Download Inhoudsopgave Inhoud
Deel
Print deze pagina
MSA ULTIMA X5000 Gebruiksaanwijzing
  1. Handleidingen
  2. Merken
  3. MSA Handleidingen
  4. Gasdetectoren
  5. ULTIMA X5000
  6. Gebruiksaanwijzing
MSA ULTIMA X5000 Gebruiksaanwijzing

MSA ULTIMA X5000 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor ULTIMA X5000:
Inhoudsopgave

Advertenties

Quick Links

Download deze handleiding
Gebruiksaanwijzing
ULTIMA® X5000
Gasmonitor
Bestelnr.: 10177361/08
Drukspec.: 10000005389 (EO)
CR: 800000055071
NL
MSAsafety.com

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Handleidingen voor MSA ULTIMA X5000

Samenvatting van Inhoud voor MSA ULTIMA X5000

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing ULTIMA® X5000 Gasmonitor Bestelnr.: 10177361/08 Drukspec.: 10000005389 (EO) CR: 800000055071 MSAsafety.com...
  • Pagina 2 Lees de teksten gemarkeerd met WAARSCHUWING en LET OP en neem deze in acht. Voor aanvullende informatie met  betrekking tot het gebruik of reparaties kunt u tijdens kantooruren bellen met 1-800-MSA-2222. Voor landen van de Russische Federatie, Republiek Kazachstan en Republiek Wit-Rusland wordt de gasdetector geleverd  met een paspoortdocument dat belangrijke goedkeuringsinformatie bevat. Op de cd met handmatige instructie bijgeleverd bij  de gasdetector, vindt de gebruiker de documenten “Typebeschrijving” en Testmethode” - bijlagen bij het  Modelgoedkeuringscertificaat van het meetinstrument, geldig in de landen van gebruik. De Verklaring van overeenstemming vindt u onder de volgende link: https://MSAsafety.com/DoC. MSA is een geregistreerd handelsmerk van MSA Technology, LLC, in de VS, Europa en andere landen. Ga voor alle andere  merken naar https://us.msasafety.com/Trademarks. Dit product bevat Bluetooth® draadloze technologie. Het woordmerk Bluetooth en bijbehorende logo's zijn gedeponeerde  handelsmerken in bezit van Bluetooth SIG, Inc. en gebruik hiervan door MSA is onder licentie. Andere handelsmerken en  handelsnamen zijn in bezit van hun respectievelijke eigenaren.  Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC Rules. Het gebruik is onderworpen aan de twee volgende voorwaarden: (1) Dit  toestel mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet alle interferentie accepteren, inclusief  interferentie die een ongewenste werking heeft. Wij wijzen u er op dat wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoordelijk is  voor naleving, de bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te gebruiken ongeldig kunnen maken. Engels: This device complies with RSS-210 of the Industry Canada Rules. Het gebruik is onderworpen aan de twee volgende  voorwaarden: (1) Dit toestel mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet alle interferentie  accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking heeft. Frans: Ce dispositif est conforme à la norme CNR-210 d'Industrie Canada applicable aux appareils radio exempts de licence. Son  fonctionnement est sujet aux deux conditions suivantes: (1) le dispositif ne doit pas produire de brouillage préjudiciable, et (2)  ce dispositif doit accepter tout brouillage reçu, y compris un brouillage susceptible de provoquer un fonctionnement  indésirable.  1000 Cranberry Woods Drive   Cranberry Township, PA 16066   USA   Tel 1-800-MSA-2222   Fax 1-800-967-0398 Ga voor plaatselijke contactpersonen van MSA naar www.MSAsafety.com © MSA 2020, 2022. Alle rechten voorbehouden...

  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    5.1  Kalibratieapparatuur 5.2  Kalibratiefrequentie 5.3  Kalibratiefrequentie voor XCell-sensoren met TruCal (alleen H2S & CO) 5.4  Kalibratietypes: nulpunt t.o.v. span 5.5  Nulpunt van XCell-sensoren kalibreren 5.6  XCell-sensoren kalibreren 5.7  XCell-sensor voor zuurstof kalibreren 5.8  XIR PLUS sensor kalibreren 5.9  LOC overrange XCell pellistor 5.10  Kalibratiebevestiging en waarden Waargenomen/Na kalibratie 6  Onderhoud 6.1  ULTIMA XIR-reinigingsprocedure 6.2  XCell-sensor vervangen 6.3  Een blokkering wegnemen 6.4  Problemen oplossen 7  Bestelinformatie 7.1  Reserveonderdelen 8  Bijlage: specificaties 9  Bijlage: Kalibratiegids voor extra gassen Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 4 10  Bijlage: Algemene certificeringsinformatie 11  Bijlage: HART-specifieke informatie Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 5: Veiligheidsvoorschriften

    WAARSCHUWING!  Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Het toestel zal alleen correct functioneren als het wordt gebruikt,  geïnstalleerd en onderhouden volgens de instructies van de fabrikant. Indien dit niet gebeurt, kan het toestel niet naar  behoren werken en kunnen personen die voor hun veiligheid op het toestel vertrouwen ernstig of dodelijk letsel oplopen. WAARSCHUWING!  Gebruik geen smeermiddelen met siliconen voor het assembleren van het toestel en voorkom dat silicone dampen in het  toestel dringen wanneer het in werking is. Siliconen kunnen de brandbaargassensor ongevoelig maken en dit kan leiden  tot onjuiste lage waarden. Gebruik uitsluitend originele MSA-reserveonderdelen bij het uitvoeren van alle onderhoudsprocedures beschreven in deze  gebruiksaanwijzing. Als dit niet gebeurt, kan de prestatie van de sensor en gasbewaking ernstig worden beperkt, kunnen  vlambestendige/explosieveilige eigenschappen veranderen of kunnen goedkeuringen door instanties ongeldig worden. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Dit toestel voldoet aan deel 15 van de FCC Rules. Het gebruik is onderworpen aan de twee volgende  voorwaarden: • toestel mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en • toestel moet alle ontvangen interferenties kunnen accepteren, waaronder interferentie die een  ongewenste werking veroorzaakt. Deze apparatuur is getest en voldoet aan de richtlijnen voor een Klasse A digitaal toestel, conform deel 15 van  de FCC Rules. Deze beperkingen zijn opgesteld om een redelijke bescherming tegen schadelijke interferenties  te bieden, wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur produceert,  maakt gebruik van en kan hoogfrequente energie uitstralen en kan, als de apparatuur niet volgens de  gebruiksaanwijzing wordt gebruikt, radiocommunicatie schadelijk storen. Gebruik van deze apparatuur in een  woongebied kan zeer waarschijnlijk schadelijke interferentie veroorzaken en dan moet de gebruiker op eigen  kosten deze interferentie corrigeren. OPMERKING  Dit is een klasse A product conform CISPR 22. In een huiselijke omgeving kan dit product radiostoring veroorzaken,  waardoor de gebruiker genoodzaakt is passende maatregelen te treffen. OPMERKING  De XCell-sensor verwijst in deze gebruiksaanwijzing naar het sensordeel van de digitale sensor. FCC-waarschuwingen Wijzigingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de fabrikant, kunnen de bevoegdheid van de  persoon die de apparatuur bedient ongeldig maken. Industry Canada (IC)-waarschuwingen De persoon die deze radioapparatuur installeert, dient te controleren of de antenne zodanig geplaatst of gericht is dat deze  geen RF-veld uitzendt dat buiten de normen van Health Canada ligt; raadpleeg Safety Code 6 op de website van Health  Canada: www.hc-sc.gc.ca. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 6: Productgarantie

    MSA garandeert dat dit product vrij zal zijn van mechanische defecten  en gebrekkige afwerking gedurende de periode die voor ieder  onderdeel in deze tabel gespecificeerd wordt, op voorwaarde dat het  onderhouden en gebruikt wordt overeenkomstig de instructies en/of  aanbevelingen van MSA. De garantie zal vanaf de productiedatum niet  de aangegeven garantieperiode plus zes maanden overschrijden. Hoofdtransmitterbehuizing en -PCBA 2 jaar vanaf verzending. XCell sensoren 3 jaar vanaf verzending. XIR PLUS 5 jaar op elektronica. 10 jaar op lamp IR-bron. Elektrochemische sensoren 12 jaar vanaf verzending Filters, zekeringen, enz. vallen niet onder deze garantie. Bepaalde andere accessoires die hier niet specifiek worden  genoemd, kunnen een andere garantieperiode hebben. Deze garantie is alleen geldig als het product wordt onderhouden  en gebruikt in overeenstemming met de instructies en/of aanbevelingen van de verkoper. De verkoper wordt gevrijwaard  van alle verplichtingen onder deze garantie, wanneer reparaties of wijzigingen worden uitgevoerd door personen anders  dan het eigen erkende servicepersoneel of wanneer de garantie-aanspraak het gevolg is van fysiek misbruik of verkeerd  gebruik van het product. Geen agent, medewerker of vertegenwoordiger van de verkoper heeft enige bevoegdheid om de  verkoper te binden aan een bevestiging, representatie of garantie betreffende dit product. De verkoper geeft geen garantie  op niet door de verkoper gefabriceerde componenten of accessoires, maar zal alle garanties van fabrikanten van zulke  componenten doorgeven aan de koper. DEZE GARANTIE KOMT IN PLAATS VAN ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET, IMPLICIET OF STATUTAIR EN  IS STRIKT BEPERKT TOT DE VOORWAARDEN DAARVAN. IN HET BIJZONDER GEEFT DE VERKOPER GEEN  GARANTIE OP DE VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Exclusief rechtsmiddel Expliciet is overeengekomen dat de enige, exclusieve genoegdoening voor inbreuk op bovenstaande garantie aan de  koper, voor onrechtmatig gedrag van de verkoper of voor een andere handelwijze, de vervanging naar keuze door de  verkoper zal zijn, van apparatuur of onderdelen ervan die na onderzoek door de verkoper defect blijken te zijn. Vervanging  van apparatuur en/of onderdelen zal gratis worden geleverd aan de koper, franco aan boord vanaf bedrijf van verkoper. Als  de Verkoper afwijkende apparatuur of onderdelen niet met succes kan vervangen, mag dit niet ten koste gaan van het  essentiële doel van de hier vastgelegde genoegdoening. Uitsluiting van gevolgschade De koper begrijpt vooral en gaat ermee akkoord dat de verkoper onder geen enkele omstandigheid aansprakelijk jegens  de koper zal zijn voor economische, speciale, bijkomende of gevolgschade of voor welk verlies dan ook, inclusief maar niet  beperkt tot, verlies van voorziene winsten en ander verlies veroorzaakt door het niet-functioneren van de goederen. Deze  uitzondering geldt voor claims m.b.t. garantie, onrechtmatig gedrag of enige andere actie tegen de Verkoper. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 7: Omschrijving

    Omschrijving 2.1  Weergave   De ULTIMA X5000 maakt gebruik van een organisch leddisplay (oled) dat vanaf een afstand van maximaal 50 ft (15 m)  nog kan worden gezien, afhankelijk van de omstandigheden. Het oleddisplay geeft heldere en beknopte informatie in  diverse talen. De gasuitleesmeter, rondom het gebied met actuele uitlezingen, representeert de uitlezing als een  percentage van de volledige schaal en wordt ook gebruikt als voortgangsbalk tijdens werkzaamheden waarvoor een  aftelling noodzakelijk is. Afbeelding 1 OLED display   Behalve het oleddisplay heeft de ULTIMA X5000 ook groene, gele en rode leds aan de zijkant en middenonder in het  scherm. Deze geven normale bedrijfsomstandigheden, storingen en alarmstatus aan.   De ULTIMA X5000 gaat na 3 minuten zonder interactie en als er geen alarmconditie is, naar de "Eco-modus". In de Eco- modus zal het hoofddisplay uitgaan en blijven de statusleds verlicht om aan te geven of het toestel wel of niet in een  alarmstatus is. Het oleddisplay kan weer worden aangezet door een van de twee EZ-aanraakknoppen op de voorzijde van  het display aan te raken. 2.2  Geen interface voor gereedschap   Voor de ULTIMA X5000 zijn geen gereedschappen of andere instrumenten nodig om de instellingen te wijzigen, de  alarmen te resetten of onderhoud uit te voeren. De EZ-aanraakknoppen werken door het glas heen en de  explosiebestendige behuizing hoeft niet te worden geopend. De EZ-aanraakknoppen werken met blote vinger of met  handschoenen aan, zolang de handschoenen niet zwart zijn. De pijl omlaag wordt gebruikt voor scrollen; de pijl rechts  wordt gebruikt voor het selecteren van opties. Zie deel 4 voor meer informatie over menunavigatie met de EZ- aanraakknoppen. Afbeelding 2 ULTIMA X5000-interface Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 8: Bluetooth® Draadloze Technologie

    X5000 als op het communicatietoestel weergegeven. Er zijn communicatietoestellen die in geclassificeerde zones kunnen worden gebruikt. Neem contact op met uw  MSA-vertegenwoordiger voor meer informatie. 2.4  Dubbele detectie   De ULTIMA X5000 kan communiceren met en informatie weergeven voor twee sensoren gelijktijdig. Er zijn geen  beperkingen voor het type sensor dat verbonden is met het toestel.   De ULTIMA X5000-gasmonitor genereert twee onafhankelijke analoge uitgangen; één voor elke sensor verbonden met de  transmitter. De analoge uitgang gekoppeld aan sensor 1 heeft ook de digitale HART-communicatie (Highway Addressable  Remote Transducer) gesuperponeerd op het analoge signaal. Als er twee sensoren zijn verbonden, verstuurt de digitale  HART-communicatie de informatie voor beide sensoren. 2.5  Installaties opnieuw aanbrengen   Bij de ULTIMA X5000 zijn de kabeldoorvoeropeningen in exact dezelfde richting en afstand tot de wand geplaatst en de  montagegaten voor bevestiging aan een wand zijn gelijk aan die van de Ultima X. 2.6  XCell sensoren geoptimaliseerd voor vastopgestelde gastoepassingen XCell-pellistors voor giftig en brandbaar gas zijn ontwikkeld en gemaakt door MSA. Het XCell-sensorplatform, nu  geoptimaliseerd voor vastopgestelde gastoepassingen, is beschikbaar in de ULTIMA X5000 en biedt meerdere voordelen,  waaronder een standaardgarantie van 3 jaar op alle XCell-sensoren. Eén belangrijke optimalisatie voor vastopgestelde gastoepassingen was de implementatie van de GM-pellistor in de XCell- sensor. De XCell-zuurstofsensor gebruikt geen lood, maar een niet-verbruikende reactiechemie. De XCell-sensor gaat naar  verwachting langer dan 3 jaar mee en kan veilig minimaal 1 jaar worden opgeslagen zonder dat dit de prestatie van de  sensor negatief beïnvloedt. Veranderingen van de barometrische druk tussen 86 kPA en 108 kPA hebben een  verwaarloosbaar effect op de werking van de sensor. 2.7  TruCal detectietechnologie voor CO en H S elektrochemische sensoren Bij alle XCell sensoren met TruCal wordt de werking geverifieerd door actief de sensoruitgang af te stellen op  veranderingen in gevoeligheid en dit wordt gedaan met behulp van de gepatenteerde pulscontroletechnologie en  gedeponeerde AEC-algoritmes (Adaptive Environmental Compensation, adaptieve omgevingscompensatie). Sommige  Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 9: Safeswap

