Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alarmrelais - MSA ULTIMA X Series Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor ULTIMA X Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bijlage: Optionele interne relais en RESET-knop

12.3 Alarmrelais

[ Afb. 7 in hoofdstuk 3.4]
Er zijn drie alarmrelais en één foutrelais in de ULTIMA X
mitters.
De drie alarmrelais zullen worden geactiveerd wanneer de sensor een gasconcen-
tratie detecteert die buiten de grenswaarden ligt. Het instelbereik van de alarmset-
points is 0 – 60 % schaaleindwaarde. De standaardinstelling is dat alarmen 1, 2 en
3 staan ingesteld op 10%, 20% en 30% van de schaaleindwaarde-uitlezing en wor-
den geactiveerd als de gasuitlezing boven deze waarden uitkomt. Het zuurstofmo-
del is een uitzondering in de volgende gevallen:
-
Alarm 1 is ingesteld op 19% zuurstof en wordt geactiveerd wanneer de zuurstof-
uitlezing beneden dit setpoint valt.
-
Alarm 2 is ingesteld op 18% zuurstof en wordt geactiveerd wanneer de zuurstof-
uitlezing beneden dit setpoint valt.
-
Alarm 3 is ingesteld op 22% zuurstof en wordt geactiveerd wanneer de zuurstof-
uitlezing boven dit setpoint stijgt.
-
Het instelbereik van zuurstofalarminstelpunten is 0 – 25 Vol%.
Deze standaard setpoints kunnen worden gewijzigd of geverifieerd met de
ULTIMA/ULTIMA X Controller [ ULTIMA/ULTIMA X-series Controller en Kalibra-
tor gebruiksaanwijzing]. Bovendien kan de vergrendelende alarmoptie met de Con-
troller worden ingeschakeld .
Elk alarmrelais heeft een set wisselcontacten [eenpolig tweeweg – SPDT]. Deze
zijn als volgt aangegeven:
-
NCD [normaal gesloten als het relais is afgevallen]
-
C
[common] of
-
NCE [normaal open als het relais is bekrachtigd].
De ULTIMA X-series gasdetectietransmitters worden af fabriek geleverd met de
alarmrelais afgevallen [geen alarm] en het het foutrelais is ingesteld op bekrachtigd
[geen fout] positie.
Bij activering, wisselen de relaiscontacten van toestand en blijven in deze toestand
zolang de alarmconditie aanhoudt binnen de ULTIMA® X-series gasdetectietrans-
mitter of totdat de vergrendelende modus wordt geselecteerd. Deze standaardin-
stellingen kunnen met behulp van de ULTIMA/ULTIMA X Controller worden
veranderd of gecontroleerd.
[ "Instructies voor het resetten van alarmen" met de Kalibrator/Controller in
hoofdstuk 5.1].
100
®
ULTIMA X
- serie
®
-series gasdetectietrans-
MSA
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ultima xa seriesUltima xe series

Inhoudsopgave