E-mail
9. Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger
te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm
en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
Opmerking:
Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen
niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden.
10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan.
11. Selecteer zo nodig de toets Van... en voer via het toetsenbord het 'Van'-adres voor de e-mail in
of bewerk dit adres.
Opmerking:
De systeembeheerder kan de toets Van eventueel blokkeren, zodat het
vooringestelde 'Van'-adres niet kan worden gewijzigd.
•
Selecteer de toets OK.
12. Selecteer zo nodig de toets Onderwerp... en voer via het toetsenbord de onderwerptitel voor
de e-mail in of bewerk deze.
•
Selecteer de toets OK.
13. Selecteer zo nodig de toets Bestandsnaam en voer via het toetsenbord een naam in voor het
bestand dat van uw gescande document is gemaakt. Als u geen bestandsnaam invult, wordt
een standaardnaam gebruikt die door de systeembeheerder is ingevoerd.
Selecteer de toets OK.
•
14. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen.
15. Selecteer de toets Kwaliteit/bestandsgrootte.
16. Selecteer de gewenste optie voor Kwaliteit/bestandsgrootte.
•
Schuif de regelaar naar Normale kwaliteit/Kleine bestandsgrootte voor een kleiner bestand
en lagere beeldkwaliteit. Hiermee worden kleine bestanden geproduceerd met behulp van
geavanceerde compressiemethoden. De beeldkwaliteit is acceptabel, maar de kwaliteit
van sommige originelen kan enigszins afnemen en er kunnen fouten bij tekenvervanging
optreden.
•
Schuif de regelaar naar het midden van de schaal voor een betere afdrukkwaliteit en
grotere bestanden, maar niet de hoogste kwaliteit of grootste bestanden.
•
Schuif de regelaar naar Hoogste kwaliteit/Grootste bestandsgrootte voor de grootste
bestanden met de beste afdrukkwaliteit. Grote bestanden zijn niet ideaal om te delen of
via een netwerk te verzenden.
17. Selecteer de toets OK.
18. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
19. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De
opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
20. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
572
®
WorkCentre
5945/5955
Handleiding voor de gebruiker