    2.8  SafeSwap De ULTIMA X5000 wordt geleverd met gepatenteerde SafeSwap-technologie, waarmee gebruikers XCell sensoren  kunnen verwisselen of vervangen zonder het toestel te hoeven uitzetten. De ULTIMA X5000 heeft voor meer  gebruiksgemak bij levering standaard Verwisselvertraging ingeschakeld; een functie die de gebruiker 2 minuten de tijd  geeft om sensoren te verwisselen zonder dat er een storing wordt gegenereerd. Zie 4.2.1     I nstrumentinstellingen voor  meer informatie over SafeSwap en Swap Delay. WAARSCHUWING!  • Als onderdeel van de productcertificering werd geverifieerd dat wanneer de optionele communicatiefuncties van dit  gasdetectietoestel met maximale overdrachtssnelheid werken deze geen nadelig effect hebben op het functioneren  van de gasdetectie en andere functies van het toestel. De productcertificering echter bevat of impliceert geen  goedkeuring van de SafeSwap-functie, het communicatieprotocol of functies die de software van dit toestel bieden of  van het communicatieapparaat en de software, verbonden met dit toestel. • Volg de waarschuwingen hieronder op bij het verwijderen of verplaatsen van sensoren. Raadpleeg 2.10   O verzicht  componenten voor het overzicht van componenten. ○ Verwijder of verplaats nooit een sensorlichaamsassemblage of een Ultima XIR Plus terwijl deze onder  spanning staan of wanneer er explosiegevaren aanwezig zijn. ○ Bevestig dat het gebied vrij is van explosiegevaren voordat u een XCell-sensor onder spanning verwijdert of  verplaatst. ○ Om een XCell-sensor te verwijderen, moet u de XCell-sensor met drie volledige slagen losdraaien, dan 10  seconden wachten en dan pas de XCell-sensor volledig verwijderen. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. 2.9  Behuizing   De ULTIMA X5000 wordt geleverd in RVS 316 met de hoogste corrosiebestendigheid. Zowel ¾” NPT en M25  kabeldoorvoeropeningen zijn leverbaar. Een M25 adapter is nodig om een sensor te bevestigen aan een M25 behuizing en  Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 10: Overzicht Componenten

    2 Omschrijving deze is inbegrepen in de levering. Een integrale montagebeugel kan worden gebruikt voor bevestiging rechtstreeks in het  wandoppervlak of gebruikt met een U-beugel voor bevestiging op een 2" pijp. Aangepaste labels zijn leverbaar en kunnen  eenvoudig aan een integrale ring worden bevestigd. 2.10  Overzicht componenten Afbeelding 3 Overzicht componenten Alleen gebruikt met M25-bases 2.11  Overzicht labels Serienummer bevindt zich zoals afgebeeld (groen gemarkeerd). De werkelijke cijfers kunnen anders zijn. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 11: Installatie

    Afbeelding 7 XIR Plus - Positie van labels 3  Installatie 3.1  Waarschuwingen bij installatie - Lezen voorafgaand aan installatie WAARSCHUWING!  • Raadpleeg het addendum van de gebruiksaanwijzing (ond.nr. 10182779) voor certificeringsinformatie en  aanvullende veiligheidsinformatie voorafgaand aan installatie en gebruik. • Wanneer u de P+F Wireless HART Bullet-accessoire gebruikt, moet u de snelstartgidsen (ond.nrs. 10218978 en  10218979) en de P+F Wireless HART Bullet-instructiehandleiding (WHA-BLT-F9D0-N-A0-*) lezen en begrijpen  voordat u deze installeert en gebruikt. De P+F draadloze HART-bullet moet zo dicht mogelijk bij de X5000- transmitter, aansluitkast of JB5000 worden geïnstalleerd. • Sommige digitale sensoren worden geleverd in een sensorbehuizing zonder frit. De behuizing zonder frit is gelabeld  als Cat. 2 of Zone 2 en is alleen goedgekeurd voor Cat. 2- of Zone 2-installaties. De beschermingsmethode is  respectievelijk Vonkvrij of Type n. Zorg ervoor dat alle componenten zijn goedgekeurd voor de gebruikte  bedradingsmethode en in overeenstemming met de nationale elektrische code van het land van gebruik, de van  toepassing zijnde lokale regelgeving, deze handleiding en het addendum bij de handleiding. • Als onderdeel van de productcertificering werd geverifieerd dat wanneer de optionele communicatiefuncties van dit  gasdetectietoestel met maximale overdrachtssnelheid werken deze geen nadelig effect hebben op het functioneren  van de gasdetectie en andere functies van het toestel. De productcertificering echter bevat of impliceert geen  goedkeuring van de SafeSwap-functie, het communicatieprotocol of functies die de software van dit toestel bieden of  van het communicatieapparaat en de software, verbonden met dit toestel. • Volg de waarschuwingen hieronder op bij het verwijderen of verplaatsen van sensoren. Raadpleeg Afbeelding 3   voor het overzicht van componenten. ○ Verwijder of verplaats nooit een sensorlichaamsassemblage of een Ultima XIR Plus terwijl deze onder  spanning staan of wanneer er explosiegevaren aanwezig zijn. ○ Bevestig dat het gebied vrij is van explosiegevaren voordat u een XCell-sensor onder spanning verwijdert of  verplaatst. ○ Om een XCell-sensor te verwijderen, moet u de XCell-sensor met drie volledige slagen losdraaien, dan 10  seconden wachten en dan pas de XCell-sensor volledig verwijderen. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 12 ○ Lakoplosmiddelen (aceton, terpentine, tolueen, minerale brandstoffen, enz.) in hoge concentraties van meer  dan 1000 ppm of langdurige blootstelling aan lagere concentraties • Langdurige blootstelling van de digitale H S-sensor aan vochtigheidsniveaus van 5% RL of lager leidt tot een  gasmeetwaarde van H S die groter is dan de werkelijk aanwezige gasconcentratie. • Het is niet raadzaam om de digitale O -, H S- en CO-sensoren bloot te stellen aan omgevingen met een  zuurstofniveau van meer dan 30% (v/v) of minder dan 5% (v/v). De O -sensor werkt met concentraties van minder  dan 5% (v/v) maar niet voor langere tijd. • Bescherm het toestel tegen extreme trillingen. • Bevestig de sensorkop niet in direct zonlicht zonder een zonwering (ond.nr. 10180254). • De ULTIMA XIR PLUS-sensor bevat geen onderdelen die door de gebruiker of in het veld kunnen worden  onderhouden en moet naar de fabriek worden opgestuurd voor reparatie. Elke poging om de sensor te openen zal  leiden tot schade aan de eenheid en het vervallen van de garantie. • Blootstelling aan continue niveaus van de HCN-sensor kan resulteren in foutief lage gasmetingen. Dit kan al na 30  minuten blootstelling gebeuren. Niet gebruiken in aanwezigheid van continu laag HCN-achtergrondgas. Gebruik  zelfhoudende alarmen om een foutieve alarmvrijgave te voorkomen. • De gevoeligheid van de sensor zal zich in de loop van enkele uren herstellen zodra het HCN-gas is verwijderd.  Gebruik een onafhankelijk instrument om de afwezigheid van HCN-gas te bevestigen en laat de sensor naar nul  terugkeren vooraleer de werking te hervatten. • Gebruik van sommige accessoires valt niet onder de prestatiegoedkeuring. Neem contact op met MSA voor details. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. OPMERKING  Bij de installatie van de XIR PLUS-sensor mag nooit een koevoet worden gebruikt bij de twee poten die de reflectoren van  de eenheid ondersteunen tijdens installatie of verwijdering van de sensor. Kracht uitoefenen op de poten kan de XIR PLUS  sensor permanent beschadigen. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 13: Verzending Controleren En Productmodel Verifiëren

    3.3  Checklijst productinstallatie Voorafgaand aan de installatie • Bekijk de nationaal geldende elektrotechnische voorschriften • Bekijk de lokale procedurele en bouwvoorschriften • Stel vast wat de beste locatie is voor de transmitter • Stel vast waaraan de bedrading moet voldoen • Stel vast waaraan het montagegereedschap moet voldoen • Lees goedkeuringen en controleer of de locatie geschikt is voor installatie Montage • Sluit de juiste sensor aan op de behuizing of aansluitkast (zie 3.4.3     S ensororiëntatie voor correcte sensororiëntatie) • Monteer transmitter of aansluitkast met behulp van passend montagegereedschap • Controleer of de lucht vrij rond de sensor kan stromen 3.4  Montage WAARSCHUWING!  Raadpleeg vóór installatie addendum van de gebruiksaanwijzing (ond.nr. 10182779) voor certificeringsinformatie. Sommige giftige gassen worden geleverd in een sensorbehuizing zonder frit. De behuizing zonder frit is gelabeld als Cat. 2  of Zone 2 en is alleen goedgekeurd voor Cat. 2- of Zone 2-installaties. De beschermingsmethode is respectievelijk Vonkvrij  of Type n. Zorg ervoor dat alle componenten zijn goedgekeurd voor de gebruikte bedradingsmethode en in  overeenstemming met de nationale elektrische code van het land van gebruik, de van toepassing zijnde lokale  regelgeving, deze handleiding en het addendum bij de handleiding. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 14: Montagelocatie Sensor

    De optimale locatie van een sensor hangt af van installaties in de omgeving, zoals pijpen, kleppen of turbines. MSA heeft  een service voor het in kaart brengen van gas- en vlamdetectielocaties, waarbij systematisch mogelijke lekbronnen  worden beoordeeld en geeft advies over het aantal en locaties van detectors voor het meest effectieve detectiesysteem. 3.4.2    Montagelocatie transmitter Het transmitterdisplay moet zodanig worden gemonteerd dat het scherm zichtbaar is en goed toegankelijk is na installatie.  De elektronische assemblage binnen in de metalen behuizing kan zodanig worden gepositioneerd in een van de vier  zelfuitlijnende inwendige gaten dat het display correct georiënteerd is en maximale flexibiliteit biedt voor gebruik van  kabeldoorvoeropeningen. 3.4.3    Sensororiëntatie WAARSCHUWING!  Monteer de XIR PLUS met de sensorinlaatopening horizontaal verlengd vanaf de hoofdbehuizing (Afbeelding 9 ) om  afzetting te voorkomen van deeltjes of vloeistof op de optische oppervlakken van de transmitter. Monteer de digitale sensor met de sensorinlaatopening (Afbeelding 10 ) omlaag wijzend, anders kan de inlaat verstopt  raken door deeltjes of vloeistof. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Sensororiëntatie hangt af van het sensortype. Als een ULTIMA XIR PLUS-sensor wordt gemonteerd - hetzij plaatselijk op  de transmitter of op een aansluitkast op afstand - moet de sensor horizontaal worden gemonteerd. Als de ULTIMA XIR  PLUS-sensor niet horizontaal wordt gemonteerd, zal de sensor vaker problemen ondervinden doordat opgehoopt stof en  condens op de buitenkant van de ULTIMA XIR PLUS-sensor de stralenbundel blokkeren. Afbeelding 9  toont de correcte  en incorrecte montageoriëntaties van de ULTIMA XIR PLUS. Afbeelding 9 Correcte en incorrecte montageoriëntaties van de ULTIMA XIR PLUS-sensor Alle andere sensoren, waaronder elektrochemische, pellistors voor brandbaar gas en zuurstofsensoren moeten verticaal  worden gemonteerd met de gasinlaat omlaag wijzend. Als de sensor niet wordt gemonteerd met de gasinlaat omlaag  Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 15 Houd rekening met de sensorafmetingen bij het kiezen van een montagelocatie voor de transmitter of aansluitkast. De sensor aansluiten: 1.  Draai de stelschroef op het deksel los met een inbussleutel van 1,5 mm. 2.  Draai het deksel van de transmitter of aansluitkast linksom en verwijder deze 3.  Trek aan het metalen beugeltje om de board-stack te verwijderen en de draadaansluitingen bloot te leggen. 4.  Leid de kabel van de sensor door een kabeldoorvoeropening in de behuizing zodat de sensor correct wordt  georiënteerd (zie 3.4.3     S ensororiëntatie voor details). (Herhaal dit bij een tweede sensor op de ULTIMA X5000-transmitter). 5.  Sluit de sensor aan op de positie “Sensor 1” op de elektronica-assemblage. a.  Als een tweede sensor wordt gebruikt, sluit deze aan op de "Sensor 2" positie. OPMERKING    Als u maar één sensor gebruikt en u deze aansluit op de positie “Sensor 2”, dan verschijnt op de ULTIMA X5000 de storing  Sensor ontbreekt. Lees Sensor uitschakelen in 4.2.2     S ensorinstellingen over hoe u deze storing kunt verhelpen. Afbeelding 11 De sensor op de stack aansluiten OPMERKING: Sensoraansluitingen worden voorbedraad in het sensorlichaam geleverd.
  • Pagina 16 Afbeelding 12 De sensor aarden op de transmitterbehuizing 6.  Controleer of de sensoraansluiting stevig op de klemmenkaart is bevestigd. 7.  Verbind de aarde van de sensor met een van de aardingsschroeven in de ULTIMA X5000-behuizing. 8.  Zet de pootjes van de board-stack in de vier putjes in de behuizing. Druk stevig op de board-stack op de aangegeven  plaatsen (zie Afbeelding 13 ). Afbeelding 13 Locaties aangegeven waar men op moet drukken bij het vervangen van een board-stack. OPMERKING  • Druk niet op de linker en rechter zones waar de leds zich bevinden. Het direct drukken op het display zal het display  beschadigen en de garantie ongeldig maken. • Zorg dat de elektronica-assemblage volledig in de montagegaten ingrijpt. Als deze niet goed ingrijpt, kunnen de  interfaceknoppen niet goed werken. 9.  Bevestig de afdekking door deze rechtsom te draaien. 10. Draai de stelschroef op het deksel vast met een inbussleutel van 1,5 mm. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 17: Geïntegreerde Montagepunten

