Download Print deze pagina
Xerox WorkCentre 5222 Handleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor WorkCentre 5222:

Advertenties

®
Handleiding voor de
User Guide
gebruiker
XE3021NL0-2
ME3612E4-1
Copyright © 2008 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Xerox WorkCentre 5222

  • Pagina 1 ® Handleiding voor de User Guide gebruiker XE3021NL0-2 ME3612E4-1 Copyright © 2008 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
  • Pagina 2 Xerox en alle Xerox-producten die in deze publicatie worden genoemd, zijn handelsmerken van Xerox Corporation. Producten en handelsmerken van andere bedrijven worden ook erkend. De informatie in dit document was correct op het moment van publicatie. De informatie in dit document kan zonder enige voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
  • Pagina 3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Alvorens het apparaat te gebruiken .............1 Xerox Welcome Centre ................1 Serienummer ..................1 Op het aanraakscherm weergegeven taal ..........2 Conventies ....................2 Overige informatiebronnen...............4 Waarschuwingen en beperkingen ............4 Veiligheidsinformatie ................4 Informatie over elektrische veiligheid...........6 Veiligheidsinformatie bij de installatie van het apparaat ......7 Informatie voor veilig gebruik...............7...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Alle landen, Noord-Amerika, VS/Canada ..........23 Europese Unie...................23 Andere landen ...................23 Productoverzicht..................25 Onderdelen van het apparaat ..............26 Bedieningspaneel...................30 Apparaatfuncties ..................31 Aan/uit ....................34 Inschakelen ..................34 Uitschakelen ..................34 Aardlekschakelaar..................35 Energiespaarstanden ................35 Modes ....................36 Alle functies ..................36 Toepassingen ..................37 Opdrachtstatus ..................37 Apparaatstatus ..................37 Opdracht onderbreken ................37 Opvangbakaccessoire aan LX-kantoorafwerkeenheid (optioneel) bevestigen................38...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave Beeldrotatie..................56 Beeld omkeren...................56 Origineelrichting.................57 Afdrukopmaak ..................57 Katern maken ..................58 Omslagen ..................61 Transparantopties................61 Pagina-opmaak..................62 Poster ....................63 Notities....................64 Watermerk ..................66 ID-kaart kopiëren ................67 Opdracht samenstellen ................68 Opbouwopdracht ................68 Proefopdracht ..................70 Originelensets combineren ..............71 Formulieroverlay ................71 Buiten/binnen verwijderen ..............72 Faxen .....................73 Landcode voor de faxfunctie ..............73 Faxprocedure ..................74 1.
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Origineelsoort ..................92 Resolutie....................93 Opmaakaanpassing - Fax/internetfax/serverfax ........94 Origineelformaat ................94 Boek faxen..................95 Verkleinen/vergroten .................95 Faxopties - Faxen ..................96 Bevestigingsopties................97 Startsnelheid..................97 Prioriteit verzenden/Start uitstellen............97 Kopregeltekst verzenden..............99 Ontvanger drukt sets af ..............99 X-op-1....................100 Externe mailbox................100 F-code .....................101 Meer faxopties - Faxen ................102 Extern pollen..................
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Netwerkscannen...................120 Scannen naar pc ..................122 Overdrachtprotocol ................123 Adresboek..................123 Bladeren ..................124 Algemene instellingen ................124 Kleurenscannen (WorkCentre 5225A/5230A) .........125 Lichter/donkerder (WorkCentre 5222/5225/5230) ......125 2-zijdig scannen................126 Origineelsoort ..................126 Voorinstellingen scannen..............127 Geavanceerde instellingen..............128 Foto's (WorkCentre 5225A/5230A)..........128 Beeldopties ..................129 Achtergrondonderdrukking (WorkCentre 5222/5225/5230).....129 Beeldverbetering (WorkCentre 5225A/5230A) ........129 Schaduwonderdrukking (WorkCentre 5225A/5230A)......130...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave Opdrachtstroomschema's ..............154 Schemafiltering................154 Gegevens ..................154 Instellingen wijzigen................. 155 Zoeken op naam/Zoeken op trefwoord/Trefwoord selecteren..156 Opgeslagen programmering .............157 Een opgeslagen programma oproepen..........157 CentreWare Internet Services ............159 Toegang tot CentreWare Internet Services.......... 159 Gebruikersinterface................160 Functies....................161 10 Woordenlijst ..................163 Gedefinieerde termen ................
  • Pagina 9 Indien u nog meer hulp nodig heeft, kunt u contact opnemen met onze experts van het Xerox Welcome Centre. U heeft tijdens de installatie van het product waarschijnlijk het telefoonnummer van een plaatselijke vertegenwoordiger ontvangen. U kunt dit telefoonnummer in de ruimte hieronder noteren.
  • Pagina 10 • Papier is synoniem met afdrukmateriaal. • Document is synoniem met origineel. • Xerox WorkCentre 5222/5225/5225A/5230/5230A is synoniem met het apparaat. Richting Met "richting" wordt de stand bedoeld waarin de beelden op de pagina worden gezet.
  • Pagina 11 Conventies Tekst tussen [vierkante haken] Geeft de namen van de schermen, tabbladen, toetsen, toepassingen en opties aan. Vierkante haken worden ook gebruikt om naar bestands- en mapnamen op een pc te verwijzen. Bijvoorbeeld: • Selecteer [Origineelsoort] op het scherm [Afdrukkwaliteit]. •...
  • Pagina 12 Het Xerox-product en de verbruiksartikelen zijn ontworpen en getest om te voldoen aan strenge veiligheidseisen. Deze omvatten onder meer de evaluatie en certificering van veiligheidsinstanties en het voldoen aan elektromagnetische regelgeving en geldende milieunormen.
  • Pagina 13 Houd u aan de volgende instructies voor veilig gebruik. WAARSCHUWING: Het kan zijn dat ongeoorloofde wijzigingen, zoals het toevoegen van nieuwe functies of aansluiting op randapparaten, niet door de productgarantie worden gedekt. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre. Waarschuwingsmerktekens Alle waarschuwingen en instructies op het product zelf of die erbij zijn geleverd, moeten worden opgevolgd.
  • Pagina 14 Informatie over elektrische veiligheid • Sluit het netsnoer rechtstreeks op een geaard stopcontact aan. Gebruik geen verlengsnoer. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre om te controleren of een stopcontact geaard is. • Sluit dit product op een circuit of een stopcontact aan met een grotere capaciteit dan de nominale stroomsterkte en spanning van dit apparaat.
  • Pagina 15 • Ter voorkomen van het risico op elektrische schok en brand, schakelt u het product in de volgende omstandigheden direct uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre: – Er komt rook uit het product of het oppervlak ervan is ongewoon heet.
  • Pagina 16 • Probeer een stukje papier dat diep in het product is vastgelopen, niet te verwijderen. Dit geldt in het bijzonder voor papier dat om een fuser of hitterol is gewikkeld. Schakel het product onmiddellijk uit en neem contact op met het Xerox Welcome Centre.
  • Pagina 17 Veiligheidsinformatie Voor verbruiksartikelen • Sla alle verbruiksartikelen op in overeenstemming met de instructies op de verpakking. • Gebruik een bezem of een natte doek om gemorste toner mee af te vegen. Gebruik nooit een stofzuiger voor gemorste toner. • Houd de afdrukmodule en tonercassettes buiten het bereik van kinderen. Als een kind per ongeluk toner inslikt, laat u het kind de toner uitspugen, spoelt u zijn of haar mond met water en laat u het kind water drinken.
  • Pagina 18 Als gevolg van wijzigingen of modificaties aan deze apparatuur die niet uitdrukkelijk door Xerox Corporation zijn goedgekeurd, kan de toestemming voor het gebruik van deze apparatuur komen te vervallen. WAARSCHUWING: Dit is een klasse A-product. In een huiselijke omgeving kan dit product radiostoringen veroorzaken, in welk geval de gebruiker passende maatregelen zal moeten nemen.
  • Pagina 19 Een volledige verklaring van conformiteit, met daarin de definities van de relevante richtlijnen en standaarden waarnaar wordt verwezen, kunt u bij het Xerox Welcome Centre opvragen. Voor de faxfunctie FAX Send Header Requirements:...
  • Pagina 20 Telephone Company may request that you disconnect the equipment until the problem is resolved. Repairs to the machine should be made only by a Xerox representative or an authorized Xerox service agency. This applies at any time during or after the service warranty period.
  • Pagina 21 Europese Economische Ruimte. Het product is mogelijk compatibel gemaakt met netwerken van andere landen. Neem contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger als het product op het netwerk van een ander land moet worden aangesloten. OPMERKING: Hoewel bij dit product pulssignalen of DTMF-signalen (toon) kunnen worden gebruikt, wordt aangeraden de DTMF-instelling te gebruiken.
  • Pagina 22 Xerox ENERGY STAR-apparatuur wordt vooraf in de fabriek ingesteld. Uw apparaat wordt geleverd met de timer voor het overschakelen naar de slaapstand vanaf de laatste kopie/afdruk, ingesteld op 10 minuten.
  • Pagina 23 Over de licentie 3. Noch de naam van het instituut noch de namen van de bijdragers mogen worden gebruikt om de producten die voortkomen uit deze software zonder voorafgaande schriftelijke toestemming te promoten of onderschrijven. DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET INSTITUUT EN DE BIJDRAGERS AANGEBODEN IN DE FEITELIJKE STAAT (''AS IS") WAARIN DEZE...
  • Pagina 24 1 Alvorens het apparaat te gebruiken Met uitzondering van hetgeen in deze kennisgeving wordt vermeld, mag de naam van een copyrighthouder niet worden gebruikt in advertenties of op enige andere manier ter promotie van de verkoop, het gebruik of een andere wijze van verhandelen van deze software zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyrighthouder.
  • Pagina 25 Over de licentie OpenLDAP Copyright 1998-2006 The OpenLDAP Foundation Alle rechten voorbehouden. Verspreiden en gebruik in bron- en binaire vormen, met of zonder modificatie, is alleen toegestaan indien geautoriseerd door de openbare licentie van OpenLDAP. Een exemplaar van deze licentie is beschikbaar in het bestand LICENSE in de hoogste directory van de distributie of via <http://www.OpenLDAP.org/license.html>.
