Werken met de machine
10.11.1 Reinigen van de spuit bij een geleegde tank
1. Pomp met 500 min
SA
2. Omschakelkraan
Geen drukcirculatiespoeling DUS: stap 6
Drukcirculatiespoeling (DUS)
3. DUS: omschakelkraan
.
RW, RU
4. DUS: roerwerk
verwijderen van afzettingen in de slang
geheel openen.
Roerwerken met 10 % van de
spoelwatervoorraad spoelen.
5. DUS: roerwerk(en) uitschakelen.
DUS: Spuitleidingen worden
automatisch gespoeld.
DA
6. Omschakelkraan
Inwendige reiniging met 10 % van de
spoelwatervoorraad uitvoeren.
DA
7. Omschakelkraan
SA
8. Omschakelkraan
9. Verdunde resthoeveelheid tijdens de rit op
het al behandelde oppervlak uitbrengen.
10. Via de boordcomputer meerdere malen
gedurende enkele seconden spuit uit- en
weer inschakelen.
Door het in- en uitschakelen worden
de ventielen en de retouren gespoeld.
Net zolang verdunde resthoeveelheid
uitbrengen tot er lucht uit de spuitdop komt.
182
Spuitvloeistoftank iedere dag reinigen!
De spoelwatertank moet volledig zijn gevuld.
De reiniging moet als volgt worden uitgevoerd.
-1
aandrijven.
op positie
.
DA
op positie
voor het
op positie
op positie
.
op positie
.
Afb. 122
UG BAG0216.3 09.22