    3 Installatie 3.4.5    Geïntegreerde montagepunten De ULTIMA X5000 transmitter kan worden gemonteerd op een oppervlak zonder extra beugels met behulp van de  geïntegreerde montagebouten. Afbeelding 14 Interne montagebouten (niet geschikt voor ULTIMA XIR PLUS sensoren) Er is een aanvullende montagebeugel nodig voor montage van de ULTIMA X5000 met een bevestigde ULTIMA XIR PLUS  sensor. Afbeelding 15 Montagebeugel voor ULTIMA X5000 (geschikt voor ULTIMA XIR PLUS-sensoren) 3.4.6    Montagepunten JB5000-aansluitkast U kunt de JB5000-aansluitkast rechtstreeks monteren met de 4 geïntgreerde 10-32 draadgaten aan de achterzijde van de  behuizing of met gebruik van een montagebeugel (onderdeelnr. 10206570). Afbeelding 16 JB5000-beugelbevestiging Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 18: Aanpasbare Buismontage

    3 Installatie 3.4.7    2" (50,8 mm) buismontage De geïntegreerde montagebouten op de toestelbehuizing kunnen worden gemonteerd op een 2" (50,8 mm) buis met een  standaard U-beugel. MSA kan U-beugels leveren als optionele accessoire (ond.nr. 10179873), maar elke 2" (50,8 mm)    buis-U-beugel, geschikt voor het gewicht en de afmetingen van de ULTIMA X5000, kan worden gebruikt. Afbeelding 17 2" (50,8 mm) buismontage met U-beugel 3.4.8    Aanpasbare buismontage Om de X5000 te monteren op buizen met een diameter van 1-6” (20-150 mm) kunt u een universele buismontagekit  (onderdeelnr. 10176946) gebruiken. Er worden twee beugels gemonteerd over de bovenkant van de geïntegreerde  montagebouten en aangebracht met instelbare buisband (niet inbegrepen). Afbeelding 18 Aanpasbare buismontage 3.4.9    Leidingmontage Leidingmontagesets zijn leverbaar voor het bewaken van de lucht in platte of ronde leidingen. Sets voor ronde  leidingmontage zijn verkrijgbaar voor kleine buizen 12-20" (305-508 mm) in diameter (ond.nr. 10179124) en grote buizen  20-40" (508-1016 mm) in diameter (ond.nr. 10179321). De montageset voor platte leidingen (ond.nr. 10176947) is  universeel voor platte leidingen. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 19 OPMERKING  Voor een goede kalibratie moet de luchtstroom in de leiding nul zijn. Afbeelding 19 Montageset voor platte leidingen Afbeelding 20 Montageset voor ronde leidingen 3.4.10    M ontage met zonwering Een zonwering is vereist om de ULTIMA X5000 te beschermen tegen direct zonlicht (onderdeelnummer 10180254). De  zonwering kan bij alle montageconfiguraties worden gebruikt. Afbeelding 21 Zonwering met beugel voor wandmontage Afbeelding 22 Zonwering met universele buismontage 3.4.11    M onteren met een SM5000-bemonsteringsmodule Een aanzuigpomp (ond.nr. 10058101) en een DC pomp (ond.nr. 10043264) zijn leverbaar voor gebruik met de X5000 met  digitale of XIR-sensoren. Meer informatie over de montage-eisen en gebruik met SM5000-bemonsteringsmodules vindt u  de gebruiksaanwijzing(en) van de SM5000. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 20: Aansluitkast Voor Sensor Op Afstand Installeren

    3 Installatie Afbeelding 23 De SM5000 monteren met een digitale sensor Afbeelding 24 De SM5000 monteren met een XIR PLUS sensor SM5000 wordt niet in de EU verkocht. Diffusiesupervisie moet worden uitgeschakeld wanneer de SM5000 wordt gebruikt. 3.5  Aansluitkast voor sensor op afstand installeren Sensoren die op afstand worden gemonteerd, moeten de ULTIMA X5000 of JB 5000-aansluitkast gebruiken. Er kan  slechts één sensor op elke aansluitkast worden aangesloten. De behuizing van de aansluitkast is op dezelfde wijze  geconstrueerd als de ULTIMA X5000-transmitter. De montageopties en -instructies voor het aansluiten van de sensor zijn  Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 21: Aansluitingen Elektrische Voeding

    Afbeelding 25 Aansluitkast Afbeelding 26 Aansluitkast elektrische aansluitingen Als de sensor op afstand niet goed toegankelijk is, dan kan het beste een slangleiding worden geïnstalleerd waarmee  kalibratiegas vanaf het toesteldisplay kan worden toegevoerd. Leg de slangleiding naar de ULTIMA X5000-gasmonitor  zodanig dat er geen knikken, lekken of belemmeringen zijn. Zet de slangleiding vast vlakbij de monitor. 3.6  Aansluitingen elektrische voeding 3.6.1    Waarschuwingen elektriciteit - Lezen voordat u de voeding aansluit WAARSCHUWING!    • Voordat de ULTIMA X5000-transmitter wordt bedraad, moet u de voeding naar de transmitter afsluiten en  controleren dat er geen gevaarlijke atmosfeer heerst; anders is een elektrische schok of ontsteking van de  gevaarlijke atmosfeer mogelijk. • Plaats de bedrading volgens de elektrotechnische voorschriften van het land van plaatsing, de wettelijk bevoegde,  lokale instantie en deze installatie-instructies, waar van toepassing.   • Sluit niets aan op de in- of uitgang van het moederbord, de aansluitkast of relaisaansluitingen van de ULTIMA X5000  terwijl het toestel onder spanning staat. Het tot stand brengen van aansluitingen onder spanning kan een elektrische  schok of ontsteking van een gevaarlijke atmosfeer veroorzaken.   • ULTIMA X5000 met relais zijn niet goedgekeurd voor vonkvrije bedradingsmethodes. Gebruik van vonkvrije  bedradingsmethodes kan leiden tot ontsteking van een gevaarlijke atmosfeer. • Zorg ervoor dat water en vuil de eenheid niet kunnen binnendringen via de kabel of doorvoer. Wanneer de eenheid  wordt geïnstalleerd in een locatie waarvan men weet dat deze nat of vochtig is, is het zinvol om de invoerkabel te  buigen of er een lus in te leggen om het binnendringen van water te voorkomen. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 22: Toepassingen Achteraf Uitrusten Met Ultimax

    • Draadmaat moet 18-14 AWG zijn • Er moet voldoende stroom naar de X5000 worden toegevoerd in overeenstemming met de maximale draadlengtes  (zie de tabellen 1-6). Als aan deze eisen wordt voldaan, moet de prestatie van de X5000 voldoen aan de geluidsimmuniteitsnorm gelkijkwaardig  aan de UltimaX waarbij de bestaande bedrading wordt gebruikt; het is echter mogelijk dat de installatie niet voldoet aan de  laatste EMC EN50270 geluidsimmuniteitsnorm waaraan de X5000 voldoet met het aardings- en bedradingsschema zoals  aangegeven in I/O-tekening SK3015-1051. 3.6.3    Voorwaarden elektrisch gereedschap Gebruik gevlochten, afgeschermde, getwist paar, draad of kabel van instrumentkwaliteit om de kans op interferentie en  contact met andere spanningen te minimaliseren. De selectie van afgeschermde kabel moet voldoen aan lokale  voorschriften. Behalve afgeschermde draad kunnen ook kabelgoten nodig zijn in gebieden waar een grote hoeveelheid elektrische ruis is  te verwachten. Alle kabelafschermingen moeten alleen aan een uiteinde geaard worden.   De (RODE) voedingsaansluitklemmen van de ULTIMA X5000 zijn geschikt voor max. 14 AWG (2,08 mm ). Er zijn ook vier    geleiders nodig voor de ULTIMA X5000-aansluitkast op afstand. Inkomende voedings- en signaalkabels moeten gevlochten, afgeschermde kabels zijn zoals Alpha Wire 3248 of  gelijkwaardig. De gevlochten afscherming moet worden aangesloten op de instrumentbehuizing met een 360- gradenverbinding op de aarde zoals afgebeeld in Afbeelding 29  of op de aarde bij de locatie van de voedingsbron van de    gebruiker. Voor het leveren van de 11-30 VDC aan de ULTIMA X5000 is een externe voeding van klasse 2 vereist.  Inkomende voedings- en signaalkabels moeten gevlochten, afgeschermde kabels zijn zoals Alpha Wire 3248 of  gelijkwaardig 3.6.4    Voorschriften belasting aan de voeding en maximale montageafstanden Houd rekening met de toekomst als u kabelgroottes en de voeding kiest. De maximale afstand tussen de X5000- transmitter en de voeding is afhankelijk van de sensorconfiguratie (detectietechnologie en één of twee sensoren),  draadkaliber en de voedingsspanning. De tabellen hieronder vermelden de maximale afstanden voor transmittermontage.  Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 23 12 AWG Gemonteerd op  Echem 2211 3337 5314 8440 transmitter Katalytisch 1548 2335 3719 5907 XIR PLUS 1184 1787 2846 4520 Op afstand gemonteerd  Echem 2210 3335 5313 8439 op aansluitkast (tot 328  Katalytisch 1504 2294 3679 5867 XIR PLUS 1090 1697 2759 4435  Bij het bepalen van de 24V-voeding van een systeem moet u rekening houden met een inschakelstroom van 1 A met een  duur van 1 ms voor elke ULTIMA X5000 op de voeding. Veronderstelt dat de transmitter werd besteld met relais Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 24: Sensormontage

    XIR PLUS 1039 1616  Bij het bepalen van de 24V-voeding van een systeem moet u rekening houden met een inschakelstroom van 1 A met een  duur van 1 ms voor elke ULTIMA X5000 op de voeding. Veronderstelt dat de transmitter werd besteld met relais SEE TABLE 3 & 4 24V DC X5000 SENSOR 2 SENSOR 1 328 ft SEE TABLE 3 & 4 24V DC JUNCTION X5000 SENSOR 2 SENSOR 1 Afbeelding 28 Twee sensoren Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 25 Katalytisch Echem 1441 2193 3512 5596 transmitter Katalytisch 10,6 1124 1711 2741 4368 XIR PLUS 10,9 1225 2029 3295 XIR PLUS Echem 1536 2501 4024 Katalytisch 10,9 1225 2029 3295 XIR PLUS 11,6 1135 1843 2961 Bij het bepalen van de 24V-voeding van een systeem moet rekening worden gehouden met een inschakelstroom  van 1 A met een duur van 1 ms voor elke ULTIMA X5000 op de voeding.   Veronderstelt dat de transmitter werd besteld met relais Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 26 1204 XIR PLUS Echem 1467 Katalytisch 10,9 1204 XIR PLUS 11,6 1079 Bij het bepalen van de 24V-voeding van een systeem moet rekening worden gehouden met een inschakelstroom  van 1 A met een duur van 1 ms voor elke ULTIMA X5000 op de voeding.   Veronderstelt dat de transmitter werd besteld met relais Met dubbele sensoren en slechts één op afstand met een max. lengte, moet u 6 m toevoegen van de berekening van de  dubbele sensor op afstand. JUNCTION SEE TABLE 5 & 6 SENSOR 1 24V DC X5000 328 ft JUNCTION SENSOR 2 Afbeelding 29 Twee sensoren op afstand Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 27 Echem Echem 1122 1869 2881 gemonteerd op  Katalytisch 1310 2028 aansluitkast tot  XIR PLUS 1461 100 m Katalytisch Echem 1310 2028 Katalytisch 10,6 1022 1582 XIR PLUS 10,9 1198 XIR PLUS Echem 1461 Katalytisch 10,9 1198 XIR PLUS 11,6 1073 Bij het bepalen van de 24V-voeding van een systeem moet rekening worden gehouden met een inschakelstroom    van 1 A met een duur van 1 ms voor elke ULTIMA X5000 op de voeding. Veronderstelt dat de transmitter werd besteld met relais Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 28 1.  Verwijder de afdekking van de ULTIMA X5000 door deze linksom te draaien. 2.  Trek aan het metalen beugeltje, waarbij de elektronica wordt verwijderd en dan komen de sensor- en  voedingsaansluitingen vrij te liggen. 3.  Verwijder de rood gekleurde voedingsconnector. 4.  Gebruik een kleine, platte schroevendraaier om de draadingangen op de connector te openen. 5.  Strip het kabelomhulsel waardoor de afscherming en de vier draden zichtbaar worden. 6.  Sluit de draden van de voeding en de analoge uitgang aan. Draadlocaties zijn gemarkeerd op de afdekplaat (zie  Afbeelding 29 ):       mA1 - analoge uitgang van sensor 1   mA2 - analoge uitgang van sensor 2 Afbeelding 30 Voeding, HART en sensoringangen 7.  Draai de schroeven op de connectors aan en trek voorzichtig aan de draden om te controleren dat ze goed bevestigd  zitten. 8.  Verbind kabelafscherming met voet van de instrumentbehuizing (zie Afbeelding 30 ). Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 29 3 Installatie Afbeelding 31 Voeding en aardingskabel verbinden 9.  Sluit de connector aan op de board-stack, controleer of de juiste draden in de juiste aansluitklemmen zitten. 10. Verbind de HART-draden (bij optionele HART-poort). 11. Verbind an XCell of XIR PLUS sensor met behulp van de groene connector. Sensordraden zijn al verbonden zoals  afgebeeld op de afdekplaat (zie Afbeelding 31 ):   +DC (ROOD)   RS485 Com + (GRN)   RS485 Com - (BLA)   -DC (WIT) Afbeelding 32 Een sensor met de kaart verbinden OPMERKING: Sensoraansluitingen worden voorbedraad in het sensorlichaam geleverd. OPMERKING: Open draad vanaf de connector zo laten liggen kan het systeem kortsluiten. 12. Vervang de board-stack door de vier metalen steunen uit te lijnen met de vier gaten binnen in de ULTIMA X5000- behuizing. Druk stevig op de board-stack op de aangegeven plaatsen (zie Afbeelding 32 ). Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 30: Relais- En Voedingsverbindingen

