Speciale instructies voor spuitboombelasting
10.9.1
Spuitvloeistof spuiten
UG BAG0216.3 09.22
De pompcapaciteit is afhankelijk van het pompaandrijftoerental.
Stel het pomptoerental zodanig in (tussen 400 en 550 1/min) dat
altijd een voldoende grote volumestroom naar de spuitbomen en
voor het roerwerk ter beschikking staat. Hierbij dient er absoluut
rekening mee gehouden te worden dat bij hoge rijsnelheid en
grote dosering meer spuitvloeistof getransporteerd moet worden.
De spuitvloeistoftank is leeg als de spuitdruk plots duidelijk
vermindert.
Resthoeveelheden in de spuitvloeistoftank kunnen tot een
drukval van 25% correct worden verwerkt.
Zuig- of drukfilter zijn verstopt als de spuitdruk bij onveranderde
omstandigheden afneemt.
De toegestane spuitboombelasting mag niet worden overschreden,
omdat dit de spuitbomen kan beschadigen.
Voor een spaarzaam rijgedrag houd u de volgende instructies aan:
Rijsnelheid voor de wendakker duidelijk verminderen en de
bocht met een constante snelheid nemen.
Scherpe bochten langzaam nemen (langzamer dan 6 km/h).
Schoksgewijs sturen of van richting veranderen bij het sturen
vermijden (bijv. spoorcorrectie).
Spuitbomen niet tijdens het rijden klappen.
Afzonderlijke spuitboomelementen altijd in volledig geklapte
eindstand (in- of uitgeklapt) zetten. Niet met deels geklapte
spuitboom rijden.
Snelle en abrupte verandering van rijrichting vermijden.
Koppel de veldspuit volgens de voorschriften aan de tractor!
Controleer voor het spuiten de volgende machinegegevens in de
bedieningsterminal:
de waarden voor het toegestane spuitdrukbereik van de in
de spuitbomen ingebouwde spuitdoppen.
de waarde "impulsen per 100 m".
Neem de nodige maatregelen als tijdens het spuiten een
foutmelding op het display van de bedieningsterminal verschijnt
en tegelijk een akoestisch alarmsignaal te horen is..
Controleer de weergegeven spuitdruk tijdens het spuiten.
Zorg ervoor dat de weergegeven spuitdruk in geen geval meer
dan 25% van de gewenste spuitdruk uit de spuittabel afwijkt,
bv. bij het veranderen van de dosering via de plus-/mintoetsen.
Grotere afwijkingen van de gewenste spuitdruk maken geen
optimaal behandelingsresultaat mogelijk en belasten het milieu.
Verlaag of verhoog de rijsnelheid zolang tot u opnieuw in het
toegestane spuitdrukbereik van de gewenste spuitdruk
terugkeert.
Inhoudsopgave
175