Onderhoud
Fig. 14
Sensor en weerbeschermkap
(1) Schroef de sensoreenheid uit de onderkant van de ULTIMA X
detectietransmitter [ Afb. 14].
(2) Bepaal welk type sensor nodig is.
(3) Vervang de sensoreenheid.
De ingestelde alarmwaarde en relaisfuncties [bekrachtigd/afgevallen]
veranderen niet wanneer een sensor van het huidige type vervangen
wordt door een sensor van hetzelfde gastype.
De ingestelde alarmwaarde en de upscale/downscale relaisfunctie ver-
anderen naar de nieuwe sensorinstellingen wanneer het huidige type
sensormodule wordt vervangen door een module voor een andere gas-
soort.
(4) De ULTIMA X
veerde vertraging bij sensorvervanging, de zogenaamde Sensor Swap Delay.
Dit betekent dat het 4 - 20 mA-uitgangssignaal en het FAULT-relais een fout-
melding 60 seconden vertragen nadat de melding van de ontbrekende sensor
werd weergegeven op het instrument. Deze instelling maakt het mogelijk om
sensormodules te vervangen zonder een FAULT-melding.
(5) Zie het hoofdstuk "Kalibratie"
58
®
series gasdetectietransmitter wordt geleverd met een geacti-
ULTIMA X
®
- serie
MSA
®
-series gas-
NL