    Afbeelding 33 Gemarkeerde locaties aangegeven waar u op moet drukken bij het vervangen van een board-stack OPMERKING  Zorg dat de elektronica-assemblage volledig in de montagegaten ingrijpt. Het niet goed ingrijpen kan de werking van de  aanraakinterface negatief beïnvloeden OPMERKING  • Druk niet op de linker en rechter zones waar de leds zich bevinden. Het direct drukken op het display zal het display  beschadigen en de garantie ongeldig maken. • Zorg ervoor dat het oppervlak aan de binnenzijde van het glas van de X5000 vrij is van vlekken/vuil en vet. Vuil en vet  kunnen de aanraakinterface van het display verstoren. Tabel 7 Installatieschema van de ULTIMA X5000 Model Documentnr. ULTIMA X5000 SK3015-1051 3.6.6    Relais- en voedingsverbindingen Overzicht relais board-stack De ULTIMA X5000 kan worden aangeschaft met drie relais. Twee van de relais kunnen worden geconfigureerd voor of  niet-bekrachtigd (standaard) of bekrachtigd en vasthoudend of niet-vasthoudend (standaard). Het derde relais is het ...
  • Pagina 31 Afbeelding 35 Board-stack zonder relais Afbeelding 36 Board-stack met relais Relaisspecificaties Tabel 8 Relaisspecificaties Relais SPDT (enkelpolig, wisselcontact)   Storing Normaal bekrachtigd   Waarschuwing Configureerbaar   Alarm Configureerbaar Relaiswaarden     125 of 250 VAC (resistief) 5 A, 100.000 cycli, 1,6 pk bij 250 VAC   30 VDC (resistief) 5 A Als u wisselstroom gebruikt, mogen de relaisdraden niet in dezelfde kabelgoot- of -bak lopen als de gelijkstroom naar de  ULTIMA X5000 of de ULTIMA X5000-aansluitkast. Er moet een gescheiden draadingang op het toestel worden gebruikt  voor wisselstroom aangesloten op de relais. De ULTIMA X5000 is geconstrueerd met een extra draadingang hiervoor. Het overschrijden van de voltampèrewaarde van de relais kan schade aan de schakelcontacten veroorzaken. WAARSCHUWING!  ULTIMA X5000 met relais is niet goedgekeurd voor Categorie 2- of Zone 2-bedradingsmethodes. Gebruik van Categorie  2- of Zone 2-bedradingsmethodes kan leiden tot ontsteking van een gevaarlijke atmosfeer. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 32 3 Installatie Relaisverbindingen naar inductieve belastingen Als relais op motoren, TL-buizen of andere inductieve ladingen worden aangesloten, moeten vonken of inductieve  feedback die zich kunnen voordoen op het relaiscontact worden onderdrukt. Hierdoor kan de eenheid niet meer  functioneren. ® Een manier om dit effect te verminderen is het plaatsen van een Quencharc  (ond.nr. 630413) over de te schakelen  lading. Storingsrelais en configuraties De storingsrelaistoestand in een storingsvrije status is bekrachtigd en klemaansluitingen worden geleverd voor Normaal  Gesloten en Normaal Open. De bekrachtigde storingsrelaisinstelling biedt een elektrisch pad voor storingsvrije werking. In geval van storing,  waaronder stroomstoring, zal het relais naar de niet-bekrachtigde toestand gaan om een storing aan te geven. De storingsrelaisstatus kan niet worden hergeconfigureerd. Bekrachtigingsstatus en klemaansluitingen relais De ULTIMA X5000-relais kunnen worden geselecteerd als bekrachtigd of niet-bekrachtigd op het toestel. De standaard  configuratie is niet-bekrachtigd. Welke bekrachtigingsstatus de voorkeur geniet, moet u bepalen voordat u de verbindingen  tot stand brengt. Tabel 9  toont de klemaansluitingen per bekrachtigingsstatus en is van toepassing op zowel relais 1 als  relais 2. Tabel 9 Relaisklemaansluitingen per bekrachtigingsstatus Bekrachtigingsstatus NC (normaal gesloten) NO (normaal open) Niet-bekrachtigd (standaard) Gesloten Open Bekrachtigd Open Gesloten Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 33: Werking

    Nadat een sensor een uur is geïnstalleerd, bekrachtigd en zich heeft aangepast aan de omgeving, moet een kalibratie  worden uitgevoerd. Zie 5   K alibratie voor meer gegevens. 4.1.2    Opwarmingstijden van de sensor WAARSCHUWING!  Laat de sensoren voor optimale prestaties 24 uur (72 uur voor ETO) acclimatiseren aan de toepassingsomstandigheden  voordat u de eerste kalibratie uitvoert. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. XIR PLUS: ≤ 5 min CO: 30 min (zie hierna) : ≤ 5 min S: ≤ 5 min : 30 min : ≤ 5 min : ≤ 5 min HCL: ≤ 10 min HCN: ≤ 5 min : ≤ 10 min HF: ≤ 5 min : ≤ 5 Min : ≤ 5 min ETO: ≤ 60 min (zie hierna) Laag O : ≤ 30 min Pellistor: ≤ 5 min NO: ≤ 10 min   Gascodes 10, 11, 12, 14 en 71 van koolmonoxide- en ethyleenoxidesensoren moeten mogelijk de eerste keer langer dan  30 minuten worden opgewarmd. Als de opwarmtijd van 30 minuten voorbij is, kan de sensor een positieve uitlezing tonen  die het alarmniveau overschrijdt. In het geval van een kortdurende stroomstoring zal de opwarmperiode voor  koolmonoxide- en ethyleenoxidesensoren significant korter zijn. Zie Tabel 10   O pwarmduur voor schatting van de  benodigde opwarmtijd. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 34: Instellingen

    Het pijltje verdwijnt en het eerste te wijzigen cijfer verschijnt onderstreept. 2.  Scroll door de getallen met ↓. 3.  Gebruik → om naar het volgende cijfer te gaan. Wanneer het pijltje weer verschijnt, is het wijzigen van de waarde klaar. Wanneer een nieuwe waarde is ingevoerd, vergeet dan niet om de instellingen op te slaan: • Gebruik OPSLAAN voordat u het menu verlaat, anders gaan de instellingen verloren. • Gebruik TERUG om naar het vorige scherm te gaan. • Gebruik ANNULEREN om naar het hoofdinstelmenu te gaan (d.w.z. TERUG). • Gebruik HOME om terug te gaan naar het gasuitleesdisplay. 4.2.1    Instrumentinstellingen De volgende instellingen worden opgeslagen in het geheugen van het toestel en worden niet gewijzigd als het type sensor  wordt gewijzigd. 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Selecteer om het menu te openen. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 35 Datum instellen UTC-5 (Fabrieksdatum  Jaar (2000-2999) Maand    en tijd) (jan-dec) Dag (0-31) Tijd    (0:00-23:59) Wachtwoord Uitgeschakeld 0000-9999, incr. 0001     Controllerdata resetten N.V.T. Controllerdata resetten   Weergave-eenheden Sensorafhankelijk (zie  ppmmg/m µMol%Vol   Tabel 14 )   Toestelnaam Leeg Alleen configureerbaar via    HART en Bluetooth   Algemene reset N.V.T. Algemene reset    Reinigingsmodus niet beschikbaar Relaisstatus bekrachtigd of niet-bekrachtigd instellen Relais 1 en 2 zijn standaard niet-bekrachtigd. Relais 3 is een storingsrelais dat op bekrachtigd is ingesteld en kan niet  worden gewijzigd. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 36 Instellen status Alarmrelais: 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Selecteer Relaisinstellingen. 4.  Selecteer Relaisstatus. 5.  Selecteer Relais 1 of Relais 2. 6.  Selecteer Bekrachtigd of Niet-bekrachtigd. Relais toewijzen Relais 1 en Relais 2 kunnen worden geconfigureerd voor gemeenschappelijk, discreet en hoormodi via het  toesteldisplaymenu of X/S Connect app. De standaard instelling relais toewijzen is gemeenschappelijke modus. In de  gemeenschappelijke modus wordt relais 1 geactiveerd door alarm 1 op beide sensoren en relais 2 wordt geactiveerd door  alarm 2 op beide sensoren. Afbeelding 37 Relaisadres gemeenschappelijke modus en alarmactivering De discrete modus maakt gescheiden actie voor elke sensor mogelijk. Relais 1 wordt geactiveerd door alarmen van sensor  1 en relais 2 wordt geactiveerd door alarmen van sensor 2. Afbeelding 38 Relaisadres discrete modus en alarmactivering Hoornmodus maakt het mogelijk om lokaal een door een relais geactiveerde hoorn te bevestigen, terwijl de alarmstatus  nog van kracht is. Alle alarmen op beide sensoren activeren beide relais, maar het tweede relais kan worden bevestigd  door met één vinger een van de EZ-aanraakknoppen in te drukken en deze 1 seconde ingedrukt te houden alvorens deze  los te laten. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 37 Instelling uitgang (mA) 3,5 mA 1,25 mA 1  2 standaard storingsrelais analoge uitgang standaard Storing 1,25 Open, vasthoudend Bereik: 0,000- 3,750‰ Increment: 0,025 Kalibratie (excl. O Gesloten, geen actie Bereik: 0,000- 3,750 Increment:  0,025 Reinigingsmodus (NIET  Gesloten, geen actie Bereik: 0,000- INGESCHAKELD) 3,750 Increment:  0,025 Onderhoud Gesloten, geen actie Bereik: 0,000- 3,750 Increment:  0,025  kalibratie 21,7 Zelfde als  Gesloten, geen actie Bereik: 0,000- kalibratie 3,750 Increment:  0,025 Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 38 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Scroll en selecteer Kal waarschuwing inschakelen. 4.  Selecteer Kal waarschuwing inschakelen. 5.  Scroll en selecteer Opslaan. Bluetooth-communicatie inschakelen Elke ULTIMA X5000, besteld met Bluetooth, wordt geleverd met de communicatie standaard ingeschakeld. Bluetooth  moet worden ingeschakeld voordat Bluetooth-functies kunnen werken. Een compatibele Bluetooth-host met de X/S  Connect app is nodig voor verbinding. Bluetooth uitschakelen: 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Scroll en selecteer Bluetooth. 4.  Selecteer Bluetooth status. 5.  Selecteer Uitschakelen. 6.  Selecteer Opslaan. Toestellen die zonder Bluetooth zijn besteld, bevatten geen Bluetooth-chip, maar kunnen wel Bluetooth als  menuoptie hebben. Als een gebruiker op een dergelijk toestel Bluetooth wil activeren, lijkt het alsof de instelling  voor activeren niet wordt opgeslagen. Controleer de productconfiguratie. Als de derde waarde een niet-nul  waarde is, kan het product zonder Bluetooth worden besteld. Bluetooth koppelen Het instrumentgeheugen kan tot 25 mobiele toestellen in het geheugen opslaan. De groene LEDs zullen als visuele indicatie schakelen en snel knipperen wanneer een toestel wordt gekoppeld. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 39 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Scroll en selecteer Bluetooth. 4.  Scroll en selecteer Alles resetten. 5.  Selecteer Doorgaan. OPMERKING  Met Alles resetten wordt het geheugen met alle koppelingen gewist. Alle toestellen moeten dan weer op het toestel  opnieuw worden gekoppeld. Bluetooth Label ID Zie 4.3   S tatusmenu om de Bluetooth-identificatie te bekijken. Min/max/gemiddelde De minimum, maximum en gemiddelde gaswaarden kunnen worden ingesteld op een door de gebruiker gedefinieerd  interval. Als het interval bijvoorbeeld is ingesteld op 24 en het starttijdstip op 6 dan zullen de min/max/gem waarden om de  24 uur updaten te beginnen op 6.00 uur. Het standaard interval is 1 uur en starttijd is 0.00 uur. Het interval en starttijd worden gestuurd door de Tijd en Datum van  de transmitter. Wijzigen van het min/max/gem interval en de tijd: 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Scroll en selecteer min/max/gemiddelde. 4.  Selecteer Interval instellen. 5.  Voer interval in (1u, 8u, 24u) en Opslaan. 6.  Scroll naar Starttijd instellen. 7.  Voer starttijd in (0-24u) en Opslaan. De min/max/gemiddelde waarden kunnen alleen worden bekeken via de X/S Connect-app of HART. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 40 3.  Scroll en selecteer Verwisselvertraging. 4.  Selecteer Ingeschakeld of Uitgeschakeld. 5.  Selecteer Opslaan. Tijd en datum instellen Op de fabriek worden tijd en datum op GMT ingesteld. Bij selectie wordt de actuele datum weergegeven. Selecteer  Wijzigen om tijd en datum te bewerken. De gebruiker moet opslaan om naar de volgende datuminstelling te kunnen gaan.  De min/max/gemiddelde instellingen worden gestuurd door datum en tijd moeten voor de nauwkeurigheid van gegevens  worden gewijzigd naar lokale tijd. Tijd en datum wijzigen: 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Scroll en selecteer Datum instellen. 4.  Scroll en selecteer Wijzigen. 5.  Selecteer Jaar en Opslaan. 6.  Selecteer Maand en Opslaan. 7.  Selecteer Dag en Opslaan. 8.  Stel Tijd in en Opslaan. U kunt ook de X/S Connect-app gebruiken om tijd en datum met een mobiel toestel te synchroniseren. Wachtwoord inschakelen Voor het inschakelen van het wachtwoord moet de gebruiker het wachtwoord invoeren voordat hij naar een van de  onderdelen van het instelmenu gaat. Het scherm voor wachtwoordinvoer staat standaard op 0000 en is standaard  uitgeschakeld. Wanneer het wachtwoord is uitgeschakeld, verschijnt er een slotje in de hoek rechtsboven in het display. Als het wachtwoord verloren is gegaan, belt u MSA Customer Service op 1-800-672-2222. Het wachtwoord inschakelen: 1.  Scroll naar Instellingen. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 41 5.  Voer het gewenste wachtwoord in. 6.  Selecteer Opslaan. 7.  Scroll en selecteer Opslaan om het wachtwoord te bevestigen. Taal Het hoofddisplay van de Ultima X5000 kan in verschillende talen worden bekeken. Beschikbare talen: Engels, Frans,  Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Russisch, Chinees en Duits. De X/S Connect-app is alleen beschikbaar in het Engels en verandert niet als de displaytaal op de ULTIMA X5000 wordt  gewijzigd. Het wijzigen van de displaytaal: 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Scroll en selecteer Taal. 4.  Selecteer Engels, Frans, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Russisch, Chinees of Duits. 5.  Scroll en selecteer Opslaan. Controllerdata resetten Controllerdata resetten zal alle instellingen in de hoofd-PCBA naar de fabrieksinstellingen resetten en de eenheid  opnieuwe laten opstarten. Data naar fabriekswaarden resetten: 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Scroll en selecteer Controllerdata resetten. 4.  Selecteer Doorgaan. De eenheid zal opnieuw opstarten en de analoge uitgang gaat naar de waarden die voor Onderhoud werden ingevoerd. Weergave-eenheden De standaard weergave-eenheden zijn afhankelijk van het sensortype. Zie tabel 9 voor standaard sensoreenheden. Voor  brandbaar gassensoren is alleen % LEL beschikbaar. Voor zuurstofsensoren is alleen % beschikbaar. Weergave-eenheden wijzigen: Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 42: Sensorinstellingen