  • Pagina 26 1 Alvorens het apparaat te gebruiken Gedeeltelijk copyright 1999-2005 Howard Y.H. Chu. Gedeeltelijk copyright 1999-2005 Symas Corporation. Gedeeltelijk copyright 1998-2003 Hallvard B. Furuseth. Alle rechten voorbehouden. Verspreiden en gebruik in bron- en binaire vorm, met of zonder modificatie, is toegestaan indien deze kennisgeving behouden blijft. De namen van de copyrighthouders mogen niet worden gebruikt voor het onderschrijven of promoten van producten die voortkomen uit deze software...
  • Pagina 27 Over de licentie DEZE SOFTWARE WORDT DOOR DE OPENLDAP FOUNDATION EN DE BIJDRAGERS AANGEBODEN IN DE FEITELIJKE STAAT (''AS IS") WAARIN DEZE ZICH BEVINDT EN ER WORDEN GEEN UITDRUKKELIJKE STILZWIJGENDE GARANTIES, WAARONDER, MAAR NIET UITSLUITEND, DE STILZWIJGENDE GARANTIES MET BETREKKING TOT VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL GEGEVEN.
  • Pagina 28 1 Alvorens het apparaat te gebruiken TIFF (libtiff) Lib TIFF copyright © 1988-1997 Sam Leffler Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics. Inc. Dit product kan intellectueel eigendom van Microsoft Corporation bevatten. De algemene voorwaarden waaronder Microsoft dergelijk intellectueel eigendom licentieert, is te vinden op http:// go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=52369.
  • Pagina 29 Illegale kopieën 3. Obligaties of aandelen van een buitenlandse overheid, bank of onderneming. 4. Materiaal met copyright, tenzij toestemming van de eigenaar van het copyright is verkregen of wanneer de reproductie valt onder 'redelijk gebruik' of voorzieningen voor de reproductiebevoegdheden van bibliotheken onder het auteursrecht. Meer informatie over deze voorzieningen is verkrijgbaar bij Copyright Office, Library of Congress, Washington, D.C.
  • Pagina 30 Recycling en weggooien van batterijen Ontdoe u van batterijen conform de plaatselijke wetgeving. Xerox gebruikt de oplaadbare batterijen die in dit product zijn gebruikt, opnieuw als de batterijen naar Xerox worden teruggestuurd om zo schaarse bronnen terug te winnen. Deze batterijen kunnen worden hergebruikt voor het terugwinnen van...
  • Pagina 31 Xerox operates a worldwide equipment takeback and reuse/recycle program. Contact your Xerox sales representative at (1-800-ASK-XEROX) to determine whether this Xerox product is part of the program. For more information about Xerox environmental programs, visit www.xerox.com/environment. Indien u verantwoordelijk bent voor het verwerken van dit Xerox-product als afval,...
  • Pagina 32 1 Alvorens het apparaat te gebruiken...
  • Pagina 33 Echter, de toepassingen op het apparaat zijn in alle gevallen hetzelfde. Voor meer informatie over beschikbare opties die hier niet worden beschreven, kunt u terecht op de Xerox website of contact opnemen met het Xerox Welcome Centre.
  • Pagina 34 2 Productoverzicht Onderdelen van het apparaat In onderstaande schema's worden de standaardonderdelen en optionele onderdelen van het apparaat getoond. Vooraanzicht Onderdeel Functie Dubbelzijdige AOD Voert automatisch documenten van meerdere pagina's in het apparaat. Bedieningspaneel Bestaat uit bedieningstoetsen, leds en een aanraakscherm. OPMERKING: Voor meer informatie, raadpleeg Bedieningspaneel op pagina 30.
  • Pagina 35 Onderdelen van het apparaat Onderdeel Functie Opvangbakaccessoire Gebruik dit accessoire als er ongeniet papier met formaat A4 LKE, (LX-kantoorafwerkeenheid) 8,5 x 11 inch LKE of B5 LKE in de opvangbak van de LX- kantoorafwerkeenheid wordt afgeleverd. OPMERKING: Raadpleeg Opvangbakaccessoire aan LX- kantoorafwerkeenheid (optioneel) bevestigen op pagina 38.
  • Pagina 36 2 Productoverzicht Onderdeel Functie Nietcassette Bevat nietjes. (LX-kantoorafwerkeenheid) Voorklep Open deze klep voor het oplossen van papierstoringen of het bijvullen (LX-kantoorafwerkeenheid) van nietjes. LX-kantoorafwerkeenheid Voegt nietjes of gaatjes aan kopieën of afdrukken toe. (optie) Glasplaat AOD Scant documenten. Bovenste transportklep Open deze klep voor het oplossen van papierstoringen of het bijvullen (LX-kantoorafwerkeenheid) van nietjes.
  • Pagina 37 OPMERKING: Een externe interface (FDI) is een optionele interface die ondersteuning biedt aan een grote hoeveelheid verschillende verkoopstations die via Xerox Custom Application Service beschikbaar zijn. Connector 10Base-T/ Gebruik deze connector om een netwerkkabel op het apparaat aan te 100Base-TX sluiten.
  • Pagina 38 2 Productoverzicht Bedieningspaneel In het volgende schema worden de namen en functies van de toetsen op het bedieningspaneel getoond. 16 15 Toets Functie Draaiknop Helderheid Gebruik deze draaiknop om het contrast van het aanraakscherm aan te passen. Aanraakscherm Geeft berichten en schermtoetsen voor de verschillende toepassingen weer.
  • Pagina 39 Apparaatfuncties Toets Functie Toets <Start> Druk op deze toets om een opdracht te starten. Toets <Snelkiezen> Druk op deze toets om snelkiesnummers in te voeren. Toets <C> (wissen) Druk op deze toets om een getal of het laatst ingevoerde cijfer te verwijderen of de huidige waarde door een standaardwaarde te vervangen.
  • Pagina 40 2 Productoverzicht Kopiëren Hiermee kunt u documenten op verschillende manieren kopiëren. U kunt bijvoorbeeld verkleiningen of vergrotingen maken, of twee of vier aparte documenten op één vel kopiëren. Voor meer informatie, zie het hoofdstuk Kopiëren op pagina 39. E-mailen Hiermee kunt u gescande documenten op verschillende manieren per e-mail versturen.
  • Pagina 41 Gebruikers kunnen hun verificatie op het apparaat invoeren en een serie toepassingen en opties openen, die specifiek voor hun bedrijfsbehoeften zijn ontworpen. Raadpleeg Xerox Extensible Interface Platform (XEIP) in de bijlage van de handleiding voor de systeembeheerder (alleen in het Engels verkrijgbaar) om deze toepassing te configureren.
  • Pagina 42 2 Productoverzicht Aan/uit Inschakelen Het apparaat moet op een geschikte voeding zijn aangesloten en de stekker moet stevig in het stopcontact zijn gestoken. Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, kunt u na maximaal 26 seconden kopieën maken (afhankelijk van de apparaatconfiguratie). Zet de aan/uit-schakelaar in de stand <l>.
  • Pagina 43 TEST-toets RESET-toets OPMERKING: Indien de RESET-toets terugspringt wanneer u deze indrukt en indien de voeding naar het apparaat niet is hersteld, neem dan contact op met het Xerox Welcome Centre. Energiespaarstanden Het apparaat beschikt over een energiespaarstand, waarmee het energieverbruik tijdens inactiviteit aanzienlijk wordt verminderd.
  • Pagina 44 2 Productoverzicht Slaapstand Het apparaat schakelt automatisch over van de modus Laag stroomverbruik op de slaapstand als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt. In de slaapstand verbruikt het apparaat minder stroom dan tijdens de modus Laag stroomverbruik. In deze stand wordt het aanraakscherm uitgeschakeld en gaat het <energiebesparingslampje>...
  • Pagina 45 Opdracht onderbreken Toepassingen Gebruik deze toets om terug te keren naar het vorige functiescherm wanneer het scherm Opdrachtstatus of Apparaatstatus wordt weergegeven. Soms wordt het vorige functiescherm niet geopend, zelfs niet als u op deze toets drukt terwijl u zich in een van deze schermen bevindt.
  • Pagina 46 Xerox beveelt kringlooppapier met 20% hergebruikt materiaal aan. Dit papier is verkrijgbaar via Xerox en andere leveranciers van kantoorbehoeften. Neem contact op met het Xerox Welcome Centre of ga naar www.xerox.com voor meer informatie over andere soorten kringlooppapier.
  • Pagina 47 3 Kopiëren Dit hoofdstuk bevat informatie over de kopieerschermen en de beschikbare toepassingen. OPMERKING: Sommige van de toepassingen in dit hoofdstuk zijn optioneel en het kan zijn dat ze niet op uw apparaatconfiguratie van toepassing zijn. Kopiëren - procedure In dit deel wordt de basiskopieerprocedure beschreven. Volg de onderstaande stappen.
  • Pagina 48 3 Kopiëren Automatische originelendoorvoer (AOD) In de onderstaande stappen wordt het plaatsen van documenten in de AOD beschreven. De maximale capaciteit van de AOD staat hieronder: Origineelsoort (gewicht) Capaciteit Licht (38-49 g/m²) 75 vellen Gewoon (50-80 g/m²) 75 vellen Zwaar (81-128 g/m²) 50 vellen Documenten kunnen formaten hebben tussen 139,7 en 297 mm (4,9 en 11,7 inch) in breedte en 210 en 432 mm (4,5 en 17 inch) in lengte, en de standaardformaten...
  • Pagina 49 Kopiëren - procedure Glasplaat In de onderstaande stappen wordt het plaatsen van een document op de glasplaat beschreven. De glasplaat wordt gebruikt voor een enkele pagina of een ingebonden document met een maximumbreedte van 297 mm (11,7 inch) en een maximumlengte van 432 mm (17 inch).
  • Pagina 50 3 Kopiëren OPMERKING: Als de toepassing Verificatie en accountadministratie is ingeschakeld, kan het zijn dat u een gebruikers-ID en een toegangscode (indien deze is ingesteld) moet invoeren. Als u hulp nodig heeft, neemt u contact op met de systeembeheerder. Stel de gewenste toepassingen op elk tabblad in. Wanneer [Meer] wordt geselecteerd, selecteert u [Opslaan] om de geselecteerde toepassing te bevestigen of [Annuleren] om terug te keren naar het vorige scherm.
