Status binaire uitgangen
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Aanwijzing schakeltoestanden
met de blokken 1... 8
Baudrate
BAUD
Overdrachts-
snelheid
7. Inbedrijfname en instelling van de regelaar
Voor de inbedrijfname de voedingsspanning inschakelen.
Na een korte tijdelijke aanwijzing gaat de regelaar over in het bedrijfsniveau met aanwijzing
van een tijd.
Voor de instelling moet de regelaar eerst worden geconfigureerd.
Gewenste gebruikersgegevens moeten dan aansluitend bij de parametrering par. 7.2 wor-
den ingevoerd.
7.1 Configuratie
Bij de configuratie van de regelaar moet deze met zijn mogelijke functies op de eisen van de in-
stallatie worden aangepast. Daarvoor moet eerst uit de figuren 14 t/m 24 het bijbehorende in-
stallatieschema worden geselecteerd. Aansluitende moeten de, voor het gekozen installatie-
schema benodigde, functies door keuze en instelling van bepaalde functieblokken worden vast-
gelegd.
Belangrijk:
De functieblokken FB 20 t/m FB 23 en FB 29 t/m FB 47 zijn via een toegangscode beveiligd.
Pas na invoer van de geldige toegangscode worden de instellingen van deze functieblokken en
alle daaraan gekoppelde parametreer- en configuratiegegevens toegankelijk.
7.1.1 Instellen van de toegangscode:
De bij de uitlevering geldende toegangscode is op blz. 81 van deze handleiding vermeld.
Wanneer moet worden voorkomen, dat deze toegangscode door onbevoegden kan worden
gebruikt, kan deze vermelding op blz. 81 worden verwijderd of onzichtbaar worden gemaakt.
Naar keuze kan ook een persoonlijke toegangscode worden ingesteld, zie par. 7.1.2.
Na de keuze van een beveiligd functieblok verschijnt 0 0 0 0 0
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24
Toets ingedrukt houden, tot de toegangscode
ongeveer is bereikt. Dan met
toetsen stapsgewijs instellen
toets indrukken, om ingestelde toegangscode
over te nemen
Foutstatusregister
Toestandsindicatie met behulp van de
blokken 0 t/m 15
47