Opbouw en werking
5.13
Naloopbesturing via tractorregeleenheid
Transport
1. Tractorregeleenheid blauw bedienen tot de
dissel zich in de nulstand (Afb. 39/1)
bevindt.
Houd de wijzer met de schaalverdeling op de
hydraulische cilinder in de gaten!
2. Universele dissel: zet de hydraulische
cilinder in stand B zie pagina 79.
84
Bij het werken op hellingen (spuit glijdt weg) kan via
de tractorregeleenheid blauw
vanaf de tractorstoel een handmatige bijstelling van de stuurdissel
voor de spoorgetrouwe naloop uitgevoerd worden.
Bij een manuele bijstelling reduceert de hydraulische besturing
schade aan het gewas, vooral bij rijculturen (b.v. bij aardappelen of
groente) bij het rijden of manoeuvreren in en uit de rijden.
Draaicirkeldiameter d
> 18 m.
wk
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen door omkantelen van de machine!
Voor transportritten moet de stuurdissel/stuuras in de transportstand
worden gezet!
Afb. 39
UG BAG0216.3 09.22