Scannen
5. Volg zo nodig de instructies in de applicatie tot u de gelegenheid krijgt om een scandriver of
scanner te kiezen.
6. Selecteer zo nodig de Xerox TWAIN-driver in de lijst met beschikbare drivers.
7. Selecteer zo nodig het gewenste apparaat in de lijst met beschikbare scanners.
8. Selecteer de gewenste optie voor Scanformaat.
Auto: hiermee detecteert de scanner automatisch het beeldformaat.
•
•
Gemengde origineelformaten: hiermee worden scansets geprogrammeerd met
bronpagina's van verschillende formaten.
•
Er wordt een lijst weergegeven van standaardpapierformaten die op de scanner gebruikt
kunnen worden.
9. Selecteer de gewenste optie voor Type opdracht.
•
1-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen aan één zijde zijn bedrukt.
•
2-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn. Met deze optie moet u voor het
scannen van uw originelen gebruikmaken van de AOD.
•
2-zijdig, zijde 2 roteren: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn en worden
geopend als een kalender. Met deze optie moet u voor het scannen van uw originelen
gebruikmaken van de AOD.
10. Selecteer de gewenste optie voor Resolutie.
•
72 dpi: produceert het kleinste bestand en wordt aanbevolen voor bestanden die alleen op
een computer worden weergegeven.
•
100 dpi: levert lage afdrukkwaliteit en wordt aanbevolen voor tekstdocumenten van lage
kwaliteit. Deze instelling kan het beste worden gebruikt voor bestanden die op een
computer worden weergegeven in plaats van bestanden die worden afgedrukt.
•
150 dpi: levert tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en afbeeldingen van lage kwaliteit.
Deze resolutie wordt aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen van gemiddelde
kwaliteit.
•
300 dpi : levert hoge afdrukkwaliteit. Deze instelling wordt aanbevolen voor hoogwaardige
tekstdocumenten die moeten worden verwerkt in een OCR-toepassing (Optical Character
Recognition - Optische tekenherkenning). Deze instelling wordt ook aanbevolen voor
lijntekeningen van hoge kwaliteit en foto's en grafische afbeeldingen van gemiddelde
kwaliteit. Dit is in de meeste gevallen de beste standaardresolutie.
•
400 dpi: levert gemiddelde afdrukkwaliteit voor foto's en afbeeldingen en wordt
aanbevolen voor foto's en grafische afbeeldingen.
•
600 dpi: levert de grootste beeldbestanden, maar ook de hoogste beeldkwaliteit. Deze
instelling wordt aanbevolen voor foto's en grafische afbeeldingen van hoge kwaliteit.
11. Selecteer de gewenste optie voor Beeldkleur.
•
Auto-herkenning: hiermee selecteert het apparaat de beste kleurinstelling.
•
Kleur: hiermee worden kleurenafdrukken gemaakt.
•
Grijswaarden: hiermee worden afdrukken met diverse grijstinten gemaakt.
•
Zwart/wit: hiermee worden zwart/wit-afdrukken gemaakt, ook al zijn de originelen in kleur.
12. Klik op de toets Scannen om uw instellingen op te slaan en het beeld te scannen.
13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
14. Open de map met de Xerox TWAIN-driver (of een andere bestemmingsmap die u hebt
geselecteerd) en haal het gescande document op.
Meer informatie
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
312
®
WorkCentre
5945/5955
Handleiding voor de gebruiker