  • Pagina 51 Kopiëren 5. Controleer de status van de kopieeropdracht Druk via het bedieningspaneel op de toets <Opdrachtstatus> om het scherm [Actieve opdrachten] weer te geven. De kopieeropdracht in de wachtrij wordt getoond. Als de opdracht niet wordt weergegeven, kan het zijn dat deze al is verwerkt. Raadpleeg het hoofdstuk Job Status (opdrachtstatus) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie.
  • Pagina 52 3 Kopiëren Druk op het bedieningspaneel op de toets <Alle functies>. Selecteer [Kopiëren] op het aanraakscherm. Stel de gewenste toepassing in. Selecteer [Opslaan]. Verkleinen/vergroten Met deze toepassing kunt u kopieën verkleinen of vergroten met een gespecificeerd percentage van 25-400%. Selecteer de toepassing [Verkleinen/vergroten] op het scherm [Kopiëren].
  • Pagina 53 Kopiëren • Vergr. X- Y% - Hiermee wordt dezelfde percentageaanpassing voor zowel de breedte als de lengte aangegeven. • Breedte: 100%, Lengte 100% - Hiermee stelt u het verkleinings-/ vergrotingspercentage voor zowel de breedte als de lengte op 100% in. •...
  • Pagina 54 3 Kopiëren Scherm [Papierinvoer] Hiermee kunt u een papierlade selecteren uit de vooringestelde laden, waaronder lade 5 (handmatige invoer). Voorinstellingen Hiermee kunt u een papierlade selecteren uit een van de drie door de systeembeheerder vooringestelde laden. Ook het ladenummer, het papierformaat en de papierrichting worden voor alle laden getoond.
  • Pagina 55 Kopiëren 2-zijdig kopiëren Met deze toepassing kunt u automatisch 1-zijdige of 2-zijdige kopieën maken van 1-zijdige of 2-zijdige documenten. OPMERKING: Voordat u deze toepassing kunt gebruiken, moet de documentrichting worden ingesteld op [Origineelrichting] in het scherm [Opmaakaanpassing]. OPMERKING: De 2-zijdige kopieeroptie kan niet met de volgende papiersoorten worden gebruikt: transparanten, licht papier, zwaar papier, etiketten, bankpostpapier en papier dat al aan één kant is bedrukt.
  • Pagina 56 3 Kopiëren Aflevering kopieën Met deze toepassing kunt u de afgeleverde kopieën sorteren. Als een optionele afwerkeenheid is geïnstalleerd, kan er ook worden geniet, geperforeerd en/of gevouwen. U kunt de niet- en/of perforatiepositie op de aflevering selecteren. OPMERKING: De toepassingen die op het scherm worden weergegeven, variëren, afhankelijk van of er al dan niet een afwerkeenheid op het apparaat is geïnstalleerd, of de geïnstalleerde afwerkeenheid een LX-kantoorafwerkeenheid of een geïntegreerde kantoorafwerkeenheid is en welke opties er op de afwerkeenheid zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 57 Kopiëren Katern maken Het scherm [Katern maken] verschijnt. Deze toepassing is precies hetzelfde als [Katern maken] op het tabblad [Afdrukopmaak]. Raadpleeg Katern maken op pagina 58. voor meer informatie. Perforeren en meer Het scherm [Aflevering kopieën] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm [Aflevering kopieën] op pagina 49.
  • Pagina 58 3 Kopiëren OPMERKING: De bovenstaande perforatie-opties worden weergegeven wanneer de perforator voor 2 en 3 gaatjes is geïnstalleerd. Wanneer de perforator voor 2 en 4 gaatjes is geïnstalleerd, zijn de opties [Geen perforaties], [2 gaatjes], [4 gaatjes] en [Boven] beschikbaar. Wanneer de perforator voor 4 gaatjes is geïnstalleerd, zijn de opties [Geen perforaties], [4 gaatjes] en [Boven] beschikbaar.
  • Pagina 59 Afdrukkwaliteit Origineelsoort Met deze toepassing verkrijgt u de beste afdrukkwaliteit door de origineelsoort van de originele documenten te selecteren. Selecteer [Origineelsoort] op het scherm [Afdrukkwaliteit]. Selecteer de gewenste optie. Selecteer [Opslaan]. Tekst Selecteer deze optie voor het kopiëren van documenten die alleen tekst bevatten, zodat de tekst scherp wordt gekopieerd.
  • Pagina 60 3 Kopiëren Achtergrondonderdrukking Met deze toepassing worden achtergrondkleuren en doorschijnende beelden bij kopiëren onderdrukt. OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar wanneer [Foto] is geselecteerd op het scherm [Origineelsoort]. Selecteer [Achtergrondonderdrukking] op het scherm [Afdrukkwaliteit]. Selecteer de gewenste opties. Selecteer [Opslaan]. Gn onderdrukking De toepassing wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 61 Opmaakaanpassing Kopiëren (boek) Met deze toepassing kunt u tegenover elkaar liggende pagina's van een ingebonden document op de glasplaat in de correcte paginavolgorde kopiëren. De twee pagina's worden op twee aparte vellen gekopieerd. Selecteer [Kopiëren (boek)] op het scherm [Opmaakaanpassing]. Selecteer de gewenste opties.
  • Pagina 62 3 Kopiëren Begin- en eindpagina's Geeft het scherm [Begin- en eindpagina's] weer. Hier kunt u de beginpagina en de eindpagina voor kopiëren aangeven. De paginazijden moeten aan de hand van het ingebonden origineel worden aangegeven. Bindrug wissen Wist het middengedeelte van het boek, dat vaak donker wordt afgedrukt vanwege de vouw in de pagina's.
  • Pagina 63 Opmaakaanpassing Randen wissen Met deze toepassing kunt u ongewenste markeringen, zoals perforatiegaten, op iedere rand van de kopie verwijderen. OPMERKING: Controleer of de richting van de documenten en de instelling [Origineelrichting] op het scherm [Opmaakaanpassing] hetzelfde zijn. Selecteer [Randen wissen] op het scherm [Opmaakaanpassing].
  • Pagina 64 3 Kopiëren Als met uw apparaat 2-zijdige kopieën kunnen worden gemaakt, kunt u de onderstaande opties selecteren voor zowel zijde 1 als zijde 2. • Zijde 1 - Hiermee kunt u het beeld op zijde 1 verplaatsen. Voor beide richtingen kan met de schuiftoetsen een verschuiving van maximaal 50 mm (2 inch) worden ingegeven.
  • Pagina 65 Afdrukopmaak Negatief beeld Hiermee kunt u een negatief beeld van het document maken. • Positief beeld - Selecteer deze optie voor normale positieve beeldaflevering. • Negatief beeld - Maakt een negatief beeld van het origineel op de kopieën. Alle zwarte beelden op de pagina worden in wit omgezet en alle witte beelden in zwart. Origineelrichting Met deze toepassing kunt u de richting van de documenten aangeven.
  • Pagina 66 3 Kopiëren Selecteer het tabblad [Afdrukopmaak]. Met de zijtabs kunt u tussen de schermen wisselen. Selecteer de gewenste toepassing. Selecteer [Opslaan]. Katern maken Met behulp van deze toepassing kunt u katernen met meerdere pagina's maken van een set 1- of 2-zijdige originelen. Elk beeld wordt verkleind en juist geplaatst, zodat de gevouwen afdrukken in de juiste volgorde verschijnen en als katern kunnen worden gelezen.
  • Pagina 67 Afdrukopmaak Aflevering splitsen Het scherm [Katern maken - Aflevering splitsen] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm [Katern maken - Aflevering splitsen] op pagina 60. Vouwen en nieten Het scherm [Katern maken - Vouwen en nieten] verschijnt. Voor meer informatie, zie Scherm [Katern maken - Vouwen en nieten] op pagina 60.
  • Pagina 68 3 Kopiëren Papierinvoer Het scherm [Katern maken - Omslagen - Papierinvoer] verschijnt. Selecteer een van de voorinstellingen om [Lade Hoofdgedeelte] en [Lade Omslagen] aan te geven. Het papier in de geselecteerde laden voor [Lade Hoofdgedeelte] en [Lade Omslagen] moet van hetzelfde formaat zijn en in landschapsrichting worden ingesteld. Voor meer informatie over lade 5 (handmatige invoer), zie Scherm [Lade 5] op pagina 46.
  • Pagina 69 Afdrukopmaak Omslagen Met behulp van deze toepassing kunt u een voor- en/of achteromslag aan een kopieeropdracht toevoegen. OPMERKING: Als het geheugen van het apparaat tijdens het scannen van een document vol raakt terwijl deze toepassing is ingeschakeld, dan volgt u de instructies op het scherm om de opdracht te annuleren.
  • Pagina 70 3 Kopiëren Selecteer [Transparantopties] op het scherm [Afdrukopmaak]. Selecteer de gewenste optie. Selecteer [Opslaan]. Geen sch.vellen transparanten De toepassing wordt uitgeschakeld. Blanco sch.vellen transparanten Er wordt een blanco scheidingsvel tussen elke transparant geplaatst. Er wordt slechts één set kopieën gemaakt. OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar wanneer [1 2-zijdig] of 2-zijdig] wordt geselecteerd bij [2-zijdig kopiëren].
  • Pagina 71 Afdrukopmaak • 8-op-1 - Hiermee kunnen acht pagina's van het document op één vel papier worden gekopieerd. • Leesvolgorde - Hiermee wordt ingesteld hoe de beelden op een pagina moeten worden geplaatst. Voor [4-op-1] of [8-op-1] kunt u kiezen uit horizontale rijen van links naar rechts of verticale kolommen van links naar rechts.
  • Pagina 72 3 Kopiëren Vergroting % Gebruik de schuiftoetsen op het scherm of de cijfertoetsen op het bedieningspaneel om het vergrotingspercentage voor de lengte en de breedte van de poster te kiezen. Dit kan worden ingesteld tussen 100-400% in stappen van 1%. Het apparaat bepaalt automatisch hoeveel vellen er voor de opdracht nodig zijn.
  • Pagina 73 Afdrukopmaak Toepassen op Het scherm [Opmerking toepassen op] verschijnt. Kies of de opmerking wordt afgedrukt op [Alleen eerste pagina], [Alle pagina's] of [Alle pagina's m.u.v. eerste]. Positie Het scherm [Opmerking - Positie] verschijnt. Geef aan waar de opmerking op elke pagina moet worden afgedrukt.
