Faxen
10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Kiestekens gebruiken in een faxnummer (interne fax)
Een fax verzenden met gebruik van het adresboek (interne fax)
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Een nummer in het adresboek opslaan als favoriet (interne fax)
Uitleg over de faxopties
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Een nummer in het adresboek opslaan als favoriet (interne fax)
Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste
faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten.
Opmerking:
De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
Met de optie Favorieten hebt u snel toegang tot veelgebruikte faxnummers. De favorieten worden
opgeslagen in het adresboek.
1. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde
instellingen te annuleren.
2. Druk op de toets Startpagina Functies.
3. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm.
4. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie
Faxen wordt geopend.
5. Selecteer de toets Adresboek. De naam van de toets varieert, afhankelijk van het soort adres
dat de systeembeheerder heeft geïnstalleerd of als standaardadresboek heeft ingesteld. De
toets heet bijvoorbeeld Apparaatadresboek of Netwerkadresboek.
6. Selecteer de gewenste optie voor Faxcontacten.
•
Faxcontacten geeft de individuele faxcontacten weer.
•
Faxgroepen geeft groepen faxnummers weer.
Faxfavorieten geeft alleen faxcontacten of faxgroepen weer die als favorieten zijn
•
gemarkeerd.
•
Alle contacten geeft alle faxcontacten weer en is de beste optie als u niet zeker weet bij
welke groep uw contactpersoon hoort.
7. Selecteer zo nodig de toets Zoeken... en voer de naam van de ontvanger of groep in via het
toetsenbord. Als u de volledige naam niet weet, voert u de gedeeltelijke naam in en selecteert
u vervolgens de toets Zoeken.
8. Selecteer de gewenste ontvanger.
9. Selecteer de toets Gegevens.
10. Selecteer het sterrenpictogram rechts van een veld om deze contactgegevens toe te voegen
aan de favorieten.
142
®
WorkCentre
5945/5955
Handleiding voor de gebruiker