Scannen
•
Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of
aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de
bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit
het pop-upmenu.
11. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
12. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Geavanceerde instellingen
Beeldopties
Beeldopties kiezen bij gebruik van de functie Scannen naar
Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer
of netwerk opslaan.
Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met
daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er
geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen.
Met de functies voor beeldopties kunt u het uiterlijk van de afdrukken wijzigen.
Met de opties voor lichter/donkerder kunt u handmatig de lichtheid of donkerheid van het beeld
aanpassen. Lichte originelen met potloodtekeningen worden beter afgedrukt als de donkerheid
wordt vergroot. Donkere originelen, zoals halftonen of documenten met gekleurde achtergronden,
moeten eventueel lichter worden gemaakt.
Met de optie Scherpte kunt u handmatig de scherpte van de gescande beelden bepalen.
Handleiding voor de gebruiker
®
WorkCentre
5945/5955
281