Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

MSA ULTIMA X Series Gebruiksaanwijzing pagina 43

Verberg thumbnails Zie ook voor ULTIMA X Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

MSA
Voor pomptoepassingen moet de doorstroming tussen de 0,5 en 5 l/min
liggen. Voor de gasuitlaat moet een slang van ten minste 30 cm worden
gebruikt.
Niet-ontvlambare chemische stoffen die de gevoeligheid van de katalytische
sensor verminderen.
Katalytische sensoren voor ontvlambare gassen in zones waar niet brandbare che-
mische stoffen kunnen ontsnappen moeten opnieuw gekalibreerd worden na bloot-
stelling. Dit is speciaal van toepassing wanneer de gebruiker weet dat sommige
stoffen de gevoeligheid kunnen verminderen, zoals silaan, silicaat, siliconen en ge-
halogeneerde stoffen [stoffen, die fluor, chloor, jodium of broom bevatten].
Een lijst met storende gassen voor elektrochemische sensoren wordt
in de tabellen met "Responsiekarakteristieken van sensoren" in hoofd-
stuk 10.2 gegeven.
Herstellen van vergrendelende alarmmeldingen
Indien er een vergrendelend alarm afgaat op een ULTIMA X gasdetectietransmitter
[knipperend display]:
-
Het alarm kan hersteld worden met een infrarood afstandsbediening [zoals een
ULTIMA Kalibrator of Controller].
-
Het vergrendelende alarm wordt hersteld door het volgende infrarood signaal
dat ontvangen wordt van een Kalibrator of Controller [op voorwaarde dat de
alarmdrempel niet langer wordt overschreden].
Het eigenlijke infrarode commando wordt genegeerd en geïnterpreteerd als een
"Alarm-Herstel". Wanneer de vergrendelende alarmfunctie is uitgeschakeld, kun-
nen andere geldige IR functies worden gebruikt.
Kalibratie-uitgangssignaal op de ULTIMA® X-series gasdetectietransmitters
De ULTIMA® X-series gasdetectietransmitter wordt geleverd met het uitgeschakel-
de kalibratie-uitgangssignaal zodanig dat het uitgangssignaal met de gasconcen-
tratiewaarde tijdens het kalibratieproces overeenkomt. Bij sommige toepassingen
kan het wenselijk zijn om het kalibratie-uitgangssignaal te activeren of om de uit-
gangswaarde op een bepaalde waarde te vergrendelen, zodat er geen alarmen
kunnen worden geactiveerd. Het kalibratiesignaal kan worden geactiveerd m.b.v.
het HART commandonr. 187 of de ULTIMA X controller
[ Hoofdstuk 10.1 "Instrumentbediening"].
Wanneer het kalibratie-uitgangssignaal is geactiveerd, is het uitgangssignaal
3,75 mA voor de 4 - 20 mA-modellen.
NL
®
ULTIMA X
- serie
Kalibratie
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ultima xa seriesUltima xe series

Inhoudsopgave