Opbouw en werking
Veiligheidsfuncties ter voorkoming van het omkantelen van de machine bij ingeschakelde
AutoTrail!
82
Veiligheidsfuncties!
Worden de spuitbomen tot meer dan 1,5 m hoogte opgetild:
Worden de spuitbomen in transportstand ingeklapt:
AutoTrail wordt uitgeschakeld (zodra de dissel zich in de
middelste stand bevindt).
Wordt een rijsnelheid van meer dan 20 km/h bereikt:
AutoTrail-as/-dissel gaat automatisch in de middelste stand en
blijft in de modus "rijden op de weg".
GEVAAR
De AutoTrail-stuurdissel
mag niet worden gebruikt voor het volgen van het spoor van
de tractor op hellingen!
De AutoTrail-stuurdissel uitsluitend op vlak terrein
gebruiken. Oneffenheden van maximaal 5° veroorzaakt door
voren zijn toegestaan!
mag niet worden gebruikt voor het manoeuvreren bij het
achteruitrijden!
Kantelgevaar voor de machine!
Bij het gebruik van de naloopstuurdissel bestaat
kantelgevaar bij draaimanoeuvres op de wendakker en in
enge bochten met hoge rijsnelheid als gevolg van
verplaatsing van het zwaartepunt bij ingeslagen stuurdissel.
Het kantelgevaar is extra groot bij bergaf rijden in ongelijk
terrein!
Pas uw rijgedrag aan en verlaag de rijsnelheid bij
draaimanoeuvres aan de wendakker, zodat u tractor en
veldspuit goed onder controle hebt.
Om omkantelen van de spuit te voorkomen, moet het volgende in
acht worden genomen:
Plotselinge, scherpe manoeuvres vermijden.
Voor een bocht of een wending de rijsnelheid verlagen.
Niet plotseling afremmen in bochten als het stuur nog is
uitgeslagen.
Goed oppassen bij stuurmanoeuvres in voren.
UG BAG0216.3 09.22