Bijlage: HART-specifieke informatie
MSA
Nulpuntfout
De nulpuntfout kan worden veroorzaakt door een defecte sensor, kalibratie buiten
het standaard nulpunt/test kalibratiebereik, sensor in wijziging, sensorstoring of po-
ging tot nulstellen van de sensor terwijl het testgas wordt toegevoerd. De toevoer
van nulpuntgas moet worden gecontroleerd en de sensorstatus [zoals gedefinieerd
in Afb. 50 en Afb. 54] moet worden gecontroleerd wanneer deze fout op-
treedt.
Kalibratie geannuleerd
Gebruikerskalibratie annuleren of sensorkalibratiefouten kunnen ertoe leiden dat
een kalibratieproces wordt afgebroken. Statusgroep 2 zoals weergegeven in
Afb. 50 kan worden bekeken om te bepalen of het afbreken werd veroorzaakt
door een kalibratiefout. Statusgroep 2 kan worden uitgevouwen door rechtsklikken
op de selectie, zoals weergegeven in Afb. 55 voor extra informatie
[ook Afb. 50]:
®
NL
166
ULTIMA X
- serie