    3.  Scroll en selecteer Eenheden. 4.  Selecteer PPM, mg/m  of μMol. 5.  Scroll en selecteer Opslaan. Labelnummer Toont actueel label. Standaard is leeg. Hieronder staan geldige karakters waarmee men de eenheid kan identificeren.  Invoeren van het label is alleen mogelijk via de X/S Connect app en HART. Als het label is gewijzigd, wordt dit de naam die  door de transmitter wordt gebruikt voor het signaleren van het Bluetooth-signaal. Afbeelding 40 Geldige karakters Algemene reset Met Algemene reset wordt het instrument opnieuw opgestart, zonder de instellingen te wijzigen. Algemene reset: 1.  Scroll naar Instellingen. 2.  Selecteer Instrument. 3.  Scroll en selecteer Eenheid resetten. 4.  Selecteer Doorgaan. De eenheid zal opnieuw opstarten en de analoge uitgang gaat naar de waarden die voor Onderhoud werden ingevoerd. 4.2.2    Sensorinstellingen De volgende instellingen worden op de ULTIMA X5000 bewaard zodat, als de sensor wordt vervangen door hetzelfde type  sensor (gas en bereik), de instellingen gelijk blijven. Als een ander type sensor en bereik wordt gebruikt om de eerdere  sensor te vervangen, worden de standaard instellingen van de nieuwe sensor geüpload naar het toestel. Sensorinstellingen wijzigen: 1.  Scroll naar Instellingen en selecteer dit. 2.  Selecteer Sensor. 3.  Selecteer een optie om het menu te openen. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 43 Alarmacties wijzigen: 1.  Scroll naar Instellingen en selecteer dit. 2.  Selecteer Sensor. 3.  Selecteer Alarminstellingen. 4.  Scroll en selecteer Alarmacties. 5.  Selecteer Sensor 1 of Sensor 2. 6.  Selecteer Alarm 1 acties of Alarm 2 acties. 7.  Selecteer Uitgeschakeld, Toenemend/Niet-vasthoudend, Toenemend/Vasthoudend, Afnemend/Niet-vasthoudend  of Afnemend/Vasthoudend. 8.  Scroll en selecteer Opslaan. Meetbereikwaarde De spanwaarde wordt gebruikt om het kalibratiepunt in te stellen. De standaard spanwaarden zijn ongeveer de helft van  het totale bereik van de sensor zoals deze is aangeschaft (zie Tabel 14 ). Als het bereik wordt gewijzigd, moet de  spanwaarde ook worden gewijzigd voor een betere nauwkeurigheid voor het volledige schaalbereik. Voordat de spanwaarde wordt gewijzigd, moet de gebruiker controleren of de juiste concentratie kalibratiegas beschikbaar  is. De concentratie kalibratiegas moet overeenkomen met de spanwaarde, behalve als propaan wordt gebruikt om een  brandbaar gassensor te kalibreren bij een andere kruisreferentiewaarde van het gas. Spanwaarde wijzigen: 1.  Scroll naar Instellingen en selecteer dit. 2.  Selecteer Sensor. 3.  Scroll en selecteer Spanwaarde. 4.  Actuele spanwaarde wordt weergegeven. 5.  Voer de gewenste spanwaarde in. 6.  Scroll en selecteer Opslaan. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 44 Het sensorbereik wijzigen: 1.  Scroll naar Instellingen en selecteer dit. 2.  Selecteer Sensor. 3.  Scroll en selecteer Sensorbereik. 4.  Actuele sensorbereik wordt weergegeven. 5.  Voer het gewenste sensorbereik in. 6.  Scroll en selecteer Opslaan. Het wijzigen van het sensorbereik zal ook invloed hebben op de analoge uitgangswaarden voor alarmdrempels. Gastabel De ULTIMA XIR PLUS brandbaar gassensor kan worden gekalibreerd voor een ruim scala aan verbindingen, zie 9   B ijlage:  Kalibratiegids voor extra gassen voor een lijst met gassen, spanwaarden en gastabelwaarden. De XIR PLUS-sensor is alleen qua prestatie goedgekeurd voor methaan en propaan. Gastabel # Doelgas Methaan Propaan Ethaan Butaan Pentaan Hexaan Cyclopentaan Ethyleen Merk op dat de gastabelnummers die hierboven worden vermeld, verschillende lineariteitcurves voor infrarood  absorberende gassen vertegenwoordigen. Hogere gastabelnummers vertegenwoordigen meestal zwakker absorberende  gassen. Elke curve vertegenwoordigt een lineariteit die van toepassing is op een groep koolwaterstofgassen en niet  noodzakelijkerwijs één specifiek gas. Het getoonde doelgas is representatief voor een groep gassen met dezelfde  lineariteit. WAARSCHUWING!  De XIR PLUS sensor moet na verandering van gastabel en/of spanwaarde worden gekalibreerd. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 45 3.  Scroll en selecteer Sensor resetten. 4.  Selecteer Doorgaan. OPMERKING: Bij Sensor resetten kan het 10 seconden duren voordat het aftellen van de sensor begint. 5.  Kalibreer de sensor om de storing Sensorconfiguratie resetten te wissen. Sensor uitschakelen Bij het verwijderen van een sensor uit de transmitter terwijl de stroom nog aan staat, gaat de ULTIMA X5000 naar de  storing Sensor ontbreekt nadat de periode van twee minuten voor Verwisselvertraging is verlopen (indien ingeschakeld).  Als Verwisselvertraging is uitgeschakeld, gaat de transmitter direct naar de storing Sensor ontbreekt, nadat de sensor uit  de transmitter is verwijderd. Als het systeem uit staat op het moment dat de sensor wordt verwijderd, gaat de transmitter  naar een storing zodra het opstarten voltooid is. Deze storing kan worden verwijderd door de positie van de betroffen  sensor uit te schakelen. Het uitschakelen van een sensor verwijdert de storing en stopt communicatie met de sensor, de sensorwaarde in het  display wordt verwijderd en het mA-kanaal voor die sensorpositie wordt ingesteld op 0 mA. De ULTIMA X5000 heeft  standaard de positie van Sensor 2 uitgeschakeld. Als op een bepaald moment een sensor verbonden is met een positie die  uitgeschakeld is, zal de ULTIMA X5000 automatisch die sensorpositie inschakelen. De sensor na verwijderen uitschakelen: 1.  Scroll naar Instellingen en selecteer dit. 2.  Selecteer Sensor. 3.  Scroll en selecteer de sensor die u wilt uitschakelen (Sensor #1 of Sensor #2). 4.  Scroll en selecteer Sensor uitschakelen. Slechts één sensor kan per keer worden uitgeschakeld. De transmitter staat niet toe dat beide sensorposities  gelijktijdig worden uitgeschakeld. Op de ULTIMA X5000 kan alleen een sensor worden uitgeschakeld nadat de transmitter naar storing Sensor  ontbreekt is gegaan. Diffusiesupervisie Diffusiesupervisie bewaakt actief de sensorinlaatopening op obstructies. Als een obstructie wordt waargenomen, gaat de  sensor in de storingsmodus en waarschuwt gebruikers en de regelkamer dat er geen gas wordt gezien als gevolg van een  obstructie. Voorwerpen die direct op of in de sensorinlaatopening zitten en het gaspad beïnvloeden, worden bijna zeker  ontdekt door de diffusiesupervisie. Voorbeelden hiervan zijn verf, tape, water en vuil. Kleine hoeveelheden van dit  materiaal kunnen zichtbaar zijn op de inlaatopening terwijl ze het gaspad niet zodanig beïnvloeden dat de  diffusiesupervisie een storing veroorzaakt. Een storingssignaal zal alleen worden verzonden, wanneer het systeem  bepaalt dat de hoeveelheid materiaal dat op of in de sensorinlaatopening zit, het gaspad negatief beïnvloedt. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 46 4 Werking Zelfs als er geen storing door de diffusiesupervisie wordt geactiveerd, is het toch goed om, tijdens de inspectie  van de sensor, de sensorinlaatopening vrij te maken van eventueel vreemd materiaal. In- of uitschakelen van de diffusiesupervisie: 1.  Scroll naar Instellingen en selecteer dit. 2.  Selecteer Sensor. 3.  Scroll en selecteer Diffusiesupervisie. 4.  Scroll en selecteer Inschakelen of Uitschakelen. 5.  Scroll en selecteer Opslaan. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 47 4 Werking Tabel 14 Standaard sensorinstellingen Alarm  Alarm  Eenhei Alarm  Alarm  Alarmac Spanwaa Bereik  1  2  Alar Alar Bere Bere Draadt TruC Displayres d  1  2  tie  rde  Spanwaa Spanwaa Gas (code) standa standa standa m  m  ik  ik  olutie standa standa standa standaa...
  • Pagina 48 4 Werking Alarm  Alarm  Eenhei Alarm  Alarm  Alarmac Spanwaa Bereik  1  2  Alar Alar Bere Bere Draadt TruC Displayres d  1  2  tie  rde  Spanwaa Spanwaa Gas (code) standa standa standa m  m  ik  ik  olutie standa standa standa standaa standaar rde min rde max ard AO ...
  • Pagina 49 4 Werking Alarm  Alarm  Eenhei Alarm  Alarm  Alarmac Spanwaa Bereik  1  2  Alar Alar Bere Bere Draadt TruC Displayres d  1  2  tie  rde  Spanwaa Spanwaa Gas (code) standa standa standa m  m  ik  ik  olutie standa standa standa standaa standaar rde min rde max ard AO ...
  • Pagina 50 4 Werking Alarm  Alarm  Eenhei Alarm  Alarm  Alarmac Spanwaa Bereik  1  2  Alar Alar Bere Bere Draadt TruC Displayres d  1  2  tie  rde  Spanwaa Spanwaa Gas (code) standa standa standa m  m  ik  ik  olutie standa standa standa standaa standaar rde min rde max ard AO ...
  • Pagina 51 4 Werking Alarm  Alarm  Eenhei Alarm  Alarm  Alarmac Spanwaa Bereik  1  2  Alar Alar Bere Bere Draadt TruC Displayres d  1  2  tie  rde  Spanwaa Spanwaa Gas (code) standa standa standa m  m  ik  ik  olutie standa standa standa standaa standaar rde min rde max ard AO ...
  • Pagina 52 4 Werking Alarm  Alarm  Eenhei Alarm  Alarm  Alarmac Spanwaa Bereik  1  2  Alar Alar Bere Bere Draadt TruC Displayres d  1  2  tie  rde  Spanwaa Spanwaa Gas (code) standa standa standa m  m  ik  ik  olutie standa standa standa standaa standaar rde min rde max ard AO ...
  • Pagina 53 4 Werking  Alleen sensoren van Klasse I Categorie 2/Zone 2 hebben geen vlamdover (ook wel frit genoemd). Grove draden op de sensorassemblage en het sensorlichaam worden  gebruikt ter voorkoming dat een klant deze installeert in een sensorlichaam van Klasse I Categorie 1/Zone 1. TruCal niet beschikbaar Voorzien van Adaptive Environmental Compensation (AEC, adaptieve omgevingscompensatie) Voorzien van AEC en diffusiesupervisie ULTIMA® X5000...
  • Pagina 54 4 Werking Tabel 15 Standaard sensorinstellingen - XIR Plus sensoren Alarm 1  Alarm 2  Bereik  Eenheid  Alarm 1  Alarm 2  Spanwaar Alar Alar Berei Displayresol standaa standaa Alarmactie  Berei Spanwaar Spanwaar Gas (code) standaa standaa standaa standaa de  m  m  k  utie rd AO  rd AO  standaard k min de min de max...
  • Pagina 55 4 Werking Alarm 1  Alarm 2  Bereik  Eenheid  Alarm 1  Alarm 2  Spanwaar Alar Alar Berei Displayresol standaa standaa Alarmactie  Berei Spanwaar Spanwaar Gas (code) standaa standaa standaa standaa de  m  m  k  utie rd AO  rd AO  standaard k min de min de max standaard (mA) (mA) 100%  LEL ethanol  niet-vasth (CG) XIR PLUS0 - ...

