5.6 Installatie 6
weersgestuurde toevoertemperatuurregeling met glijdende retourtemperatuurbegrenzing en
warmwatervoorziening uit het primaire circuit, uitgevoerd als doorstroomverwarming
Fig. 25 ⋅ Inst. 6
Verloop van de warmwatervoorziening
De warmwater-uitlaattemperatuur van de warmtewisselaar wordt conform de ingestelde ge-
wenste waarde "warmwatertemperatuur" uitgeregeld. Hierbij speelt de instelling van de regel-
parameters betreffende de te realiseren regelkwaliteit een wezenlijke rol.
Wanneer het beschikbare vermogen voor een parallel bedrijf van beide circuits – verwar-
mingscircuit en warmwatercircuit – bij maximale vermogensvraag te laag is, dan kan functie-
blok FB 8 worden ingeschakeld.
Met de instelling FB 8 = AAN keuze "Af" – warmwater voorrang door gereduceerd bedrijf–
wordt het verwarmingscircuit bij een regelafwijking van meer dan 5 K in het warmwatercircuit
gedurende 20 minuten in gereduceerd bedrijf omgeschakeld: zijn vermogensvraag wordt door
het verlagen van de actuele toevoertemperatuur met de onder "verlaging toevoertemperatuur
voor gereduceerd bedrijf" ingestelde waarde gereduceerd.
Met de instelling FB 8 = AAN, keuze "In" – warmwatervoorrang door invers bedrijf– wordt het
verwarmingscircuit bij een regelafwijking van meer dan 5 K in het warmwatercircuit v.w.b. de
vermogensvraag gereduceerd, doordat de 3-puntsuitgang van het warmwatercircuit in tegen-
gestelde richting op het regelventiel van het verwarmingscircuit inwerkt.
De tijdsperiode tot aan het aanspreken van het voorrangsbedrijf is onder FB 8 instelbaar.
De circulatiepomp ZP werkt volgens het ingestelde tijdsprogramma.
32