Scannen
Beeldverbetering
Beeldverbeteringsoptie kiezen bij gebruik van de functie Scannen naar
Met de functie Scannen naar... kunt u een document scannen en het in een map op uw computer
of netwerk opslaan.
Als u Scannen naar wilt gebruiken, moet u een vermelding in het apparaatadresboek maken, met
daarin het pad naar de locatie waar u naartoe wilt scannen.
De toets Scannen naar wordt grijs weergegeven op het aanraakscherm van het apparaat als er
geen vermeldingen voor Scannen naar aanwezig zijn in het apparaatadresboek.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Scannen naar te krijgen.
Met de opties voor Beeldverbetering kan de kwaliteit van de afdrukken verbeterd worden door de
achtergrond te verminderen of het contrast aan te passen.
Met de optie Achtergrondonderdrukking kunt u originelen met gekleurde achtergrond verbeteren
door de achtergrond op de afdrukken te verminderen of te verwijderen. Deze optie komt van pas bij
originelen op gekleurd papier.
Met de optie Contrast kunt u de beelddensiteit op de afdrukken regelen en een origineel met te veel
of te weinig beeldcontrast verbeteren.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde
instellingen te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Scannen naar... op het aanraakscherm.
5. Selecteer zo nodig de toets Apparaatadresboek. (De systeembeheerder heeft mogelijk al
ingesteld dat het adresboek automatisch wordt geopend.)
6. Selecteer het gewenste adres.
7. Selecteer de toets Toevoegen aan ontvangers.
8. Selecteer de toets OK.
9. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen.
10. Selecteer de toets Beeldverbetering.
11. Selecteer de gewenste optie(s).
12. Selecteer de toets OK.
13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
286
®
WorkCentre
5945/5955
Handleiding voor de gebruiker