  • Pagina 74 3 Kopiëren Bates-stempel Op dit scherm kunt u aangeven dat er paginanummers met een voorvoegsel op de kopieën moeten worden afgedrukt. • Bewerken - Selecteer deze toets en voer met het weergegeven toetsenbord een voorvoegsel voor de paginanummers in. U kunt het gewenste voorvoegsel ook in de lijst met geregistreerde voorvoegsels kiezen.
  • Pagina 75 Afdrukopmaak Opgeslagen watermerken Het scherm [Opgeslagen watermerken] verschijnt. Met deze optie wordt een vooraf ingestelde opmerking op de kopieën afgedrukt. De volgende opties zijn beschikbaar: • Uit - De toepassing wordt uitgeschakeld. • Aan - De toepassing wordt ingeschakeld. Selecteer een van de vooraf ingestelde teksten die door de systeembeheerder zijn ingesteld.
  • Pagina 76 3 Kopiëren De toepassing wordt ingeschakeld. Kopieer de voorkant van een ID-kaart zoals u dat normaal gesproken zou doen. Draai de kaart dan om zonder de positie ervan te wijzigen en kopieer de achterkant. OPMERKING: Als u het volledige beeld van de ID-kaart wilt vastleggen, moet u ervoor zorgen dat de kaart een klein stukje van de linkerbovenhoek van de glasplaat af ligt.
  • Pagina 77 Opdracht samenstellen De toepassing wordt uitgeschakeld. De toepassing wordt ingeschakeld. Hiermee kunt u de afleveringstoepassingen selecteren die moeten worden toegepast op de hele opdracht. Aflevering kopieën Het scherm [Aflevering kopieën] verschijnt voor de opbouwopdracht. Voor meer informatie, zie Scherm [Aflevering kopieën] op pagina 49. Katern maken Het scherm [Katern maken] verschijnt voor de opbouwopdracht.
  • Pagina 78 3 Kopiëren • Segmenten scheiden - Verdeelt elke stapel originelen automatisch onder in hoofdstukken met een scheidingsvel tussen elk hoofdstuk. Selecteer [Segmenten scheiden] en geef aan in welke lade de blanco scheidingsvellen zijn geplaatst. Voor meer informatie over lade 5 (handmatige invoer), zie Scherm [Lade 5] op pagina 46. Instellingen wijzigen Hiermee kunt u de instellingen op het scherm [Kopiëren] wijzigen voordat het volgende deel wordt gescand.
  • Pagina 79 Opdracht samenstellen Originelensets combineren Met behulp van deze toepassing kunt u een grote stapel originelen in kleinere delen opsplitsen, zodat u telkens kleinere hoeveelheden in de AOD kunt invoeren. OPMERKING: Deze toepassing is alleen beschikbaar wanneer [Sets] in [Aflevering kopieën] is geselecteerd. Selecteer [Originelensets combineren] op het scherm [Opdracht samenstellen].
  • Pagina 80 3 Kopiëren Buiten/binnen verwijderen Met behulp van deze toepassing kunt u alles binnen of buiten een bepaald gebied verwijderen. Selecteer [Buiten/binnen verwijderen] op het scherm [Opdracht samenstellen]. Selecteer de gewenste opties. Selecteer [Opslaan]. De toepassing wordt uitgeschakeld. Buiten verwijd. Alles buiten de aangegeven gebieden wordt tijdens het kopiëren verwijderd. Binnen verwijd.
  • Pagina 81 4 Faxen Dit hoofdstuk bevat informatie over de faxschermen en de beschikbare faxfuncties. Behalve de conventionele faxfuncties biedt het apparaat u tevens de functies Rechtstreeks faxen, Internetfax en Serverfax. Met Rechtstreeks faxen kunt u faxen rechtstreeks vanaf pc-clients versturen. Met Internetfax kunt u gescande beelden per e-mail via internet of het intranet verzenden.
  • Pagina 82 4 Faxen Druk op de toets <Aan-/afmelden> op het bedieningspaneel. Voer de juiste gebruikers-ID in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel of via het schermtoetsenbord. OPMERKING: De standaard-ID van de systeembeheerder is "11111". Als de toepassing Verificatie en accountadministratie is ingeschakeld, kan het zijn dat u een ook een toegangscode moet invoeren.
  • Pagina 83 Faxprocedure De documenten kunnen formaten hebben tussen 139,7 en 297 mm (4,9 en 11,7 inch) in breedte en 210 en 432 mm (4,5 en 17 inch) in lengte, en de standaardformaten 5,5 x 8,5 inch KKE/LKE en 7,25 x 10,5 inch KKE/LKE. Bij het versturen van een fax kunt u maximaal 297 mm (11,7 inch) in de breedte en 432 mm (17,3 inch) in de lengte (of 600 mm/23,5 inch indien er papier van 60-90 g/m²...
  • Pagina 84 4 Faxen Druk op de toets <Alle functies> op het bedieningspaneel. Toets <Alle functies> Toets <Alles wissen> Selecteer [Faxen] of [Internetfax] op het aanraakscherm om het bijbehorende scherm te openen. OPMERKING: Het pictogram [Faxen] op het scherm Alle functies is voor de functie Faxen of Serverfax, afhankelijk van de in de mode Systeembeheer geselecteerde faxfunctie.
  • Pagina 85 Faxprocedure • Met de toepassing [Nieuwe ontvangers] (zie Nieuwe ontvangers op pagina 79) • Met de toepassing [Adresboek] (zie op pagina 82) • Met de toets <Snelkiezen> op het bedieningspaneel (zie Snelkiezen op pagina 83) Voor internetfax: • Met de toepassing [Nieuwe ontvangers] (zie Nieuwe ontvangers op pagina 85) •...
  • Pagina 86 4 Faxen 6. Controleer de status van de faxopdracht Druk op het bedieningspaneel op de toets <Opdrachtstatus> om het scherm Opdrachtstatus weer te geven. De faxopdracht in de wachtrij verschijnt. Als de opdracht niet op het scherm wordt weergegeven, kan het zijn dat deze al is verwerkt. Opdrachten die niet zijn verzonden, worden weergegeven op het scherm [Actieve opdrachten] en worden afgedrukt in het overzicht [Verzendingsoverzicht - Opdracht niet ontvangen].
  • Pagina 87 Faxbestemmingen aangeven Faxbestemmingen aangeven In dit deel wordt beschreven hoe u met de faxfunctie de bestemmingen kunt aangeven. Raadpleeg het volgende voor meer informatie: Nieuwe ontvangers – pagina 79 Adresboek – pagina 82 Voorblad – pagina 84 Zorg ervoor dat de faxfunctie is ingeschakeld. Druk op het bedieningspaneel op de toets <Alle functies>.
  • Pagina 88 De volgende methoden zijn beschikbaar voor doorsturen. Faxsignalen Het apparaat beschikt over een unieke methode voor Xerox-apparaten die beschikken over de toepassing Doorzenden. Alvorens een document wordt verstuurd, moet het externe apparaat dat uw document doorzendt, onder een snelkiescode op uw apparaat als doorzendstation worden geregistreerd.
  • Pagina 89 Faxbestemmingen aangeven Teken Functie Beschrijving Kiespauze (voor Voegt een pauze in het faxnummer in, bijvoorbeeld als u een pauze een belkaart gebruikt. Druk meerdere malen op de toets tijdens het <Kiespauze> om een langere pauze in te voeren. kiezen) Maskeren van Selecteer [/] vóór en na het invoeren van de vertrouwelijke informatie (ter informatie om deze als sterretjes (*) te laten verschijnen.
  • Pagina 90 4 Faxen • Pollen - Haalt een document op in een mailbox op een extern apparaat. Faxnummer van extern Mailboxnummer van Mailboxtoegangscode \##$ apparaat extern apparaat • Doorzenden - Stuurt een document naar een doorzendstation, vanwaar het document vervolgens naar meerdere bestemmingen wordt doorgestuurd. Faxnummer van !*$#\ Relay Send...
  • Pagina 91 Faxbestemmingen aangeven Kettingkiezen Er verschijnt een scherm waarin u ontvangers voor kettingkiezen kunt selecteren. Selecteer een ontvanger en kies [Toevoegen ] om de ontvanger aan het veld [Ontvanger(s)] toe te voegen. U kunt ook met de cijfertoetsen op het bedieningspaneel het nummer van een nieuwe ontvanger invoeren.
  • Pagina 92 4 Faxen Voorblad Met behulp van deze toepassing kunt u een voorblad aan het document toevoegen. Op een voorblad vindt u de volgende informatie: naam van bestemming en verzender, faxnummer, aantal pagina's, tijd en datum en opmerkingen. Selecteer [Voorblad] op het scherm [Faxen].
  • Pagina 93 Internetfaxbestemmingen aangeven Opmerking selecteren Hiermee kunt u een opmerking selecteren uit de lijst met al vastgelegde opmerkingen. Met de schuiftoetsen kunt u door de lijst bladeren. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor informatie over het vastleggen van opmerkingen. Internetfaxbestemmingen aangeven In dit deel wordt beschreven hoe u bestemmingen kunt aangeven bij gebruik van de internetfaxfunctie om gescande beelden als e-mailbijlagen te verzenden.
  • Pagina 94 BOX: de vaste string die de "mailbox" vertegenwoordigt 123: het mailboxnummer wcm128: de hostnaam van het externe apparaat waar de mailbox zich bevindt xerox.com: het domein waar het externe apparaat zich bevindt Doorzenden U kunt de doorzendtoepassing van het apparaat gebruiken om een document naar een extern apparaat te sturen, dat het document vervolgens doorstuurt naar meerdere bestemmingen die op het externe apparaat staan geregistreerd.
  • Pagina 95 Internetfaxbestemmingen aangeven Adresboek Met behulp van deze toepassing kunt u de bestemmingen selecteren die in het adresboek geregistreerd. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor informatie over het vastleggen van bestemmingen. Selecteer [Adresboek] in het scherm [Internetfax].