  • Pagina 56: Statusmenu

    ○ Sensortype ○ Levensduur en gezondheid ○ Vorige kalibratiedata alarminstellingen ○ Alarm 1 instelpunt ○ Alarm 1 acties ○ Alarm 2 instelpunt ○ Alarm 2 acties ○ Relaisinstelling ○ Adressering bekrachtigingsstatus ○ Bluetooth Label ID 3.  Gebruik → om naar het hoofdmenu terug te gaan. 4.3.1    Levensduur en gezondheid - XCell H S en CO-sensoren alleen met TruCal De informatie Levensduur en gezondheid rapporteert de algemene gezondheidsstatus van de sensor. XCell sensoren  TruCal (zwavelwaterstof en koolmonoxide) berekenen de actuele sensorgevoeligheid met behulp van automatische  pulscontroles. De puls stimuleert bij de XCell-sensor een respons alsof een echt kalibratiegas wordt toegevoerd. De  gestimuleerde respons wordt vergeleken met de laatste kalibratie en zal aanpassingen uitvoeren aan de gevoeligheid zodat  deze klopt met de laatste kalibratie. Wanneer de benodigde aanpassing groter is dan de nauwkeurigheid van de  aanpassing van het algoritme, zal de sensor om een kalibratie vragen. Alle digitale sensoren, inclusief pellistors en zuurstofsensoren, vertonen een levensduur- en gezondheidsstatus  van 'Goed' of 'Redelijk' op basis van de volgende berekening: Er is sprake van een goede conditie wanneer de huidige gekalibreerde spangevoeligheid groter is dan 50% van  de weg tussen de initiële kalibratiegevoeligheid en de spangevoeligheid aan het einde van de levensduur. Er is  sprake van redelijke conditie als de huidige spangevoeligheid minder is dan 50% van de weg van de initiële  kalibratie en de spangevoeligheid aan het einde van de levensduur. OPMERKING  Gebruik van verlopen kalibratiegas of onjuist kalibratiegas kan voortijdig leiden tot de status 'Redelijk'. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 57: Kalibratie

    Koolmonoxide 0-100  60 ppm 710882 710882- CALKIT1 KIT1 0-500  300 ppm 10027938 10027938- CALKIT1 KIT1 0-1000  400 ppm 10028048 10028048- CALKIT1 KIT1 Waterstof 0-1000  500 ppm 10022386 19922386- CALKIT1 KIT1 Zwavelwatersto 0-10  5 ppm 10028084 10028084- CALKIT1 KIT1 Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 58 10028074- CALKIT1 KIT1 Waterstoffluorid 0-10  10 ppm 10053747 10053747- CALKIT3 KIT3 Ethyleenoxide 0-10  4 ppm 10221123 10221123- CALKIT3 KIT3 Chloordioxide 0-3 ppm 10 ppm 10028068 10028068- CALKIT1 KIT1 Waterstofcyani 0-50  10 ppm 10028072 10028072- CALKIT1 KIT1 Waterstofchlori 0-50  10 ppm  10053747 10053747- CALKIT3 KIT3 Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 59 0-5% 2,50% 10028024 10028024- CALKIT1 KIT1 0-100%  0,8%  waterstof  10028046- 4%  (20% LEL) 10028046 CALKIT1 KIT1 watersto 0-100%  0,6%  propaan  1,05%  Brandbaar  (45% LEL) heptaan (pellistor) 0-100%  10028034- 0,6%  10028034 CALKIT1 KIT1 0,85%  propaan  heptaan  (56% LEL) (ATEX) 0-100%  0,6%  propaan  Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 60: Kalibratiefrequentie

     Balanslucht  Balansstikstof  Waterstoffluoridesensor gekalibreerd met 10 ppm HCL en een bereikwaarde van 6 ppm  Chloordioxidesensor kalibreren met 10 PPM NO  en een bereikwaarde van 1,4 ppm Flowsnelheden: CALKIT1 = 1 liter/min CALKIT2 = 0,25 liter/min CALKIT3 = 0,5 liter/min, SST-regelaar, gebruikt met HCL = vraagregelaar, gebruikt met  CALKIT4 bemonsteringssystemen 5.2  Kalibratiefrequentie De frequentie van de kalibratiegastesten hangt af van de bedrijfstijd, chemische blootstelling en type sensor. Vooral bij  nieuwe installaties of toepassingen wordt aanbevolen de eerste sensoren vaker te kalibreren om de sensorprestatie in deze  specifieke omgeving goed vast te leggen. Hiervoor noteert u gaswaarden "waargenomen" en "na kalibratie" en houdt u het percentage aanpassing qua tijd bij. Dan  kunt u de kalibratie-intervallen geleidelijk vergroten totdat het percentage aanpassing groter is dan de verwachte  nauwkeurigheid van de sensor. 5.3  Kalibratiefrequentie voor XCell-sensoren met TruCal (alleen H S & CO) WAARSCHUWING!  Bepaalde omstandigheden kunnen de prestaties van diffusiesupervisie en/of TruCal-tests voorkomen. Als een dergelijke  omstandigheid 90 aanhoudt, adviseert de XCell-sensor met TruCal een kalibratie die wordt gecommuniceerd via het  transmitterdisplay en leds. Als Kalibratiewaarschuwing is ingeschakeld, wordt de milliampère-uitgang ook naar de  kalibratiewaarschuwingsuitgang gestuurd. Voer een kalibratie uit als het toestel dat adviseert. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. 5.3.1    Kalibratiefrequentie voor XCell-sensoren met TruCal en diffusiesupervisie (alleen H S & CO ) Sensoren met TruCal-technologie passen de gevoeligheid aan zonder handmatige interventie of kalibratie, tenzij de sensor  hierom vraagt. Als de aangepaste gevoeligheid van TruCal te veel afwijkt van de gevoeligheid van de laatste gaskalibratie,  zal de sensor een kalibratie aanraden of, in extreme gevallen, vereisen. Als een kalibratie wordt aangeraden, geven de  Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 61: Kalibratietypes: Nulpunt T.o.v. Span

    5 Kalibratie ledstatusindicatoren van de transmitter een langzame puls in groen. Gebruikers kunnen ook de functie  Kalibratiewaarschuwing activeren, waarmee een milliampère signaal verstuurd wordt op de analoge uitgang naar de  regelkamer als een kalibratie aangeraden wordt. Als een kalibratie vereist is, knipperen de statusleds geel en geeft de  transmitter de storing “Kalibratie vereist” aan. Wanneer Diffusiesupervisie is ingeschakeld, bewaken de sensoren ook de  sensorinlaatopening actief op obstructies en initiëren een fout als het gasdiffusiepad belemmerd wordt. Als diffusiesupervisie en kalibratiewaarschuwing zijn ingeschakeld, kan de tijd tussen geplande kalibraties  worden verlengd tot 24 maanden. Als kalibratie en/of diffusiesupervisie zijn uitgeschakeld, volgt de kalibratiefrequentie de aanbevolen instelling in 5.3.2     Kalibratiefrequentie voor XCell-sensoren met TruCal zonder diffusiesupervisie (alleen H2S & CO). 5.3.2    Kalibratiefrequentie voor XCell-sensoren met TruCal zonder diffusiesupervisie (alleen H S & CO) Sensoren met TruCal-technologie passen de gevoeligheid aan zonder handmatige interventie of kalibratie, tenzij de sensor  hierom vraagt. Als de aangepaste gevoeligheid van TruCal te veel afwijkt van de gevoeligheid van de laatste gaskalibratie,  zal de sensor een kalibratie aanraden of, in extreme gevallen, vereisen. Als een kalibratie wordt aangeraden, geven de  ledstatusindicatoren van de transmitter een langzame puls in groen. Gebruikers kunnen ook de functie  Kalibratiewaarschuwing activeren, waarmee een milliampère signaal verstuurd wordt op de analoge uitgang naar de  regelkamer als een kalibratie aangeraden wordt. Als een kalibratie vereist is, knipperen de statusleds geel en geeft de  transmitter de storing “Kalibratie vereist” aan. Zonder diffusiesupervisie moet nog steeds regelmatig een kalibratie van de  sensor worden uitgevoerd om te controleren of de sensorinlaatopening niet geblokkeerd is. Hoe goed de TruCal-sensorprestatie werkt, hangt af van de toepassing, blootstelling aan achtergrondgassen en omgeving.  Om XCell-sensoren te valideren met TruCal wordt een regelmatige kalibratiecyclus aanbevolen en aanbevolen de waarden  "waargenomen" en "na kalibratie" te noteren waarbij het percentage aanpassing gedurende een periode wordt  bijgehouden. Zodra er een basislijn is vastgesteld kunnen de kalibratie-intervallen worden verlengd totdat het percentage  aanpassing groter is dan de verwachte nauwkeurigheid van de sensor. 5.4  Kalibratietypes: nulpunt t.o.v. span De ULTIMA X5000 heeft twee soorten kalibratie: nulpunt- en spankalibratie. Nulpuntkalibratie reset de waarde van de basislijnwaarde tot nul. Als het doelgas naar verwachting zo nu en dan aanwezig  is, kan men het beste ook een nulgascilinder gebruiken tijdens de nulpuntkalibratie. Als het doelgas niet aanwezig is in de  atmosfeer, is een aanvullende kalibratiecilinder niet nodig. De optie "Kalibratie" houdt in eerst een nulgas toevoeren gevolgd door het spangas. Het spangas is een bekende  concentratie gas dat de nauwkeurigheid en precisie van de transmitter aanpast aan de bekende waarde; dit wordt  "Spanwaarde" genoemd. Zie Afbeelding 41 . Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 62: Nulpunt Van Xcell-Sensoren Kalibreren

    5 Kalibratie Afbeelding 41 Kalibratiecurve De sensorspanwaarde in het toestelmenu moet hetzelfde zijn als de concentratie vermeld op de kalibratiegascilinder, tenzij  een LEL simulatiegas wordt gebruikt. De XIR Plus sensor kan worden gekalibreerd voor een breed scala aan gassamenstellingen met behulp van of 0,1%  propaan, 0,6% propaan of 2,5% methaan en gastabel van MSA. Zie Tabel 21  voor een complete lijst van  gassamenstellingen en overeenkomende tabellen en spanwaarden. 5.5  Nulpunt van XCell-sensoren kalibreren OPMERKING  Als een wachtwoord is ingeschakeld, kunt u alleen met het wachtwoord doorgaan met de kalibratie. Wilt u annuleren, druk dan op een van de knoppen op het aanraakscherm of mobiele applicatie tijdens de  nulpuntkalibratie. In het geval dat een kalibratie niet kan worden voltooid, kan de gebruiker MISLUKT bevestigen door één vinger  op een van de EZ-aanraakknoppen te houden en deze 1 seconde ingedrukt te houden alvorens deze los te laten  De eenheid gaat terug naar de instellingen van de laatste, geslaagde kalibratie. WAARSCHUWING!  Het reduceerventiel dat wordt gebruikt bij de nulgascilinder, mag niet hetzelfde zijn als het reduceerventiel dat voor het  spangas wordt gebruikt. Het spangasreduceerventiel kan in de loop der tijd vervuild raken door het doelgas waardoor de  detectiebasislijn hoger wordt en de sensor minder gevoelig wordt voor het doelgas. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Als er geen doelgas is in de atmosfeer rondom de sensor, is gebruik van een nulgascilinder optioneel. Het nulpunt van de sensor kalibreren 1.  Bevestig de sensorbescherming onderaan de sensor. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 63: Xcell-Sensoren Kalibreren

    Als MISLUKT wordt aangegeven, was de procedure niet geslaagd. 10. Verwijder de nulpuntkalibratieapparatuur van het toestel, inclusief de sensorbescherming en kalibratiedop. Sensoren met TruCal en met diffusiesupervisie ingeschakeld kunnen in de storingsmodus door diffusiesupervisie  komen, als de groene kalibratiedop erop wordt gelaten na voltooiing van een nulpuntkalibratie. WAARSCHUWING!  De groene kalibratiedop moet na een nulpuntkalibratie worden verwijderd van de sensor. Als dit niet gebeurt, kan de  gasstroom naar de sensor beperkt worden en dat kan leiden tot foutieve uitlezingen. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. 5.6  XCell-sensoren kalibreren (Zie 5.7   X Cell-sensor voor zuurstof kalibreren voor het kalibreren van zuurstofsensoren.) OPMERKING  Als een wachtwoord is ingeschakeld, kan de gebruiker alleen met het wachtwoord doorgaan met de kalibratie. Wilt u annuleren, druk dan op een van de knoppen op het aanraakscherm of mobiele applicatie voordat de  spankalibratie begint. In het geval dat een kalibratie niet kan worden voltooid, kan de gebruiker MISLUKT bevestigen door één vinger  op een van de EZ-aanraakknoppen te houden en deze 1 seconde ingedrukt te houden alvorens deze los te laten.  Het toestel gaat terug naar de instellingen van de laatste, geslaagde kalibratie. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 64: Xcell-Sensor Voor Zuurstof Kalibreren

    Als GESLAAGD wordt aangegeven, is de procedure voltooid. Gebruiker kan de waarden 'waargenomen' en 'na kalibratie' noteren als indicatie van de hoeveelheid sensorcorrectie uitgevoerd tijdens de kalibratie. Als MISLUKT wordt aangegeven, was de procedure niet geslaagd. 12. Verwijder de kalibratieapparatuur van het toestel, inclusief de sensorbescherming en kalibratiedop. Sensoren met TruCal en met diffusiesupervisie ingeschakeld kunnen in de storingsmodus door diffusiesupervisie  komen, als de groene kalibratiedop erop wordt gelaten na voltooiing van een kalibratie. WAARSCHUWING!  De groene kalibratiedop moet na kalibratie worden verwijderd van de sensor. Als dit niet gebeurt, kan de gasstroom naar de  sensor beperkt worden en dat kan leiden tot foutieve uitlezingen. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. 5.7  XCell-sensor voor zuurstof kalibreren Er is geen spangascilinder voor zuurstof nodig als de sensor in een gebied is met normale omgevingscondities. Volg  dezelfde procedure voor XCell-sensoren zoals beschreven in 5.8   X IR PLUS sensor kalibreren. Wanneer het display vraagt  "Spangas toevoeren", laat dan het aftellen beginnen zonder gas toe te voeren. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 65: Xir Plus Sensor Kalibreren

