Inhoudsopgave
Advertenties
7.1. 6 Voelerinregeling
De meetwaarden van alle aangesloten voelers kunnen worden gewijzigd resp. opnieuw wor-
den ingesteld. Bij het inregelen van een voeler moet de momenteel aangewezen voelerwaarde
zodanig worden gewijzigd, dat deze overeenkomt met een direct op de meetplaats gemeten
temperatuurwaarde (referentiewaarde). Voor het inregelen van de voelers moet in het configu-
ratieniveau het functieblok FB33 worden gekozen.
Ga daarvoor als volgt te werk:
Toets indrukken (met pen, schroevendraaier o.i.d.), links boven in het display verschijnt een
knipperende driehoek (parametreerniveau), aansluitend
Toetsen tegelijkertijd indrukken, in het display verschijnen twee knipperende driehoeken
(configuratieniveau) en de aanwijzing van het actuele installatienummer.
Toets indrukken, aanwijzing tweede niveau functieblokken
Toets indrukken en functiebloknummer 33 instellen.
Indrukken, in het display verschijnt 0 0 0 0 0
Toets indrukken, de toegangscode instellen (zie par. 7.1.1, blz. 45)
Indrukken, de toegangscode wordt overgenomen.
In het display verschijnt het symbool voor de toevoertemperatuurvoeler en de bijbehorende
actuele temperatuurwaarde (in eerste instantie zonder inregeling)
Indrukken en getoonde voeler voor inregeling bevestigen.
Als referentiewaarde moet de werkelijke temperatuur via een thermometer direct op de
meetplaats worden afgelezen. Aansluitend
Indrukken, tot de aanwijswaarde overeenkomt met de referentiewaarde.
Indrukken, de gecorrigeerde temperatuurwaarde wordt overgenomen.
In het display verschijnt het symbool voor de volgende temperatuurvoeler.
Indrukken om het inregelmenu te verlaten.
VF1toevoer-
temperatuurvoeler
AF buiten-
temperatuurvoeler
RF ruimte-
temperatuurvoeler
Fig. 27 ⋅ Voelersymbolen
RüF1retour-
temperatuurvoeler
RüF2 retour-
temperatuurvoeler
CF voeler zonne-energie
collector
VF2 toevoer-
temperatuurvoeler
SF1 – SF2boiler-
temperatuurvoeler
VF3 toevoer-
temperatuurvoeler
57
Advertenties
Inhoudsopgave
