Opbouw en werking
58
Uit de spuitvloeistoftank (1) zuigt de zuigermembraanpomp (2) de
spuitvloeistof aan via de schakelkraan zuigzijde (SA), de zuigleiding
(3) en het zuigfilter (4). De aangezogen spuitvloeistof komt via de
drukleiding (5) bij de schakelkraan drukzijde (DA). Via de
schakelkraan drukzijde (DA) bereikt de spuitvloeistof de
drukarmatuur. De drukarmatuur bestaat uit de spuitdrukregeling (6)
en het zelfreinigende drukfilter (7).
Vanuit de drukarmatuur wordt de spuitvloeistof via de
doorstroommeter (8) naar de deelbreedteventielen (9)
getransporteerd. De deelbreedteventielen zorgen voor de verdeling
naar de afzonderlijke spuitleidingen (10). De terugstroommeter (11)
(alleen bedieningsterminal) bepaalt de naar de spuitvloeistoftank
geretourneerde hoeveelheid spuitvloeistof bij geringe afgifte.
In ingeschakelde toestand zorgt het roerwerk (12) voor een
homogene spuitvloeistof in de spuitvloeistoftank. Het roervermogen
van het roerwerk is aan de instelkraan (RW - hulproerwerk, RU -
hoofdroerwerk; alleen bij UG Super) instelbaar.
De bediening van de veldspuit vanaf de tractor gebeurt via
de bedieningsterminal (13) of
de bedieningsterminal AMASPRAY
Voor het aanmaken van de spuitvloeistof de vereiste hoeveelheid
preparaat in de vulmengbak gieten en in de spuitvloeistoftank
afzuigen.
Het schone water uit de spoelwatertank (15) is bedoeld voor het
reinigen van het spuitsysteem.
+
.
UG BAG0216.3 09.22