Download Print deze pagina

Xerox WorkCentre 5945 Handleiding Voor De Gebruiker pagina 365

Verberg thumbnails Zie ook voor WorkCentre 5945:

Advertenties

Afdrukken
Meer informatie
Een document afdrukken met de PCL-printerdriver
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Afdrukinstellingen opslaan via de PCL-printerdriver
Naam van opgeslagen afdrukinstellingen wijzigen via de PCL-printerdriver
Opgeslagen afdrukinstellingen verwijderen via de PCL-printerdriver
Afdrukinstellingen opslaan via de PCL-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xerox-
printerdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat
om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Gebruik de optie Opgeslagen instellingen als u vaak dezelfde instellingen in uw printerdriver
gebruikt. Met de optie Opgeslagen instellingen worden uw printerdriverselecties in de lijst
Opgeslagen instellingen bewaard. Deze lijst wordt op uw computer opgeslagen en is niet voor u
beschikbaar als u vanaf een andere computer afdrukt.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox PCL-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Selecteer de gewenste optie(s).
6. Selecteer de gewenste optie voor Opgeslagen instellingen.
7. Selecteer Opslaan als in het menu Opgeslagen instellingen.
8. Selecteer het invoervak Naam voor opgeslagen instellingen: en voer de naam van uw
aangepaste instelling in via het toetsenbord.
9. Selecteer de toets OK.
10. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
11. Klik op de toets OK.
12. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Handleiding voor de gebruiker
®
WorkCentre
5945/5955
363

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Workcentre 5955