijkheid bestaat om tussen 0 of 4 tot 20 mA
signalen te kiezen (meetbereik:
–20 ... +50 °C). Parallel aan het stroomsignaal moet
een 50 Ohm weerstand over de klemmen 7 (+) en
GND (klemmen 1/2) worden aangesloten.
UIT
UIT: Karakteristieken op stijging
AAN: karakteristiek volgens 4 punten
AAN
Met FB 20 = AAN is de retourtemperatuurvoeler
RüF1 geactiveerd.
De volgende parameter moet worden ingesteld:
SZ
begrenzingsfactor 0,1 ... 10 (1).
Bij inst. 2, 7 en 9 kan daarna worden gekozen
tussen onvertraagd inschakelen van de SLP bij
warmwatervraag en uitgeschakelde verwarmings-
circuits
inschakelen
warmtewisselaar en thermometer in het display).
UIT
4, 5,
Met FB 21 = AAN is de retourtemperatuurvoeler
11
RüF2 geactiveerd,
SZ
Instelling volgt van de parameter:
begrenzingsfactor 0,1 ... 10 (1).
met
de
keuze
en
retourtemperatuur-afhankelijk
van
de
SLP
"ntc"
zijn
(extra
symbolen
53