Constructie en werking van de spuitbomen
6.9
Hydraulische hellingsverstelling (optie)
6.10
Distance-Control (optie)
Het spuitboomregelsysteem Distance-Control
houdt de spuitbomen automatisch parallel op de
gewenste afstand van het te bespuiten
oppervlak.
DistanceControl met 2 sensoren
DistanceControl plus met 4 sensoren
Ultrasone sensoren (Afb. 84/1) meten de afstand
tot de bodem of het plantenbestand. Bij een
éénzijdige afwijking van de gewenste hoogte
stuur de Distance-Control de hellingverstelling
voor de hoogteaanpassing aan. Gaat het terrein
aan beide zijden omhoog, dan brengt de
hoogteverstelling bei spuitbomen omhoog.
Bij het uitschakelen van de spuitbomen aan de
wendakker worden de spuitbomen automatisch
ca. 50 cm opgetild. Bij het inschakelen worden
de spuitbomen tot op de gekalibreerde hoogte
teruggebracht.
Zie de handleiding van de software
ISOBUS.
Instelling van de ultrasone sensoren:
zie Afb. 84.
116
De spuitbomen kunnen evenwijdig met de grond of de te bewerken
oppervlakte worden gezet met de hydraulische hellingverstelling bij
ongunstige terreinomstandigheden, zoals diepte spuitsporen of met
een wiel in de voor.
Instelling via:
bedieningsterminal
AMASPRAY
+
Tractorregeleenheid beige.
Zie bedieningshandleiding bedieningsterminal.
Afb. 84
UG BAG0216.3 09.22