  • Pagina 96 4 Faxen OPMERKING: Het standaardonderwerp kan door de systeembeheerder worden ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor informatie over de instelling. Vervolgkeuzemenu voor toetsenbordindeling Met het vervolgkeuzemenu in de linkerbenedenhoek van het scherm kunt u een toetsenbordindeling selecteren.
  • Pagina 97 Serverfaxbestemmingen aangeven Nieuwe ontvangers Met behulp van deze toepassing kunt u een of meer faxbestemmingen invoeren via het toetsenbord op het scherm. Selecteer [Nieuwe ontvangers] op het scherm [Faxen]. Selecteer de toetsen op het scherm om de benodigde informatie in te voeren. Selecteer [Sluiten].
  • Pagina 98 4 Faxen Teken Functie Beschrijving Maskeren van Selecteer [\] vóór en na het invoeren van vertrouwelijke informatie (ter informatie. bescherming van vertrouwelijke informatie) Beginnummer Een beginnummer voor een directoryvermelding of een groepscode. Puls/toon- Schakelt pulskiezen om naar toonkiezen, bijvoorbeeld schakelaar wanneer een geautomatiseerd berichtenopnamesysteem wordt gebruikt, waarvoor toonsignalen nodig zijn.
  • Pagina 99 Algemene instellingen - Fax/internetfax/serverfax OPMERKING: Serverfax ondersteunt groepskiezen. Serverfax ondersteunt echter alleen groepsnummers die op de server van de serverfax zijn geregistreerd, geen groepsnummers die op het apparaat zijn geregistreerd. Toevoegen Voegt een geselecteerde faxontvanger aan het veld [Ontvanger(s)] toe. Ontvanger(s) Vermeldt de geselecteerde faxontvangers.
  • Pagina 100 4 Faxen 2-zijdig scannen Met behulp van deze toepassing kunt u aangeven of uw document 1- of 2-zijdig is en hoe het document moet worden geplaatst. Selecteer een vooringestelde toets voor de toepassing [2- zijdig scannen] op het scherm [Algemene instellingen]. 1-zijdig Scant één kant van het document.
  • Pagina 101 Algemene instellingen - Fax/internetfax/serverfax Resolutie Met behulp van deze toepassing kunt u de scanresolutie aanpassen van faxen die op het externe apparaat worden ontvangen. Een hogere resolutie levert een betere kwaliteit op. Een lagere resolutie neemt minder communicatietijd in beslag. OPMERKING: Wanneer het SMB- of FTP-protocol voor de serverfaxfunctie wordt gebruikt, zijn de beschikbare opties [Standaard] en [Fijn (200 dpi)].
  • Pagina 102 4 Faxen Opmaakaanpassing - Fax/internetfax/serverfax In dit deel worden de toepassingen beschreven waarmee u de opmaak van een fax- /internetfaxopdracht kunt aanpassen. Voor informatie over de beschikbare toepassingen kunt u de volgende informatie raadplegen: Origineelformaat – pagina 94 Boek faxen – pagina 95 Verkleinen/vergroten –...
  • Pagina 103 Opmaakaanpassing - Fax/internetfax/serverfax Boek faxen Met deze toepassing kunt u tegenover elkaar liggende pagina's van een ingebonden document op de glasplaat in de correcte paginavolgorde scannen. De tegenover elkaar liggende pagina's worden als twee aparte pagina's gescand. Selecteer [Boek faxen] op het scherm [Opmaakaanpassing].
  • Pagina 104 4 Faxen Geef met de pijltoetsen een percentage aan of selecteer een vooringestelde toets. Selecteer [Opslaan]. Proportioneel % • Tekstvak - Hiermee kunt u het gewenste verkleinings-/vergrotingspercentage met de schuiftoetsen bepalen. U kunt de waarde ook invoeren door het tekstvak aan te raken en de cijfertoetsen op het bedieningspaneel te gebruiken.
  • Pagina 105 Faxopties - Faxen Selecteer het tabblad [Faxopties]. Met de zijtabs kunt u tussen de schermen wisselen. Selecteer de gewenste toepassing. Bevestigingsopties Met behulp van deze toepassing wordt automatisch een overzicht afgedrukt na elke faxverzending, inclusief het verzendresultaat. Selecteer [Bevestigingsopties] in het scherm [Faxopties]. Selecteer de gewenste optie.
  • Pagina 106 4 Faxen Selecteer [Prior. verzenden/Start uitstellen] in het scherm [Faxopties]. Selecteer de gewenste opties. Selecteer [Opslaan]. Prioriteit verzenden • Uit - De toepassing wordt uitgeschakeld. • Aan - Verstuurt of polt de opdracht voordat de al opgeslagen documenten worden verwerkt. Start uitstellen •...
  • Pagina 107 Met deze toepassing kunt u het aantal kopieën aangeven dat door het externe apparaat wordt afgedrukt. Het aantal kopieën kan tussen 1 en 99 liggen. OPMERKING: Deze toepassing wordt alleen op Xerox-apparaten ondersteund. Selecteer [Ontvanger drukt sets af] in het scherm [Faxopties].
  • Pagina 108 4 Faxen X-op-1 Met behulp van deze toepassing kunt u meerdere pagina's van uw originele document scannen en de gescande pagina's automatisch samenvoegen voor faxverzendingen. De gescande gegevens worden afgedrukt op het papier dat speciaal is ingesteld voor de ontvangende fax. Afhankelijk van de apparaatconfiguratie bij de ontvanger, kunnen de gescande pagina's automatisch worden vergroot of verkleind, zodat ze passen op het papierformaat dat de fax afdrukt.
  • Pagina 109 Faxopties - Faxen F-code Met deze toepassing zijn faxtransmissies mogelijk met de F-codestandaard zoals gedefinieerd door de Communicatie- en informatienetwerkgenootschap van Japan. De F-codestandaard is gebaseerd op Aanbeveling T.30 zoals gedefinieerd door de ITU Telecommunication Standardization Sector (ITU-T) en maakt communicatie mogelijk met externe apparaten die dezelfde standaard ondersteunen, ongeacht de producenten.
  • Pagina 110 4 Faxen Selecteer [F-code] in het scherm [Faxopties]. Selecteer de gewenste optie. Selecteer [Opslaan]. De toepassing wordt uitgeschakeld. Stelt de F-codetransmissie in. [F-code] en [Toegangscode] worden aan de rechterkant van het scherm aangegeven. • F-code - U kunt een F-code bestaande uit spaties, cijfers (0 t/m 9) en symbolen (#, *) van maximaal 20 tekens invoeren.
  • Pagina 111 Meer faxopties - Faxen OPMERKING: De DTMF-methode (Dual Tone Multi-Frequency) en F-code-methode (ITU-T-subadres) kunnen ook worden gebruikt voor het pollen van een document vanaf een extern apparaat. Voor meer informatie, zie Speciale tekens op pagina 80 of F-code op pagina 101. Selecteer [Externe mailbox] in het scherm [Meer faxopties].
  • Pagina 112 4 Faxen Opslaan in: Privé-mailbox Het scherm [Mailbox] verschijnt, waarin de mailbox voor het opslaan van documenten wordt aangegeven. Scherm [Openbare mailbox] Toont de lijst met opslagen documenten voor pollen. U kunt documenten in de lijst ook verwijderen of afdrukken. OPMERKING: U kunt het scherm ook oproepen door op het bedieningspaneel op de toets <Opdrachtstatus>...
  • Pagina 113 Meer faxopties - Faxen Selecteer [Afdrukken/verwijderen]. Selecteer de gewenste optie. Documentnaam wijzigen Hiermee kunt u de documentnaam aanpassen. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer één document is geselecteerd op het scherm [Mailbox - Documentenlijst]. Verwijderen De geselecteerde documenten worden verwijderd. Afdrukken De geselecteerde documenten worden afgedrukt.
  • Pagina 114 4 Faxen Internetfaxopties - Internetfax In dit deel wordt beschreven hoe u de opties voor internetfaxverzendingen kunt selecteren. Voor informatie over de beschikbare toepassingen kunt u de volgende informatie raadplegen: Bevestigingsoverzicht – pagina 106 Internetfaxprofiel – pagina 107 X-op-1 – pagina 108 Codering –...
  • Pagina 115 Internetfaxopties - Internetfax Leesbevestigingen • Uit - De toepassing wordt uitgeschakeld. • Aan - Verzoekt om berichtgeving per e-mail na verzending van de fax. Met behulp van deze toepassing wordt automatisch een overzicht afgedrukt na elke faxverzending, inclusief het verzendresultaat. Internetfaxprofiel Met deze toepassing kunt u een profiel aangeven, waarmee de kenmerkinformatie, zoals beeldresolutie en papierformaat, voor transmissies tussen apparaten uitgerust...
  • Pagina 116 4 Faxen X-op-1 Met behulp van deze toepassing kunt u meerdere pagina's van uw originele document scannen en de gescande pagina's automatisch samenvoegen voor faxverzendingen. De gescande gegevens worden afgedrukt op het papier dat speciaal is ingesteld voor de ontvangende fax. Afhankelijk van de apparaatconfiguratie bij de ontvanger, kunnen de gescande pagina's automatisch worden vergroot of verkleind, zodat ze passen op het papierformaat dat de fax afdrukt.
  • Pagina 117 Internetfaxopties - Internetfax Selecteer [Digitale handtekening] in het scherm [Internetfaxopties]. Selecteer de gewenste optie. Selecteer [Opslaan]. Er wordt geen digitale handtekening aan e-mail toegevoegd. Er wordt een digitale handtekening aan e-mail toegevoegd. Startsnelheid Met behulp van deze toepassing kunt u de communicatiemode voor internetfaxverzendingen selecteren.
  • Pagina 118 4 Faxen Faxopties - Serverfax In dit deel wordt beschreven hoe u de opties voor serverfaxverzendingen kunt aangeven. Voor informatie over de beschikbare toepassingen kunt u de volgende informatie raadplegen: Start uitstellen – pagina 110 Zorg ervoor dat de serverfaxfunctie is ingeschakeld. Druk op het bedieningspaneel op de toets <Alle functies>.
  • Pagina 119 5 Scannen/e-mail In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de scanfuncties worden gebruikt. Voor meer informatie over de specifieke scantypes kunt u de volgende informatie raadplegen: Voor het scannen en e-mailen van documenten - E-mail pagina 116 Nadat een document is gescand, worden de scangegevens automatisch als een e-mailbijlage naar de aangegeven bestemmingen gestuurd.
