Download Print deze pagina

Xerox WorkCentre 5945 Handleiding Voor De Gebruiker pagina 340

Verberg thumbnails Zie ook voor WorkCentre 5945:

Advertenties

Afdrukken
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de
systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd.
Met de optie Katernopmaak kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten
verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze
dubbel worden gevouwen.
Als het apparaat is uitgerust met een afwerkeenheid, kunt u met de functie Katernafwerking
katernen automatisch laten vouwen en nieten.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox PCL-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de
printerdriver wordt geopend.
6. Selecteer Katern maken... in het menu Afwerking.
7. Schakel het keuzerondje Katernopmaak in.
8. Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven.
Selecteer de gewenste optie voor Papierformaat katern.
-
Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee wordt de katern gemaakt met het
papierformaat dat in uw brondocument is geselecteerd.
-
Handmatig: hiermee activeert u een keuzemenu, waar u het gewenste papierformaat
kunt selecteren.
Selecteer Standaard in het menu Kantlijnen katern om een kantlijn tussen elk beeld op
de katern te creëren.
Selecteer zo nodig de toets Geen om alle door u ingevoerde instellingen te annuleren.
Klik op de toets OK.
9. Schakel zo nodig het selectievakje Paginakaders in om een kader rond elk beeld te laten
afdrukken.
10. Klik op de toets OK.
11. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
12. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u
afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
13. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
15. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de
systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw
opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u
een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst
en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven.
338
®
WorkCentre
5945/5955
Handleiding voor de gebruiker

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Workcentre 5955