Technische gegevens
7.5
ULTIMA XIR – ATEX prestatiegoedkeuring
Bij controlemetingen van ontvlambaar gas in veiligheidsgerelateerde
toepassingen moet de ULTIMA XIR gekalibreerd worden met een be-
kende gasconcentratie van het te controleren gas.
De onderste explosiegrenswaarde [LEL] van de gassen en dampen in de volgende
tabel zijn overgenomen uit EN 60079-29-1:2007. Voor gassen en dampen die niet
zijn vermeld in de EN 60079-29-1:2007, zijn de onderste explosiegrenswaarden
[LEL] overgenomen uit de Chemsafe [Dechema, Frankfurt] database. In de locale
regelgeving kunnen andere LEL-waarden gespecificeerd zijn, zorg er altijd voor dat
de juiste waarden worden aangehouden.
Het wordt aanbevolen de ULTIMA XIR te kalibreren met schone lucht, vrij van
meetgas en kalibratiegas van ongeveer 50 % LEL in de lucht van het meetgas.
Wanneer het niet mogelijk is te kalibreren met hetzelfde gas als het meetgas, dan
kan de propaan [C
siefactoren die zijn weergegeven in de tabel worden gebruikt. Bij gebruik van deze
kalibratiemethode kunnen afwijkingen van maximaal ±20 % van de reële gaskali-
bratie worden verwacht.
Deze relatieve responsfactoren zijn slechts van toepassing bij een omgevingstem-
peratuur van 20°C en indien anders staat aangegeven.
Voorbeeld van kalibratievoorbeeld voor methanol met gebruik van propaan:
(1) Relatieve responsiefactor voor methanol uit de ta-
bel in dit hoofdstuk
(2) Gebruikte concentratie van propaan-kalibratiegas
(3) Propaan volume concentratie voor 100 % LEL
(4) Propaan-kalibratiegasconcentratie in % LEL
% LEL = 0,89 Vol% C
(5) Instelpunt gaskalibratie
66
H
] referentiegasconcentratie, samen met de relatieve respon-
3
8
H
x
3
8
= 52,4% LEL x 0,70
ULTIMA X
100 % LEL
1,7 Vol% C
H
3
8
®
- serie
MSA
= 0.70
= 0,89 Vol% C
H
3
8
= 1,7 Vol%
= 52,4 % LEL
= 36,7% LEL
NL