  • Pagina 120 5 Scannen/e-mail 1. Plaats de documenten In de onderstaande stappen wordt het plaatsen van documenten in de AOD of op de glasplaat beschreven. De maximale capaciteit van de AOD staat hieronder: Origineelsoort (gewicht) Capaciteit Licht (38-49 g/m²) 75 vellen Gewoon (50-80 g/m²) 75 vellen Zwaar (81-128 g/m²) 50 vellen...
  • Pagina 121 Scanprocedure Druk op de toets <Alle functies> op het bedieningspaneel. Toets <Alle functies> Toets <Alles wissen> Selecteer een scanfunctie op het aanraakscherm. OPMERKING: Als de toepassing Verificatie en accountadministratie is ingeschakeld, kan het zijn dat u een gebruikers-ID en een toegangscode (indien deze is ingesteld) moet invoeren.
  • Pagina 122 5 Scannen/e-mail 4. Controleer de status van de scanopdracht Druk op het bedieningspaneel op de toets <Opdrachtstatus> om het scherm Opdrachtstatus weer te geven. De scanopdracht in de wachtrij wordt getoond. Als de opdracht niet wordt weergegeven, kan het zijn dat deze al is verwerkt. Raadpleeg het hoofdstuk Job Status (opdrachtstatus) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie.
  • Pagina 123 Scanprocedure In de lijst met documenten selecteert u het selectievakje van het document dat moet worden geïmporteerd en klikt u op de toets [Ophalen]. OPMERKING: U kunt één document tegelijk importeren. Klik in de weergegeven pagina op [Deze koppeling opslaan] en geef aan in welke directory het document moet worden opgeslagen.
  • Pagina 124 5 Scannen/e-mail E-mail In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe documenten worden gescand, zodat ze als e- mailbijlagen kunnen worden verstuurd. U kunt bestemmingsadressen aangeven door met het toetsenbord op het scherm de adressen in te voeren of door ze in een adresboek te selecteren.
  • Pagina 125 E-mail Adresboek Met deze toepassing kunt u bestemmingen uit adresboeken kiezen. Het lokale adresboek staat lokaal op het apparaat. In dit adresboek worden openbare adressen opgeslagen. Het externe adresboek staat extern op een directoryserver. OPMERKING: De weergegeven adresboeken bevatten alleen e-mailadressen voor de scantoepassing.
  • Pagina 126 5 Scannen/e-mail Zoeken in openbaar/Zoeken in netwerk Hiermee kunt u een ontvanger opzoeken en selecteren door een gedeelte van de naam of de hele naam in te voeren. Als u in het lokale adresboek wilt zoeken, kiest u [Zoeken in openbaar]. Als u in het externe adresboek wilt zoeken, kiest u [Zoeken in netwerk]. Selecteer [Zoeken in openbaar] of [Zoeken in netwerk] in het vervolgkeuzemenu.
  • Pagina 127 E-mail Met behulp van deze toepassing kunt u uw e-mailadres (het adres van de verzender) bekijken of wijzigen. Wanneer de verificatietoepassing niet wordt gebruikt, staat in het veld [Van] de naam van het apparaat (indien ingesteld) of het e-mailadres van het apparaat. Wanneer de verificatietoepassing wel wordt gebruikt, staat in het veld [Van] het e- mailadres dat voor de aangemelde gebruiker is geregistreerd.
  • Pagina 128 5 Scannen/e-mail Bericht Met behulp van deze toepassing kunt u een e-mailbericht invoeren. Selecteer [Bericht] in het scherm [E-mail]. Voer met behulp van het schermtoetsenbord een bericht Selecteer [Opslaan]. Scannen naar mailbox In dit deel wordt beschreven hoe u een mailbox op het apparaat selecteert voor het opslaan van gescande documenten.
  • Pagina 129 Netwerkscannen De naam van een sjabloon die op het apparaat is gemaakt, begint met @. Een sjabloon die met CentreWare Internet Services of de serverapplicatie Netwerkscannen wordt gemaakt, heeft de naam die u hiervoor heeft aangegeven. Druk op het bedieningspaneel op de toets <Alle functies>.
  • Pagina 130 [SMB] in de toepassing [Overdrachtprotocol] is geselecteerd: • gebruikers_naam@domein_naam (bijv. fuji@xerox.com), waarbij gebruikers_naam maximaal 32 tekens kan bevatten en domein_naam maximaal 64 tekens. • domein_naam\gebruikers_naam (bijv. fuji@xerox.com), waarbij gebruikers_naam maximaal 32 tekens kan bevatten en domein_naam maximaal 64 tekens. • lokale_gebruikers_naam (bijv. Fuji-Xerox) (maximaal 32 tekens)
  • Pagina 131 Scannen naar pc Toegangscode Hiermee kunt u de toegangscode opgeven (indien vereist door de bestemmingsserver). Selecteer een server in het adresboek om de vooringestelde toegangscode weer te geven of selecteer [Toegangscode] en voer met het schermtoetsenbord een toegangscode in. Laat het veld Toegangscode leeg als u geen toegangscode wilt toekennen.
  • Pagina 132 Gaat een niveau omlaag in de hiërarchie naar de geselecteerde locatie. Algemene instellingen In dit deel worden de algemene toepassingen voor scannen beschreven. Raadpleeg het volgende voor meer informatie: Kleurenscannen (WorkCentre 5225A/5230A) pagina 125 Lichter/donkerder (WorkCentre 5222/5225/5230) pagina 125 2-zijdig scannen pagina 126 Origineelsoort pagina 126 Voorinstellingen scannen pagina 127...
  • Pagina 133 Scant in zwart/wit, ongeacht de kleurinhoud van het originele document. Grijsschaal Scant in grijsschaal, ongeacht de kleurinhoud van het originele document. Lichter/donkerder (WorkCentre 5222/5225/5230) Met behulp van deze toepassing kunt u de helderheid van gescande beelden aanpassen. OPMERKING: De toepassing Lichter/donkerder voor de WorkCentre 5225A/5230 is...
  • Pagina 134 5 Scannen/e-mail Pas de helderheid met behulp van de schuiftoetsen aan. 2-zijdig scannen Met behulp van deze toepassing kunt u aangeven of uw document 1- of 2-zijdig is en hoe het document moet worden geplaatst. Selecteer een vooringestelde toets voor de toepassing [2- zijdig scannen] op het scherm [Algemene instellingen].
  • Pagina 135 Algemene instellingen Tekst Selecteer deze optie voor documenten die alleen tekst bevatten. Foto Selecteer deze optie voor documenten die alleen foto's bevatten. Voorinstellingen scannen Met deze toepassing kunt u een scankwaliteit voor de beeldgegevens selecteren. Selecteer een toets onder [Voorinstell. scannen] in het scherm [Algemene instellingen].
  • Pagina 136 Raadpleeg het volgende voor meer informatie: Foto's (WorkCentre 5225A/5230A) pagina 128 Beeldopties pagina 129 Achtergrondonderdrukking (WorkCentre 5222/5225/5230) pagina 129 Beeldverbetering (WorkCentre 5225A/5230A) pagina 129 Schaduwonderdrukking (WorkCentre 5225A/5230A) pagina 130 Kleursysteem (WorkCentre 5225A/5230A) pagina 130 Druk op de toets <Alle functies>...
  • Pagina 137 Met deze toepassing kunnen achtergrondkleuren bij scannen worden onderdrukt en kan het contrastniveau worden aangepast. OPMERKING: Voor de toepassing Achtergrondonderdrukking voor de WorkCentre 5222/5225/5230, raadpleeg Achtergrondonderdrukking (WorkCentre 5222/5225/ 5230) op pagina 129. OPMERKING: [Contrast] wordt weergegeven als u [Grijsschaal] of [Kleur] selecteert...
  • Pagina 138 [Origineelsoort]. Contrast Geeft het contrastniveau voor gescande beelden aan. Schaduwonderdrukking (WorkCentre 5225A/5230A) Met deze toepassing kunnen doorschijnende beelden bij scannen worden onderdrukt. OPMERKING: Deze toepassing wordt niet ondersteund op de WorkCentre 5222/ 5225/5230. Selecteer [Schaduwonderdrukking] in het scherm [Geavanceerde instellingen].
  • Pagina 139 Opmaakaanpassing OPMERKING: De toets [Kleursysteem] is niet beschikbaar als [PDF/A] is geselecteerd bij [Bestandsindeling]. OPMERKING: Om de toepassing Doorzoekbare tekst te kunnen gebruiken bij [Bestandsindeling], moet [sRGB] zijn geselecteerd. Selecteer [Kleursysteem] in het scherm [Geavanceerde instellingen]. Selecteer [sRGB] of [Apparaatkleursysteem]. Selecteer [Opslaan].
  • Pagina 140 5 Scannen/e-mail Resolutie Met behulp van deze toepassing kunt u de resolutie voor het scannen van het document selecteren. Hoe hoger de geselecteerde resolutie, hoe groter het bestand van het opgeslagen beeld. Ook zal iedere scanopdracht langer in beslag nemen. Selecteer [Resolutie] in het scherm [Opmaakaanpassing].
  • Pagina 141 Opmaakaanpassing Eerst boven dan onder Scant pagina's van een open boek van boven naar onder. • Beide pagina's - Scant zowel de boven- als de onderpagina's. • Alleen bovenpagina - Scant alleen de bovenpagina's. • Alleen onderpagina - Scant alleen de onderpagina's. Bindrug wissen Wist het middengedeelte van het boek, dat vaak donker wordt afgedrukt vanwege de vouw in de pagina's.
  • Pagina 142 5 Scannen/e-mail Randen wissen Met deze toepassing kunt u ongewenste markeringen, zoals scanschaduwen en perforatiegaten, op elke rand van de gescande beelden verwijderen. Selecteer [Randen wissen] op het scherm [Opmaakaanpassing]. Selecteer de gewenste opties. Selecteer [Opslaan]. Alle randen Er wordt eenzelfde hoeveelheid van alle vier de randen in uw document gewist. De hoeveelheid gewiste rand wordt door de systeembeheerder bepaald en kan op dit scherm niet worden gewijzigd.
