1.2 Technische gegevens
Voeleringangen
Binaire ingangen
Overige ingangen
Stelsignaaluitgangen
Binaire uitgangen
Regelparameter
Interface
Voedingsspanning
Opgenomen vermogen
Temperatuurbereik
Beschermingsklasse
Vervuilingsgraad
Overspanningscategorie
Vochtigheidsklasse
Storingsongevoeligheid
Storingsemissie
Gewicht ca. kg
1)
opwarming voorkomen!
7 configureerbare ingangen voor voelers (Pt 100 en PTC of
Pt 100 en Pt 1000 of Pt 100 en NTC) of binaire meldingen
1 buitentemperatuuringang voor voeler of
stroomsignaal 4(0) ... 20 mA
1 ingang toevoertemperatuurvoeler
BE1 naar keuze voor vrijgave regeling of externe vraag
BE5 voor boilerthermostaat configureerbaar
Impuls- of stroomingang voor vermogens of
volumestroombegrenzing
Afstandsbediening voor correctie van de toevoertemperatuur en
keuze
bedrijfstype,
alternatief potentiometeringang 1000 ... 2000 Ω resp.
configureerbaar voor binaire melding
3-puntssignalen: belastbaarheid 250 VAC, max. 2A min. 10mA
2-puntssignalen: belastbaarheid 250 VAC, max. 2A min. 10 mA
Max. 4 uitgangen voor besturing van pompen,
belastbaarheid 250 V AC, max. 2 A min. 10 mA
2 reed-relaisuitgangen voor toerentalbesturing van een
circulatiepomp of voor storingsmelding, belastbaarheid max. 24
V, 100 mA
K
= 0,1 ... 50
T
p
n
Seriële interface voor aansluiting op vierdraadsbus
Protocol: Modbus RTU , dataformaat 8N1 (8 databits,
1 stopbit, geen pariteit) of seriële RS 232 C-interface voor
aansluiting op modem
Aansluiting via RJ12 bus
Optie: meterbus-interface
230 V AC (+10%/–15%), 48 ... 62 Hz.
Netspanningsuitval:
configuratiegegevens zijn in een EEPROM opgeslagen
ca. 3 VA
1)
Bedrijf: 0 ... 40 °C
IP 40 conform IEC 529 en II conform VDE 0106
2 conform VDE 0110
II conform VDE 0110
F conform VDE 40040
Conform EN 50082 deel 1
Conform EN 50081 deel 1
0,6
= 1 ... 999 s
Steltijd T
alle
parameterwaarden
Opslag: –20 ... 60 °C
= 15 bis 240 s
y
en
5