    Een volledige spankalibratie is niet nodig voor de XIR PLUS sensoren. Eventuele vermindering van de sensorprestatie  wordt veroorzaakt door een lichte drift in de nulpuntreactie. Het herstellen van het nulpunt van de sensor is meestal  voldoende. De XIR PLUS-sensorbescherming wordt bevestigd geleverd aan de XIR PLUS-sensor. De XIR PLUS-kalibratiedop wordt  zo over de sensorbescherming geplaatst dat deze volledig bedekt is. Lijn de dop zo uit dat de steel van de  sensorbescherming door de kalibratiedop uitsteekt. Dan wordt via de steel leidingen voor nulpunt- of kalibratiegas  bevestigd. WAARSCHUWING!  De groene kalibratiedop moet na kalibratie worden verwijderd van de XIR PLUS. Als dit niet gebeurt, kan de gasstroom naar  de sensor beperkt worden en dat kan leiden tot foutieve uitlezingen. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. OPMERKING  Als de kalibratiedop niet kan worden gebruikt (bijv. voor toepassing van sensor op afstand), moeten de  windomstandigheden tijdens kalibratie tot een minimum worden beperkt om kalibratie te vermijden met verhoogde  gevoeligheid. De XIR PLUS sensor kan worden gekalibreerd voor een scala aan andere doelgassen. Kalibreren naar een ander  kalibratiegas zal de nauwkeurigheid van de sensor afstemmen op dat gas. Raadpleeg 9   B ijlage: Kalibratiegids voor extra  gassen voor kalibratie-instellingen. Merk op dat de XIR PLUS-sensor een algemene koolwaterstofsensor, en kalibreren  naar een ander gas zal niet voorkomen dat de sensor andere koolwaterstoffen in de atmosfeer waarneemt. 5.9  LOC overrange XCell pellistor Pellistors hebben de aanwezigheid van zuurstof nodig om brandbaar gas te kunnen detecteren. In het geval van zeer grote  lekken brandbaar gas van meer dan 100% LEL, kan er zoveel zuurstof worden verplaatst dat de reactie van de sensor op  gas niet meer in verhouding staat tot het kalibratieprofiel. De XCell-pellistor heeft een vergrendelend mechanisme voor  storingsbeveiliging, dat valse rapportage van een veilige toestand voorkomt terwijl het percentage LEL-concentratie nog  boven 100% LEL is. Wanneer de gasconcentratie boven 100% LEL komt, gaat de sensor naar LOC overrange. De gebruiker moet LOC overrange bevestigen om dit te wissen en de sensor kalibreren. U kunt LOC overrange bevestigen  door één vinger op een van de EZ-aanraakknoppen te houden en deze 1 seconde ingedrukt te houden alvorens deze los te  laten. Hierdoor kunt u de sensor opnieuw kalibreren zodat de LOC-toestand wordt gewist. WAARSCHUWING!  Zorg ervoor dat het gebied vrij is van gas voordat u LOC overrange bevestigt en de sensor opnieuw kalibreert. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. 5.10  Kalibratiebevestiging en waarden Waargenomen/Na kalibratie De ULTIMA X5000 gasmonitor registreert de datum van de laatste geslaagde kalibratie en tevens de waarden  'waargenomen' en 'na kalibratie'. Deze datum kan dan worden weergegeven op het OLED-display onder Statusmenu. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 66: Onderhoud

    • Gebruik een wattenstaafje dat licht bevochtigd is met isopropylalcohol voor het verwijderen van dikke lagen vast of  vloeibaar materiaal of olielaagjes. Reinig het venster nog een keer met een schoon in gedistilleerd water gedoopt  wattenstaafje, en droog het venster vervolgens met een schoon staafje. • Vermijd het gebruik van overmatig water of alcohol tijdens het reinigen en ga na of het hele vensteroppervlak goed  schoon is. • Het toestel gaat tijdens het reinigen naar storing "Laag signaal" met een analoge uitgang van 2,0 mA. XIR PLUS sensor reinigen: 1.  Verwijder de sensorbescherming. 2.  Plaats een ondoorzichtig voorwerp (stuk papier, karton, etc.) tussen het lichtbronvenster en de spiegel om de lichtweg  gedurende twee of drie seconden volledig te verduisteren. De analoge uitgang van de ULTIMA X5000 is in storingstoestand terwijl de sensor gedeeltelijk is geblokkeerd. Het display geeft "Laag signaal" aan. In de storing "Laag signaal" zal de sensor niet reageren op de aanwezigheid van gas. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 67: Xcell-Sensor Vervangen

    Plaats geen vreemde voorwerpen in het analysegebied van de sensor (behalve bij de "ULTIMA XIR PLUS- reinigingsprocedure" zoals hierboven omschreven); omdat anders de infrarode bundel deels geblokkeerd kan worden,  waardoor de sensor onjuiste meetwaarden produceert. Voor een correcte werking moeten alle voorwerpen uit het  analysegebied van de sensor worden verwijderd. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. 6.2  XCell-sensor vervangen Alleen de sensor heeft regelmatig onderhoud nodig, omdat deze een beperkte levensduur heeft. De ULTIMA X5000- sensoren met TruCal-technologie geven via het Statusmenu aan wanneer de sensor het einde van de levensduur bereikt.  Wanneer de Levensduur & Gezondheid van de sensor "Redelijk" is, hebt u ongeveer 2 maanden om de sensor te  vervangen voordat deze niet meer zal functioneren. Wanneer een TruCal-sensor niet meer in staat is te detecteren, zal er  een storing optreden en zullen de leds geel knipperen. Het is een goede gewoonte om een vervangend sensorelement  beschikbaar te hebben voor het geval het sensorelement in uw eenheid defect raakt. Het is niet nodig de hoofdbehuizing te openen. U kunt gewoon de digitale-sensorassemblage uit de  sensorlichaamassemblage schroeven. WAARSCHUWING!  • Demonteer de sensorassemblage niet. Het sensorelement binnenin kan gevaarlijk materiaal bevatten. • Behandel de sensor uiterst zorgvuldig, de elektromechanische versie is een gesloten eenheid die een corrosief  elektrolyt bevat. • Vermijd contact van gelekt elektrolyt met de huid, ogen of kleding omdat dit brandwonden kan veroorzaken. • Spoel met een grote hoeveelheid water indien contact toch optreedt. Indien het elektrolyt in de ogen komt, moet men  minimaal 15 minuten met water spoelen en een arts consulteren. • Geen lekkende sensor installeren in de sensorkopeenheid. De lekkende sensor moet worden afgevoerd  overeenkomstig de lokale- en landelijke wetgeving. • Als onderdeel van de productcertificering werd geverifieerd dat wanneer de optionele communicatiefuncties van dit  gasdetectietoestel met maximale overdrachtssnelheid werken deze geen nadelig effect hebben op het functioneren  van de gasdetectie en andere functies van het toestel. De productcertificering echter bevat of impliceert geen  goedkeuring van de SafeSwap-functie, het communicatieprotocol of functies die de software van dit toestel bieden of  van het communicatieapparaat en de software, verbonden met dit toestel. • Volg de waarschuwingen hieronder op bij het verwijderen of verplaatsen van sensoren. Raadpleeg 2.10 voor het  overzicht van componenten. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 68 6 Onderhoud ○ Verwijder of verplaats nooit een sensorlichaamsassemblage of een Ultima XIR Plus terwijl deze onder  spanning staan of wanneer er explosiegevaren aanwezig zijn. ○ Bevestig dat het gebied vrij is van explosiegevaren voordat u een XCell-sensor onder spanning verwijdert of  verplaatst. ○ Om een XCell-sensor te verwijderen, moet u de XCell-sensor met drie volledige slagen losdraaien, dan 10  seconden wachten en dan pas de XCell-sensor volledig verwijderen. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Met de A-5K-SENS-code op het binnenste sensorlabel kunt u de sensorassemblage identificeren zodat u de juiste  sensorassemblage kunt bestellen. Schroef de vervangende XCell sensor op de sensorlichaamassemblage en zorg ervoor  dat de XCell sensorkoppelingen vlak liggen tegen de onderrand van de sensorlichaamassemblage. Afbeelding 42 De XCell sensor verwijderen Afbeelding 43 Digitale sensor - Positie van labels Alarminstelpunten, spanwaarde, limiet volledige schaal en alarmrichting zullen niet wijzigen bij het vervangen  van een sensor voor hetzelfde gas en met hetzelfde bereik. Alarminstelpunten, spanwaarde, limiet volledige  schaal en alarmrichting zullen wijzigen naar nieuwe sensorinstellingen bij het vervangen door een sensor voor  een ander gas en/of met een ander bereik. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 69: Een Blokkering Wegnemen

    I nstrumentinstellingen voor meer details over Swap Delay. Het wordt aanbevolen al het andere onderhoud uit te laten voeren bij een door MSA geautoriseerd servicecenter. 6.3  Een blokkering wegnemen Bij gebruik van een digitale sensor met diffusiesupervisie, en wanneer diffusiesupervisie is ingesteld in de  sensorinstellingen, waarschuwt de sensor de gebruiker als er vreemd materiaal gedetecteerd wordt dat de gesinterde  metalen frit blokkeert waar normaal gesproken het gas de sensor binnen zou komen (zie Afbeelding 43 ). Als deze toestand  wordt gedetecteerd, geeft de transmitter een storing en wordt "Diffusiesupervisiestoring" op het scherm weergegeven. Volg  deze aanbevolen stappen om deze storing te verhelpen: 1.  Inspecteer de sensorinlaatopening en frit en maak deze vrij. 2.  Inspecteer eventuele op de sensor aangesloten accessoires en maak deze vrij. 3.  Zorg dat de sensor volledig is aangebracht op de sensorlichaamassemblage. 4.  Probeer de sensor opnieuw te kalibreren. 5.  Schakel diffusiesupervisie uit of vervang de sensor. Met de sensor nog geïnstalleerd, inspecteert u de sensor eerst visueel om te zien of er objecten zijn die de gasinlaat  bedekken en verwijder die. Voorbeelden van dergelijke objecten zijn tape of de groene kalibratiedop. Controleer vervolgens  of er geen vreemd materiaal aan de frit kleeft. Als er materiaal gevonden is, verwijdert u dit voorzichtig, rekening houdend  met eventuele gevaren die hierdoor kunnen ontstaan, zoals de opbouw van een statische lading. Neem hierbij de nodige  stappen om deze te voorkomen. Let erop dat u de frit niet beschadigd tijdens het schoonmaken. Gebruik GEEN water of  vloeistoffen om de frit schoon te maken. De frit werkt als een spons en houdt vloeistoffen vast waardoor het gaspad  geblokkeerd zal blijven. Afbeelding 44 Locatie van frit WAARSCHUWING!  De sensor is afhankelijk van de frit als onderdeel van de vlambestendige/explosieveilige goedkeuring. Als de frit beschadigd  raakt bij de schoonmaakpogingen, moet u onmiddellijk de spanning van het toestel halen. Zorg dat de omgeving vrij is van  een gevaarlijke atmosfeer en volg vervolgens alle stappen zoals beschreven in deze handleiding om de sensor op de juiste  manier te vervangen. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 70: Problemen Oplossen

    Laat de sensor  opwarmen,  kalibreer de sensor  opnieuw. Vervang  de sensor als dit  het probleem niet  oplost. "Kalibratie nodig" AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat de  Kalibreer de op het  sensor moet  instrument  worden  bevestigde sensor gekalibreerd. (en). "Kanaalfout" AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat er  Reset de sensor.  een fout in het  Controleer  systeem van de mA  sensorconfiguratie uitgang is. s (indien anders  dan  standaardwaarde n). Kalibreer dan de  sensor opnieuw.  Als dit het  Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 71 Selecteer  extern geheugen" een fout optrad  Algemene reset uit  tijdens  het  communicatie met  instrumentmenu.  EEPROM. Controleer de  klantinstellingen.  Vervang de hoofd- PCBA. "Fout checksum  AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat  Selecteer  extern geheugen" EEPROM- Controllerdata  geheugen niet  resetten uit het  geldig is. Instrumentmenu.  Controleer  klantinstellingen en  kalibreer het  instrument  opnieuw. "Flash Checksum  AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat er  Vervang de hoofd- fout" iets niet klopt met  PCBA. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 72 "Fout laag signaal" AAN/AAN/UIT Niet-zelfh Geeft aan dat de  Reinig de optica op  sensoruitgang laag  de sensor of  vervang de sensor. "Negatieve drift" AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat de  Kalibreer de sensor  sensor downscale  opnieuw. leest. "Fout negatieve  AAN/AAN/UIT Niet-zelfh Geeft aan dat de  Controleer de  voeding" negatieve voeding  ingangsvoeding.  buiten bereik is. Als deze binnen  bereik is, vervang  dan de sensor. N.V.T. "Buiten bereik" AAN/AAN/UIT Niet-zelfh Een gaswaarde  Controleer eerst of  buiten de schaal is  het gebied gasvrij  aanwezig. is, kalibreer  vervolgens de  Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 73 "FLASH-fout  AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat er  Vervang de sensor. sensor" iets mis is met het  sensorprogramma. "Fout  AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat de  Vervang de sensor. sensorverwarmer" verwarming van de  sensoren niet goed  werkt. 25-40 "Interne  AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat er  Vervang de sensor. sensorfout" een  hardwareprobleem  in de sensor is  gedetecteerd. "Sensor ontbreekt" AAN/AAN/UIT Niet-zelfh Geeft aan dat de  Vervang de sensor. Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 74 "Fout  AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat de  Bevestig de fout  spankalibratie" sensor niet is  door beide EZ  geslaagd voor de  touch-knoppen  spankalibratie. tegelijk 5 seconden  in te drukken. De  unit gaat terug naar  de vorige kalibratie,  zodat de unit gas  kan blijven  detecteren terwijl  de fout moet  worden opgelost.  Oorzaken voor  deze fout zijn o.a.: 1.  Spangas niet  toegevoerd  binnen de  time- outperiode  van de  kalibratie. 2.  Het  incorrecte  spangas is  toegevoerd  of de  Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 75 De spanning kan te  sensorconfiguratie  hoog of te laag zijn. "TEDS CRC-16- AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat het  Reset de sensor.  fout" sensorgegevensbl Controleer de  ad ongeldig is. sensorinstellingen  (indien anders dan  standaard),  kalibreer de sensor  opnieuw. "Onbekende fout" AAN/AAN/UIT N.V.T. Geeft aan dat de  Vervang de sensor  sensor herstelt van  of werk de software  een onbekende  van de hoofd- fout. PCBA bij. "Fout  AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat de  Bevestig de fout  nulpuntkalibratie" sensor niet is  om terug te keren  Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 76 Als de fout blijft  bestaan, vervang  dan de sensor. N.V.T. Waarde volledige  AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat een  Bevestig de  schaal en "LOC"  buiten-bereik- sensor, wacht tot  weergegeven  toestand werd  het opwarmen  onder in het display  gemeten voor een  klaar is en kalibreer  per sensor brandbaar  de sensor opnieuw. gassensor. N.V.T. Gaswaarde  Beide groene  N.V.T. Geeft aan dat een  Kalibreer de op de  verschijnt nog  leds de zijkant  kalibratie wordt  eenheid bevestigde  steeds. knipperen. aanbevolen.  sensoren. (alleen TruCal- Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 77 6 Onderhoud Priorit Displaymelding Statusleds  Status  Omschrijving Resolutie (GROEN/GEEL/ vasthoud ROOD) sensoren) Parameterfout  AAN/AAN/UIT Zelfhoude Geeft aan dat een  Reset de  (sensor) instelling incorrect  gegevensbladen  in de eenheid is  van de sensoren.  ingesteld. Controleer de  klantinstellingen.  Kalibreer dan de  sensor opnieuw.  Lagere nummers hebben een hogere prioriteit Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 78: Bestelinformatie

