Inhoudsopgave
Advertenties
4.4 Gereduceerd bedrijf
Bij installaties zonder ruimtetemperatuurvoeler wordt tijdens het niet gebruiken in het verwar-
mingscircuit een lagere gewenste waarde voor de toevoertemperatuur gebruikt. Deze waarde
wordt onder "verlaging toevoertemperatuur voor gereduceerd bedrijf" ingesteld.
Wanneer de buitentemperatuur de onder "grenswaarde van de buitentemperatuur voor af-
schakeling van het gereduceerd bedrijf" ingestelde waarde binnen de niet-gebruikstijd over-
schrijdt, dan wordt het verwarmingscircuit door de regelaar automatisch uit bedrijf genomen.
Het regelventiel wordt gesloten, en de verwarmingscirculatiepomp UP wordt na een bepaalde
nalooptijd uitgeschakeld. Bij onderschrijding van de grenswaarde wordt het verwarmingsbe-
drijf direct weer ingeschakeld.
4.5 Zomerbedrijf
In het zomerbedrijf wordt het verwarmingscircuit door de regelaar automatisch buiten bedrijf
genomen. Het regelventiel wordt gesloten, en de verwarmingscirculatiepomp UP wordt na een
bepaalde nalooptijd uitgeschakeld. Wanneer de buitentemperatuur de in het parametreerni-
veau instelbare " grenswaarde buitentemperatuur voor zomerbedrijf" (standaard waarde 22
°C) overschrijdt, dan wordt het zomerbedrijf geactiveerd. Bij onderschrijding van de grens-
waarde wordt direct weer het verwarmingsbedrijf ingeschakeld, voor zover het tijdsafhankelij-
ke zomerbedrijf niet actief is. De functie "tijdsafhankelijk zomerbedrijf" is gekoppeld aan de in-
stelling van het functieblok FB 3 = AAN en alleen bij de bedrijfsschakelaarstand
effectief.
Het tijdsafhankelijke zomerbedrijf zorgt ervoor, dat de verwarming ook aan het beging van de
gebruikstijd in de vroege morgenuren, onafhankelijk van de momentele buitentemperatuur, in
de zomer uitgeschakeld blijft.
De hoogte van de gemiddelde dagtemperatuur tussen 7:00 en 22:00 uur moet hierbij de in het
functieblok FB 3 ingestelde buitentemperatuur-grenswaarde (standaard instelling 18 °C) op
twee opeenvolgende dagen overschrijden. Bovendien moet de actuele datum binnen de in FB 3
ingestelde periode liggen (standaard waarde 01.06. t/m 30.9.).
Wanneer de gemiddelde dagtemperatuur de buitentemperatuurgrenswaarde op een bepaalde
dag onderschrijdt, dan wordt het tijdsafhankelijke zomerbedrijf op de volgende dag beëndigd.
4.6 Vertraagde buitentemperatuuraanpassing
Met vertraagde buitentemperatuuraanpassing, FB 4 = AAN, kan een berekende buitentempe-
ratuur voor de bepaling van de gewenste toevoertemperatuur worden gebruikt.
Met de keuze "vertraging voor afnemende en toenemende buitentemperatuur" wordt bijv. bij
een binnen korte tijd met 12 °C afgenomen buitentemperatuur, met een vertraging van 3 °C /
uur (standaard waarde) de berekende buitentemperatuur over 4 uur vertraagd aangepast.
Met de keuze "vertraging algemeen: wordt de berekende buitentemperatuur altijd vertraagd
aan de buitentemperatuur aangepast.
Met deze instellingen kunnen onnodige overbelastingen van verwarmingscentrales in combi-
natie met oververhitting van gebouwen, of tussentijds te laag verwarmingsvermogen vanwege
zonne-instraling op de buitentemperatuurvoeler, worden voorkomen.
4.7 Automatische zomer- wintertijdomschakeling
Met de functieblokinstelling FB 5 = AAN voert de regelaar de zomer-wintertijdomschakeling
uit. Daarbij wordt de tijd op de laatste zondag in maart om 2:00 uur een uur vooruit gezet en
op de laatste zondag in oktober om 3:00 uur een uur terug gezet.
15
Advertenties
Inhoudsopgave
