Kopiëren
6. Selecteer de toets Origineelsoort.
7. Selecteer het gewenste type inhoud.
•
Foto en tekst: hiermee worden foto's van hoge kwaliteit geproduceerd, maar neemt de
scherpte van tekst en lijntekeningen enigszins af. Deze instelling wordt aanbevolen voor
originelen met hoogwaardige foto's of lijntekeningen en tekst.
•
Tekst : produceert scherpere randen en wordt aanbevolen voor tekst en lijntekeningen.
Foto: geeft de hoogste kwaliteit bij foto's, maar een lagere kwaliteit bij tekst en
•
lijntekeningen. Dit is de beste optie voor originelen met foto's of ongerasterde tonen,
zonder tekst of lijntekeningen.
•
Kaart: wordt gebruikt als het origineel een kaart is.
•
Krant/tijdschrift: wordt gebruikt als het origineel afkomstig is uit een tijdschrift of krant
met foto's en tekst.
8. Selecteer de gewenste optie voor Type origineel.
•
Gedrukt: produceert het beste resultaat voor kranten, tijdschriften, kaarten en andere,
professioneel gedrukte originelen.
•
Gefotokopieerd: wordt gebruikt voor de meeste gefotokopieerde en afgedrukte
originelen.
•
Foto: wordt aangeraden voor originelen met hoogwaardige foto's op fotopapier.
•
Inkjet: wordt specifiek gebruikt voor originelen die op een inkjetprinter zijn geproduceerd.
Vaste inkt: wordt aangeraden voor originelen die op vaste-inktapparaten zijn
•
geproduceerd.
9. Selecteer de toets OK.
10. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel.
11. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
12. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De
opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
14. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Beeldopties
Beeldopties voor kopieën kiezen
Als u op de Start-toets drukt om een kopie te maken, scant het apparaat uw originelen en slaat het
de beelden tijdelijk op. Daarna worden de beelden afgedrukt op basis van de geselecteerde
instellingen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de kopieerfuncties te krijgen.
Handleiding voor de gebruiker
®
WorkCentre
5945/5955
97