Wanneer de volumestroom tijdens regelbedrijf de ingestelde minimale grenswaarde onder-
schrijdt, dan wordt het regelventiel van het verwarmingscircuit tijdelijk gesloten. Het regelbe-
drijf wordt pas weer voortgezet, wanneer de temperatuur aan de toevoertemperatuurvoeler VF
de actuele gewenste waarde met 5 K onderschrijdt. Een volumestroom- of vermogensbegren-
zing kan als alternatief ook gebaseerd op een impulssignaal van 3...500 impulsen/uur van de
warmtemeter worden gerealiseerd. Via de functieblokinstelling FB 22 = UIT en FB 23 = AAN
moeten de instellingen voor de te begrenzen maximale impulsfrequenties voor puur verwar-
mingsbedrijf en voor warmwatervoorziening plus de bijbehorende invloedsfactoren worden
uitgevoerd. Omdat de aanwijzing van de momentele impulsfrequentie, en daarmee de in de
regelaar geregistreerde volumestroom resp. het geregistreerde vermogen, afhankelijk van de
afstand in de tijd van de impulsen wordt berekende, is het vanzelfsprekend, dat plotselinge vo-
lumestroom- resp. vermogenssprongen door de regelaar niet direct kunnen worden verwerkt.
Dit is vooral duidelijk bij lage impulsfrequenties. Wanneer de impulsfrequentie P tijdens regel-
bedrijf de maximale grenswaarde bereikt, wordt de gewenste waarde van de betreffende re-
gelkring gereduceerd. In welke mate wordt ingegrepen kan hierbij worden bepaald door het
veranderen van de bijbehorende invloedfactor. Bij de installaties 4 t/m 6 en 11 wordt de re-
gelkring met lagere grenswaarde door de impulsfrequentie-begrenzing op de gewenste waar-
de gereduceerd. Voor het bepalen van P [Imp/h]:
Wanneer er bijv. een warmtemeter aanwezig is, die 1 impuls per kWh afgeeft (resolutie =
1 kWh/Imp), dan moet de maximale impulsfrequentie P [Imp/h] voor een gewenste begren-
zing op P = 30 kW als volgt worden ingesteld:
P [Imp/h] = P [kW] / resolutie [kWh/Imp]
P [Imp/h] = 30 kW / 1 kWh/Imp = 30 Imp/h
4.18 Meterbusbedrijf
De regelaar maakt communicatie mogelijk met maximaal 3 warmtemeters. Anders gezegd:
max. 4,5 M-bus lasten overeenkomstig 6,75 mA zijn aansluitbaar, voor zover deze met de op-
tionele meterbus-interface zijn uitgerust. Met het functieblok FB 29 = AAN worden de warmte-
meters cyclisch uitgelezen. Daarbij worden de data warmtehoeveelheid en volume (meterstan-
den), warmtevermogen en volumestroom (momentele resp. gemiddelde waarde) plus de meet-
waarde primaire toevoer- en retourtemperatuur overgedragen. Onder FB 29 moet eerst wor-
den vastgelegd, welk type warmtemeter onder welk warmtemeteradres aanwezig is.
De volgende tabel geeft een overzicht omtrent de aansluitbare typen warmtemeters.
Leverancier
Siemens AG
Siemens AG (Landis &
Staefa)
AQUAMETRO Mess-
technik GmbH
SPANNER-POLLUX
GmbH
Landis & Gyr
Kamstrup/Danfoss
Fabrikaat
Instelling
Ultraheat 2 WR4
1434
SONOGYR energy
1434
WSF
Calec MB
1434
PolluSonic 2
PS2
N501 / N101
P15
B501 / B101
P15
PolluStat
1434
WSD (+ WZD-MB)
SLS
Multical III
CAL3
Opmerkingen
Geschikt voor volumestroom-/vermogensbegr.
Geschikt voor volumestroom-/vermogens-begren-
zing, levert peildatum en peildatumarbeid
Geschikt voor volumestroom-/vermogens-begren-
zing, levert peildatum en peildatumarbeid
Geschikt voor volumestroom-/vermogensbegr.
"24 h"
Geschikt voor volumestroom-
/vermogensbegrenzing
Geschikt voor volumestroom-/vermogensbegr.
Idem aan IWK
19