Download Print deze pagina

Xerox WorkCentre 5945 Handleiding Voor De Gebruiker pagina 67

Verberg thumbnails Zie ook voor WorkCentre 5945:

Advertenties

Aan de slag
Opgeslagen opdrachten
Opdrachten opslaan
Opdrachten opslaan met de PostScript-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xerox-
printerdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat
om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Met de optie Opgeslagen opdracht kunt u opdracht opslaan op de harde schijf van de printer, zodat
de opdracht op een geschikt tijdstip of via Internet Services kan worden afgedrukt.
Opmerking:
De systeembeheerder moet de functie Opdrachtopslag in uw printerdriver inschakelen
voordat u de optie Opgeslagen opdracht kunt gebruiken. Als u zelf uw eigen driverinstellingen kunt
bijwerken, kunt u deze functie vinden door het venster met drivers te openen, met de
rechtermuisknop op de driver te klikken, Printereigenschappen te selecteren en vervolgens het
tabblad Configuratie. Stel de status van de module Opdrachtopslag in op Geïnstalleerd via het
keuzemenu in het gedeelte Beschikbare componenten.
Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer
informatie.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox PS-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de
printerdriver wordt geopend.
6. Selecteer Opgeslagen opdracht in het keuzemenu Opdrachttype.
7. Selecteer het invoervak Opdrachtnaam en voer de naam van uw opdracht in via het
toetsenbord.
Selecteer Documentnaam gebruiken in het keuzemenu Opdrachtnaam om uw opdracht
met dezelfde naam op te slaan als het originele document.
8. Selecteer in het menu Opslaan in de map waar uw opdracht opgeslagen moet worden.
Als de door u gewenste map niet wordt weergegeven, kunt u via het toetsenbord de naam
invoeren van de map waar uw opdracht opgeslagen moet worden. Alle gebruikers kunnen
hun opdrachten opslaan in de standaard openbare map.
9. Schakel zo nodig het selectievakje Afdrukken en opslaan in om uw document af te drukken.
Als u dit selectievakje niet inschakelt, wordt uw opdracht opgeslagen maar niet afgedrukt.
Handleiding voor de gebruiker
®
WorkCentre
5945/5955
65

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Workcentre 5955