MSA
Aanwijzingen voor elektrische aansluiting
-
Het gebruik van een getwist aderpaar met een geschikte kwaliteit voor meetin-
strumenten wordt aanbevolen. Gebruik een afgeschermde kabel als er elektro-
magnetische of andere storingsbronnen aanwezig zijn [zoals motoren,
lasapparaten, verwarmingstoestellen, enz.].
-
Houd altijd de maximale kabellengtes en diameters aan
[ Hoofdstuk 9.14 en 9.15].
-
Water en verontreiniging kunnen via de kabel in het instrument dringen. In ge-
varenzones wordt het aanbevolen de kabel in een lus voor de ingang naar het
instrument te leggen of om deze licht te buigen om te voorkomen dat er water
binnendringt.
-
Verdere informatie omtrent de juiste ingangsspanning wordt gegeven onder
voedingsspanning in de tabel "Diverse technische gegevens" in Paragraaf 7.
De aansluitingen voor de voedingsspanning, aarde en signaaluitgang staan op de
achterkant van de elektronische module van de gasdetectietransmitter vermeld.
Een twee-draads kabel is geschikt voor:
-
modellen voor het detecteren van giftige gassen met een 4-20 mA-uitgang
modellen voor het detecteren van zuurstof met 4-20 mA-uitgang
Een drie-draads kabel is vereist voor alle:
-
modellen voor het detecteren van ontvlambare gassen
modellen voor het detecteren van giftige gassen en zuurstof met 4-20 mA-uit-
gang, die met extra functies [relais, etc.] moeten worden bediend.
Instrumenten uit de ULTIMA X
leerd op een montageplaat.
NL
®
-series worden op de installatielocatie geïnstal-
®
ULTIMA X
- serie
Installatie
33