  • Pagina 143 E-mailopties/Opslagopties • Voorinstellingen - Hiermee kunt u een vergrotings-/verkleiningspercentage uit zeven vooringestelde percentages kiezen. De voorinstellingen worden door de systeembeheerder ingesteld. Afdrukformaat invoeren Hiermee kunt u een afdrukformaat uit een lijst met standaardpapierformaten selecteren. Origineelrichting Met deze toepassing kunt u de richting van uw document aangeven. Selecteer [Origineelrichting] op het scherm [Opmaakaanpassing].
  • Pagina 144 Selecteer de gewenste toepassing. Kwaliteit/bestandsgrootte (WorkCentre 5225A/5230A) Met deze toepassing kunt u een compressiewaarde opgegeven voor gescande beelden in kleur/grijsschaal. OPMERKING: Deze toepassing wordt niet ondersteund op de WorkCentre 5222/ 5225/5230. OPMERKING: Deze toepassing is niet beschikbaar als [Kleurenscannen] is ingesteld op [Zwart/wit].
  • Pagina 145 E-mailopties/Opslagopties TIFF/JPEG automatisch selecteren WorkCentre 5222/5225/5230 (WorkCentre 5225A/5230A) Hiermee worden gescande gegevens automatisch in TIFF- of JPEG-indeling opgeslagen. Beelden in full-color of grijsschaal worden in JPEG-indeling opgeslagen en zwart/ wit-beelden worden in TIFF-indeling opgeslagen. PDF (meerdere pag. per bestand) Meerdere pagina's worden als één bestand in PDF-indeling opgeslagen.
  • Pagina 146 5 Scannen/e-mail PDF-beveiliging Geeft het scherm [Bestandsindeling - PDF-beveiliging] weer, waar u beveiliging kunt instellen, zodat onbevoegde toegang tot uw PDF-bestand wordt voorkomen. Selecteer [Toegangscode] om de beveiliging in te stellen. • Coderingsalgoritme - Stelt een 128-bits RC4 (Acrobat 5.0 of hoger) of 128-bits AES (Acrobat 7.0 of hoger) algoritme voor bestandscodering in.
  • Pagina 147 RFC2046 wordt ondersteund, zoals Outlook Express. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor informatie over de instelling [Maximumgrootte e-mailbericht]. WorkCentre 5222/5225/5230 OPMERKING: Deze toepassing verschijnt wanneer de functie [E-mail] in het scherm Alle functies wordt geselecteerd.
  • Pagina 148 5 Scannen/e-mail Selecteer [Gesplitst verzenden] in het scherm [E-mailopties]. Selecteer de gewenste optie. Selecteer [Opslaan]. De toepassing wordt uitgeschakeld. Splitsen op pagina Splitst gescande gegevens op gegevensomvang als de e-mail groter is dan de opgegeven waarde in [Maximumgrootte e-mailbericht] in de mode Systeembeheer. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor informatie over de instelling [Maximumgrootte e-mailbericht].
  • Pagina 149 E-mailopties/Opslagopties Nieuwe naam nieuw bestand Voegt een nummer van 4 cijfers (0001-9999) toe aan het einde van de bestaande bestandsnaam en slaat het bestand in dezelfde directory op. Bestaand bestand overschrijven Verwijdert het bestand met de bestaande bestandsnaam en slaat het nieuwe bestand met de opgegeven bestandsnaam in dezelfde directory op.
  • Pagina 150 5 Scannen/e-mail Selecteer [Codering] in het scherm [E-mailopties]. Selecteer een optie. Selecteer [Opslaan]. E-mail wordt niet gecodeerd. E-mail wordt gecodeerd. Digitale handtekening Met behulp van deze toepassing kunt u een digitale handtekening aan e-mail toevoegen. Voor het gebruik van deze toepassing moet het e-mailadres van het apparaat aan een relevant certificaat worden gekoppeld.
  • Pagina 151 E-mailopties/Opslagopties Toegangscode Met deze toepassing kunt u de toegangscode bij de aanmeldnaam instellen, wanneer voor een server waar gescande documenten naartoe worden gestuurd, een toegangscode nodig is. OPMERKING: Deze toepassing verschijnt alleen wanneer [Netwerkscannen] in het scherm Alle functies wordt geselecteerd. Selecteer [Toegangscode] in het scherm [Opslagopties].
  • Pagina 152 5 Scannen/e-mail...
  • Pagina 153 6 Verzenden vanuit mailbox In dit hoofdstuk worden de methoden voor het controleren, afdrukken en verwijderen van documenten in een mailbox beschreven. U kunt de volgende documenttypes (gemarkeerd met bijpassende pictogrammen in de documentenlijst) in een mailbox opslaan. Bij sommige modellen wordt deze functie niet ondersteund. Voor sommige modellen is een optioneel pakket nodig om deze functie te kunnen gebruiken.
  • Pagina 154 6 Verzenden vanuit mailbox Selecteer de mailbox die moet worden geopend. Nu verschijnen de documenten die in de mailbox zijn opgeslagen. Bijwerken Hiermee wordt de lijst van documenten in de mailbox bijgewerkt. Naam/Datum en tijd Sorteer de documenten op naam of de datum waarop ze werden opgeslagen. Door dezelfde optie nogmaals te selecteren, wordt de sorteringsvolgorde gewijzigd.
  • Pagina 155 Verzenden vanuit mailbox Afdrukinstellingen Het scherm [Mailbox - Afdrukinstellingen] verschijnt. Voor meer informatie, raadpleeg [Mailbox - Afdrukinstellingen] op pagina 147. Verwijderen De geselecteerde documenten worden verwijderd. Afdrukken De geselecteerde documenten worden afgedrukt. [Mailbox - Afdrukinstellingen] Met behulp van deze toepassing kunt u de diverse afdrukinstellingen voor documenten wijzigen.
  • Pagina 156 6 Verzenden vanuit mailbox Instellingen opdrachtstroom Met behulp van deze toepassing kunt u een koppeling aan een opdrachtstroomschema instellen en wijzigen, en deze koppeling vrijgeven. Ook kunt u de gekoppelde opdrachtstroom vanaf dit scherm uitvoeren. Met een opdrachtstroomschema kunt u de documenten in mailboxen verwerken. U kunt vooraf een mailbox aan een opdrachtstroomschema koppelen om het opdrachtstroomschema automatisch uit te voeren wanneer een nieuw document in de mailbox wordt opgeslagen, of u kunt een opdrachtstroomschema met de hand starten...
  • Pagina 157 Verzenden vanuit mailbox Selecteer [Opdrachtstroom- instellingen] op het scherm [Documentenlijst]. OPMERKING: Om een document aan een opdrachtstroomschema te koppelen, moet u het betreffende document op het scherm selecteren. Selecteer de gewenste opties. Selecteer [Sluiten]. Auto-start Hiermee wordt het gekoppelde opdrachtstroomschema automatisch uitgevoerd wanneer een nieuw document in de mailbox wordt opgeslagen.
  • Pagina 158 6 Verzenden vanuit mailbox Naam/Bijgew. Hiermee worden de opdrachtstroomschema's op naam of laatste wijzigingsdatum gesorteerd. Door dezelfde optie nogmaals te selecteren, wordt de sorteringsvolgorde gewijzigd. Dit wordt aangegeven met een naar boven (oplopende volgorde) wijzende pijl rechts van [Naam] in de bovenstaande illustratie. Schemafiltering Het scherm [Schemafiltering] verschijnt.
  • Pagina 159 Verzenden vanuit mailbox Gegevens Deze optie kan worden geselecteerd, zodra u een opdrachtstroomschema selecteert. Hiermee kunt u de processen bekijken en/of wijzigen die in het geselecteerde opdrachtstroomschema zijn vastgelegd. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration Guide (alleen Engels) voor meer informatie. Instellingen wijzigen Hiermee kunt u de instellingen van het geselecteerde opdrachtstroomschema tijdelijk wijzigen.
  • Pagina 160 6 Verzenden vanuit mailbox Doel Hiermee kunt u opdrachtstroomschema's op doel filteren. • Mailbox - Toont alleen opdrachtstroomschema's waarvan de verwerking begint met het verzenden of afdrukken van een document dat is opgeslagen in een mailbox. • Scanopdrachten - Toont alleen opdrachtstroomschema's waarvan de verwerking begint met het scannen van een document.
  • Pagina 161 7 Opdrachtstroomschema's Dit hoofdstuk beschrijft de functie Opdrachtstroomschema's en de toepassingen die op het scherm [Opdrachtstroomschema's] beschikbaar zijn. Een opdrachtstroomschema kan een serie geprogrammeerde activiteiten uitvoeren. Als u gescande documenten met behulp van een op een netwerkcomputer gemaakt opdrachtstroomschema wilt verwerken, met behulp van een editor-programma voor opdrachtstroomschema's, gebruikt u de functie [Opdrachtstroomschema's] in het scherm Alle functies.
  • Pagina 162 7 Opdrachtstroomschema's OPMERKING: Alleen de opdrachtstroomschema's die door u mogen worden uitgevoerd, verschijnen op het scherm. OPMERKING: De opdrachtstroomschema's kunnen op naam of datum (van laatste update) worden gesorteerd door [Naam] of [Bijgew.] te selecteren. Als u [Naam] of [Bijgew.] nogmaals selecteert, wisselt de lijst tussen oplopende en aflopende volgorde.
  • Pagina 163 Opdrachtstroomschema's Selecteer een opdrachtstroomschema in het scherm [Opdrachtstroomschema's]. Selecteer de toets [Gegevens]. De gegevens van het opdrachtstroomschema worden weergegeven. Naam De naam van het opdrachtstroomschema wordt weergegeven. Laatst bijgewerkt Geeft de datum weer waarop het opdrachtstroomschema het laatst is bijgewerkt. Doel Geeft aan of de verwerking begint met het scannen van een document of het openen van een externe applicatie.
  • Pagina 164 7 Opdrachtstroomschema's Selecteer een groep die u wilt wijzigen. OPMERKING: Groepen die met een pijl worden aangegeven, zijn nog niet geconfigureerd. OPMERKING: Met de schuiftoetsen kunt u door de lijst bladeren. Stel de gewenste opties in. OPMERKING: Opties die met een pijl worden aangegeven, zijn nog niet geconfigureerd.