      Raadpleeg A-X5000- Sensorlichaam   Raadpleeg A-5K-SENS Sensoren, alle   Raadpleeg A-5K-SENS Sensorbescherming, XCell VERVANGING SENSORBESCHERMING VOOR XCELL- 10184683 SENSOREN Sensorbescherming, ULTIMA  VERVANGING SENSORBESCHERMING VOOR XIR PLUS  10184684 XIR PLUS SENSOREN Montagebeugelset MONTAGEBEUGEL, ULTIMA X5000, SET 10179361 Kalibratieset KALIBRATIEHARDWARE (CILINDER NIET INBEGREPEN) CALKIT1 Aansluitkast 316 ROESTVAST STAAL, ¾ NPT, NOORD-AMERIKAANSE  10179229 GOEDKEURINGEN   316 ROESTVAST STAAL, ¾ NPT, EUROPESE  10179509   GOEDKEURINGEN 316 ROESTVAST STAAL, M25, NOORD-AMERIKAANSE  10179510   GOEDKEURINGEN 316 ROESTVRIJ STAAL, M25, EUROPESE  10179511 Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 79 10213896 Kalibratiedop, XCell KALIBRATIEDOP, ULTIMA X5000/S5000, VERPAKT 10181450 Kalibratiedop, XIR PLUS KALIBRATIEDOP, ULTIMA XIR PLUS, VERPAKT 10181461 Rechthoekige leidingmontageset, ULTIMA X5000 10176947 Leidingmontageset Ronde leidingmontageset, small, ULTIMA X5000 10179124 Ronde leidingmontageset, large, ULTIMA X5000 10179321 Buismontageset, universeel 20-150 mm buismontage, ULTIMA X5000/S5000 10176946 Buismontageset, 2" U-beugel 2" buismontageset, ULTIMA X5000 10179873 Zonwering Zonwering, ULTIMA X5000/S5000 10180254 SM5000 Bemonsteringsmodule, DC-pompmodel 10043264 SM5000 Bemonsteringsmodule, aanzuigpomp 10058101 SM5000 Stromingsblok digitaal 10041866 SM5000 Stromingsblok XIR 10042600 Zie 2.11   O verzicht labels voor de positie van de labels. Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 80: Bijlage: Specificaties

    8 Bijlage: specificaties 8  Bijlage: specificaties Tabel 19 Specificaties Sensoropties   Waterstof   -   -   -  500 ppm 1000 ppm 100 ppm 1000 ppm 100 ppm Operationeel  -40 °C tot  -40 °C tot  -40 °C tot  -40 °C tot  20 °C tot  -20 °C tot  -20 °C tot  -30 °C tot  -30 °C tot  -20 °C tot  bereik +60 °C +60 °C +60 °C +60 °C +50 °C* +40 °C +50 °C* +50 °C +50 °C +50 °C Opslag -40 °C tot ...
  • Pagina 81 8 Bijlage: specificaties Sensoropties   Waterstof   -   -   -  500 ppm 1000 ppm 100 ppm 1000 ppm 100 ppm Faciliterende  XCell - niet- XCell - niet- XCell - niet- XCell - niet- Elektrochemisc Elektrochemisc Elektrochemisc Elektrochemisc Elektrochemisc Elektrochemisc technologie verbruiken verbruiken verbruiken verbruiken TruCal SafeSwap Montage op  100 m 100 m 100 m 100 m 100 m 100 m 100 m 100 m 100 m 100 m...
  • Pagina 82 8 Bijlage: specificaties < 11 s < 30 s < 22 s < 2 s < 6 s Vochtigheid 10-95% 10-90% 10-95% 15-95% 15-95% Verwachte sensorlevensduur 5 jaar 2 jaar in lucht 5 jaar 10 jaar 10 jaar Garantie 3 jaar 1 jaar 3 jaar elektronica: 5 jaar Lamp IR-bron: 10 jaar Faciliterende technologie XCell - niet-verbruikend Op loodbasis XCell - GM pellistor XIR Plus XIR Plus TruCal SafeSwap Montage op afstand 100 m 100 m 100 m 100 m 100 m Voeding: enkele sensor 2,8 W 2,8 W...
  • Pagina 83 8 Bijlage: specificaties Sensoropties   CL02 < 120 s < 20 s < 70 s < 140 s < 90 s < 30 s < 30 s < 5 s < 30 s < 50 s < 60 s <12 s Vochtigheid 5 - 50%* 15 - 90% 15 - 90% 15 - 90% 15 - 60% 10 - 95% Verwachte sensorlevensduur 2 jaar 2 jaar 2 jaar 2 jaar 2 jaar 5 jaar Garantie 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 1 jaar 3 jaar Faciliterende technologie Elektrochemisch Elektrochemisch Elektrochemisch...
  • Pagina 84 Tabel 20 Specificaties behuizing Gewicht transmitter: Kort deksel: 2 kg (6,5 lb).   Diep deksel: 4 kg (8,8 lb). Materiaalspec.: AISI 316 rvs Afmetingen transmitter Afbeelding 46 Diepte kort Afbeelding 47 Diepte Afbeelding 45 ULTIMA X5000 hoogte & deksel diep deksel breedte Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 85 Afbeelding 50 Diepte kort Afbeelding 51 Diepte diep deksel met M25 adapter Afbeelding 49 ULTIMA X5000 hoogte & deksel met M25 adapter breedte met M25 adapter Afbeelding 52 ULTIMA X5000 breedte met XIR PLUS sensor met M25 adapter Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 86 LIFECYCLE STATE REVISION Production THIS DRAWING IS THE PROPERTY OF MSA - THE SAFETY COMPANY AND IS MADE AVAILABLE TO YOU IN CONFIDENCE AND SUBJECT TO THE FOLLOWING: NO www.MSAsafety.com PERMISSION IS GRANTED TO PUBLISH, USE, REPRODUCE, TRANSMIT OR DISCLOSE...

  • Pagina 87: Bijlage: Kalibratiegids Voor Extra Gassen

    U moet nu de XIR PLUS-sensor kalibreren met het kalibratiegas aangegeven in Tabel 21  zodat de sensor nauwkeurig is  voor het doelgas. Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood. Tabel 21 XIR PLUS-kalibratiegids voor extra gassen Samenstelling Vol %  Vol %  Lineariteitcurv Kal gas NA  EN  voor  voor  e/tabel spanwaa spanwaa NA L EN L Acetaldehyde 0,1%  propaan Azijnzuur 0,6%  propaan Aceton 0,1%  propaan Acroleine 0,1%  propaan Acrylzuur 0,6%  Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 88 0,1%  propaan 1,3-Butadieen 0,1%  propaan Butaan 0,6%  propaan Butanol 0,6%  propaan Buteen 0,6%  propaan Butylacetaat 0,6%  propaan Butylacrylaat 0,6%  propaan Butylmethacrylaat 0,6%  propaan Butyraldehyde 0,6%  propaan Cumeen 2,5%  methaan Cyclohexaan 2,5%  methaan Cyclohexanon 0,6%  propaan Cyclopentaan 0,6%  propaan Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 89 Dimethylamine 0,6%  propaan Dimethylaminopropyla 0,6%  mine (DMAPA) propaan Dimethylether 0,6%  propaan Dimethylethylamine  n.v.t. 0,6%  n.v.t. (DMEA) propaan Dimethylisopropylamin 0,6%  e (DMIPA) propaan 1,4-dioxaan n.v.t. 0,6%  n.v.t. propaan 1,3-dioxolaan 0,6%  propaan Epichloorhydrine 0,6%  propaan Ethaan 0,6%  propaan Ethanol 0,6%  propaan Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 90 0,6%  propaan Benzine (als hexaan) 0,6%  propaan Heptaan 0,85 0,6%  propaan Hexamethyldisiloxaan  0,1%  (HMDS) propaan Hexaan 0,6%  propaan 1-Hexaan 0,6%  propaan Isobutaan 0,6%  propaan Isobutylalcohol 0,6%  propaan Isobutyl isobutyraat  2,5%  (IBIB) methaan Isobutyleen 0,6%  propaan Iso-octaan 0,6%  propaan Isopropanol 0,6%  propaan Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 91 Methylchloride 0,6%  propaan Methylchloroform  n.v.t. 0,6%  n.v.t. (1,1,1- propaan trichloormethaan) Methylcyclohexaan 2,5%  methaan Methyleenchloride 13,0 13,0 2,5%  methaan Methyleenfluoride (R- 12,7 12,7 0,6%  propaan Methylethylketon  2,5%  (MEK) methaan Methylformiaat 0,6%  propaan Methylisobutylcarbinol  1,14 0,6%  (MIBC) propaan Methylisobutylketon  0,6%  Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 92 Opteon XL 41 (R-454b) 11,3 n.v.t. 0,6%  n.v.t. propaan Pentaan 0,6%  propaan n-propanol 0,6%  propaan Propionaldehyde  0,6%  n.v.t. (propanal) propaan Propylacetaat 0,6%  propaan Propylbromide 0,6%  propaan Propyleenimine 1,32 n.v.t. 0,6%  n.v.t. propaan Propyleenglycol  0,6%  methylether (PGME) propaan Prop. glycol meth.  0,6%  etheracetaat (PGMA) propaan Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 93 0,6%  n.v.t. (THP) propaan tert‐butanol 0,6%  propaan Tolueen 0,1%  propaan 1,1,1-trichloorethaan 0,1%  propaan Tetrahydrothifeen  2,5%  (THT) methaan Tri-ethylamine 0,6%  propaan Trimethylamine 0,6%  propaan Terpentine 0,1%  propaan Vinylacetaat 0,1%  propaan Vinyltrimethoxysilaan n.v.t. 0,6%  n.v.t. propaan Xylenen (O-xyleen) 2,5%  methaan Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 94: Bijlage: Algemene Certificeringsinformatie

    Afbeelding 54 Digitale sensor voor Cat 1 & 2, Zone 1 & 2 (links) vs digital sensor alleen voor Cat 2, Zone 2 (rechts) FM-GOEDKEURING Deze goedkeuring bevat of impliceert geen goedkeuring van het apparaat waarop het instrument is aangesloten. Voor het  behoud van de FM-goedkeuring voor het systeem moet ook het apparaat waarop dit instrument wordt aangesloten over een  FM-goedkeuring beschikken. Als onderdeel van deze goedkeuring werd geverifieerd dat wanneer de optionele  communicatiefuncties van dit gasdetectietoestel met maximale overdrachtssnelheid werken deze geen nadelig effect  hebben op het functioneren van de gasdetectie en andere functies van het toestel. Echter, deze goedkeuring bevat of  impliceert geen goedkeuring van het communicatieprotocol of functies die de software van dit instrument of van het  communicatieapparaat of de software, verbonden met dit instrument. De ULTIMA X5000-transmitter, X5000-aansluitkast, Ultima XIR Plus en digitale sensoren (H S, 500 ppm H S, CO, O ,  brandbare gassen) beschikken ook over een FM-prestatiegoedkeuring voor gebruik in gewone (ongevaarlijke) of  gevaarlijke locaties. De volgende informatie moet worden genoteerd voor FM-goedgekeurde configuraties: • De digitale sensoren met FM-goedkeuring hebben een IP65- en TYPE 3X-omgevingsrating. Als echter water op de  frit (ook wel vlamdover genoemd) spat, kan de sensor mogelijk 12 minuten lang geen gas detectoren. Als water op dit  element is gespat, moet u het overtollige water opnemen met een doek of papieren handdoek. • De FM-goedkeuring vereist dat voor Bluetooth de beveiliging met een wachtwoord is geactiveerd. • Gebruik de digitale sensor (O ) niet in omgevingen met 5% (v/v) of meer kooldioxide. • De digitale sensor (O ) wordt niet beïnvloed door een luchtsnelheid van max. 5 m/s • De respons- en hersteltijden voor de digitale sensor (H S, 500 ppm H S, CO, O ) luiden als volgt: Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 95: Specificatie

    - 50 - 40 86 kPa - 108 kPa Digitale sensor, (H S, CO) - 40 - 40 86 kPa - 108 kPa Digitale sensor (H S, 500 ppm) - 40 - 40 86 kPa - 108 kPa Digitale sensor (O - 40 - 40 86 kPa - 108 kPa Tabel 23 Nauwkeurigheid spec   Nauwkeurigheid Digitale sensor (H ±3 ppm of 10% van de waarde Digitale sensor (H S, 500 ppm) ±3 ppm of 10% van de waarde (-20 °C tot +40 °C) -20% van de waarde (-20 °C tot -40 °C) +25% van de waarde (+40 °C tot +50 °C) Digitale sensor (CO) ±6 ppm of ±10% van de waarde (-10 °C tot +60 °C) +15% van de waarde (-10 °C tot -20 °C) -30% van de waarde (-20 °C tot -40 °C) Digitale sensor (O ±0,5% O  (FM 6340) ±0,2% (v/v) of ±2,5% van het meetbereik (EN 50104) Ultima X5000-gasmonitor...

  • Pagina 96: Bijlage: Hart-Specifieke Informatie

    11 Bijlage: HART-specifieke informatie 11  Bijlage: HART-specifieke informatie De ULTIMA X5000-gasmonitor is leverbaar met een optionele uitgang voor het HART-communicatieprotocol (Highway  Addressable Remote Transducer). Met deze optie voldoet de ULTIMA X5000 aan het HART-protocol versie 7. Alle beschikbare statusbytes worden gedefinieerd in de X5000 HART-specificatie op de product-cd. Raadpleeg dit  document voor alle HART commando's en statusdefinities. Gebruik de digitale HART-interface om de unit te vragen extra  informatie te geven over het verhelpen van storingen. Tabel 24 Apparaatidentificatie Naam fabrikant Mine Safety Appliances, Inc (MSA) Modelnaam ULTIMA X5000 HART ID-codes 227 (0xE3) Code toesteltype 46 (0x2E) HART-protocol - revisie Toestelrevisie Aantal toestelvariabelen     Ondersteunde fysieke lagen     Ultima X5000-gasmonitor...
  • Pagina 97 Ga voor plaatselijke contactpersonen van MSA naar MSAsafety.com...

Inhoudsopgave