  • Pagina 165 8 Opgeslagen programmering Dit hoofdstuk beschrijft het gebruik van de functie Opgeslagen programmering, zodat meerdere activiteiten in een eenvoudige procedure kunnen worden gecombineerd. Met de functie Opgeslagen programmering kunt u het volgende doen: • Veelgebruikte instellingen als programma opslaan en met één druk op de knop weer oproepen.
  • Pagina 166 8 Opgeslagen programmering Selecteer het nummer van het programma dat u wilt oproepen. OPMERKING: Met de schuiftoetsen kunt u tussen de schermen wisselen. Wanneer het programma is opgeroepen, kunt u zo nodig andere toepassingen selecteren.
  • Pagina 167 9 CentreWare Internet Services Dit hoofdstuk bevat een korte overzicht van het programma CentreWare Internet Services. CentreWare Internet Services gebruikt de interne HTTP-server van het apparaat. Dit maakt communicatie met het apparaat via een webbrowser met toegang tot internet of een intranet mogelijk. Als u het IP-adres van het apparaat als URL (Universal Resource Locator) in de browser invoert, is directe toegang tot het apparaat beschikbaar.
  • Pagina 168 9 CentreWare Internet Services De homepage van CentreWare Internet Services verschijnt. OPMERKING: Als de accountadministratietoepassing is ingeschakeld, kan het zijn dat u een gebruikers-ID en een toegangscode (indien deze is ingesteld) moet invoeren. Als u hulp nodig heeft, neemt u contact op met de systeembeheerder. Gebruikersinterface De homepage van CentreWare Internet Services bevat vier deelvensters.
  • Pagina 169 Functies Functies De functies die door CentreWare Internet Services worden geleverd, zijn onderverdeeld in de volgende categorieën. De categorie kan worden geselecteerd op de tabbalk in het kopregeldeelvenster. Raadpleeg het hoofdstuk over CentreWare Internet Services in de System Administration Guide (alleen Engels) voor informatie over de toepassingen op elk tabblad.
  • Pagina 170 9 CentreWare Internet Services...
  • Pagina 171 10 Woordenlijst Dit hoofdstuk bevat een lijst met de termen die in de Handleiding voor de gebruiker en de System Administration Guide (alleen Engels) worden gebruikt. De definitie voor elke term geeft de betekenis ervan weer, zoals deze in de handleidingen wordt gebruikt. Gedefinieerde termen Gebruik de volgende definities om meer te weten te komen over wat de termen in deze handleiding betekenen.
  • Pagina 172 10 Woordenlijst Achtergrondonderdrukking Deze toepassing voorkomt de reproductie van ongewenste achtergrondvariaties die het gevolg zijn van originelen met een gekleurde achtergrond of die zijn afgedrukt op erg dun papier waarbij ook de achterkant te zien is. Activiteitenoverzicht Een overzicht dat informatie bevat over verzonden en ontvangen faxopdrachten.
  • Pagina 173 Gedefinieerde termen Een afkorting van "bits per seconde". Hiermee wordt aangegeven hoe snel een modem gegevens kan versturen of ontvangen. Clientserver Een netwerkomgeving waarin de knooppunten communiceren met een bestandsserver en niet rechtstreeks met andere knooppunten. Codering Het proces waarbij gegevens ter beveiliging in een onleesbaar formaat worden omgezet.
  • Pagina 174 10 Woordenlijst F-codecommunicatie Communicatieprocedures die zijn goedgekeurd door het Communications and Information network Association of Japan (CIAJ) voor het gebruik van T.30* gestandaardiseerd door ITU-T. Tussen apparaten met de toepassing F-code kunnen verschillende toepassingen die gebruikmaken van de F-code worden gebruikt. (*ITU-T aanbeveling) Foto Een beeld, met name een positieve afdruk, dat door een camera is vastgelegd en op een lichtgevoelig oppervlak wordt...
  • Pagina 175 Gedefinieerde termen IEEE Een afkorting van Institute of Electrical and Electronics Engineers. Dit is een organisatie van professionals in engineering en elektronica die bekend staat voor het ontwikkelen van de IEEE 802-normen voor de fysieke en dataverbindingslagen van LAN-netwerken (Local Area Networks), als opvolging van het ISO-model Open Systems Interconnection (OSI).
  • Pagina 176 10 Woordenlijst Kiestoon Er klinkt een toon uit de telefoonlijn wanneer een extern apparaat een oproep ontvangt. U weet dan dat u met het apparaat bent verbonden. Kiestype Het kiestype van de verbonden lijn. Het apparaat biedt de opties Toon en 10 pps. Kiezen Een telefoonnummer/faxnummer gebruiken voor het versturen van een document.
  • Pagina 177 Gedefinieerde termen Een afkorting van Line Printer Daemon. Dit is een afdrukbeheerprogramma dat op een host wordt uitgevoerd. Mailbox Een opslaggebied in het geheugen van het apparaat waar fax- en scandocumenten worden opgeslagen. MIME Een afkorting van Multipurpose Internet Mail Extension. Deze methode wordt gebruikt om het via e-mail ontvangen type van gegevens vast te stellen.
  • Pagina 178 10 Woordenlijst Papier Het materiaal waarop kopieën en afdrukken worden gemaakt. Synoniem met papier of media. Papierstoring Vastgelopen of verkeerd ingevoerd papier in het apparaat tijdens het afdrukken. Een afkorting van Printer Control Language, gebruikt door Hewlett-Packard. Dit is een set opdrachten die de printer vertelt hoe een document moet worden afgedrukt.
  • Pagina 179 Gedefinieerde termen Profiel Een protocol voor het regelen van beeldresolutie, papierformaat en andere kenmerken bij het verzenden of ontvangen van faxen via internetfax. Welke profielen kunnen worden gebruikt, hangt af van de internetfax van de externe terminal. Ga na welk profieltype de externe internetfax- terminal kan gebruiken, alvorens een profiel aan te geven.
  • Pagina 180 10 Woordenlijst Slaapstand Een toestand waarbij het stroomverbruik wordt verlaagd wanneer het apparaat geen handelingen uitvoert. Een afkorting van Server Message Block. Een protocol dat wordt gebruikt om bestanden of printers op een Windows- besturingssysteem te delen. SMTP Simple Mail Transfer Protocol: Een communicatieprotocol (een afspraak over de manier waarop gegevens worden verzonden) dat vaak wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van e-mail.
  • Pagina 181 Gedefinieerde termen TIFF Een afkorting van Tagged Image File Format. Een standaard bestandsindeling die vaak voor scannen wordt gebruikt. Beelden die op het apparaat worden gescand, worden vastgelegd in TIFF 6.0-bestandsindeling. Toetsenbord De toetsen op het bedieningspaneel of de toetsen in een pop- uptoetsenbord op het aanraakscherm.
  • Pagina 182 10 Woordenlijst...
  • Pagina 183 Index 11 Index Numeriek apparaat alvorens te gebruiken ........1 100Base-TX-connector ........29 bedieningspaneel ........30 10Base-T-connector ...........29 elektrische voeding ........5 2-zijdig ..........47 onderdelen, productoverzicht ...... 26 2-zijdig kopiëren ..........47 onderhoud ............. 6 2-zijdig scannen serienummer ..........1 e-mail ............126 toegankelijke gebieden voor gebruikers ..
  • Pagina 184 Index beperkingen en waarschuwingen ......4 e-mail ............142 beperkingen voor opdrachtstroomschema's ..152 digitale handtekening Bericht internetfax ..........108 e-mail ............120 documenten internetfax .............88 externe apparaten, verzenden naar .... 80 bestandsindeling faxen ............74 e-mail ............136 kopiëren ............39 netwerkscannen .........136 meerdere documenten op één vel ..
  • Pagina 185 Index 2-zijdige documenten ........92 keuzefuncties ..........33 aansluiting extern apparaat voorafgaand Kopiëren ............32 aan verzending, controleren .......105 Netwerkscannen .......... 32 adresboek gebruiken ......82 netwerkscannen .........111 adressen ............79 Opdrachtstroomschema's ......33 basistoepassingen ........91 opgeslagen programmering ......33 bestemmingen aangeven ...... 76 Scannen naar mailbox .........
  • Pagina 186 Index Helderheid, draaiknop .........30 afdrukopmaak ..........57 hergebruikt papier, productoverzicht ....38 aflevering sorteren ........48 hoorn op de haak (Handm. verz./ontvangen) basistoepassingen ........43 - faxen ..............105 beeld roteren ..........56 beeld vergroten over meerdere vellen ..63 beelden omkeren ......... 56 beelden verschuiven ........
  • Pagina 187 Index modes Alle functies ..........36 Lade 1, 2 .............26 Apparaatstatus ..........37 lade 3 en 4 Opdrachtstatus ..........37 grote tandemlade .........28 productoverzicht .......... 36 Lade 3, 4 Toepassingen ..........37 Module met twee laden ........26 Module met twee laden (lade 3 en 4) ....26 Lade 5 ............
  • Pagina 188 Index Opmaakaanpassing productoverzicht ..........25 faxen .............94 aan-/uitzetten ..........34 internetfax .............94 apparaatfuncties .......... 31 Kopiëren ............52 energiespaarstanden ........35 serverfax ............94 kringlooppapier ..........38 opmaakaanpassing modes ............36 e-mail ............131 onderdelen van het apparaat ....... 26 netwerkscannen .........131 Opdracht onderbreken ......... 37 scannen naar mailbox ........131 systeembedieningstoetsen ......
  • Pagina 189 Index FTP/SMB-overdrachtprotocol, selecteren ..123 startsnelheid gescande gegevens opslaan ......114 faxen ............97 handmatige formaatinvoer ......133 internetfax ..........109 in delen verzenden ........139 startsnelheid - internetfax ......... 109 kwaliteit van origineel selecteren ....126 systeembedieningstoetsen, productoverzicht ..30 opdracht starten .........113 opdracht stoppen ........115 opdrachtstatus ..........114 taal op het aanraakscherm ........
  • Pagina 190 ........134 waarschuwingsmerktekens ........5 scannen naar pc .........134 Watermerk - kopiëren ........66 serverfax ............95 website van Xerox ..........1 vertrouwelijke internetfax-documenten .....145 website, Xerox ............. 1 verzenden naar meerdere ontvangers welcome centre, Xerox ........1 tegelijk ...............116 verzenden vanuit mailbox ......

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Workcentre 5225Workcentre 5230