Kalibratie
De ULTIMA X-series gasdetectietransmitter kan alleen een automatische nulinstel-
ling toestaan met een vooraf gedefinieerd bereik. Buiten dit bereik kunnen er geen
correcties worden gemaakt, bijv. wanneer een lege of verkeerde gasfles wordt aan-
gesloten of wanneer de gasstroom niet binnen de aftelling van 30 seconden is ge-
start.
-
Indien er slechts een nul werd uitgevoerd, is de procedure voltooid en kunnen
de kalibratie-instrumentaten weer worden opgeborgen in de kalibratiekit.
-
Nadat een kalibratie is uitgevoerd. zal de ULTIMA verder gaan met de "test"-
procedure zoals hieronder beschreven.
Testgaskalibratie
Bij een normale kalibratie, begint de ULTIMA® X-series gasdetectietransmitter au-
tomatisch met de testaftelling na een geslaagde nulinstelling.
De testaftelling duur 30 seconden [ Afb. 11].
Tijdens de aftelling van deze 30 seconden mag de testprocedure op elk
moment worden afgebroken door de Kalibrator/Controller op het
ULTIMA display te richten en op een willekeurige toets te drukken. Of,
indien de ULTIMA is voorzien van een drukknop, deze indrukken en
weer loslaten.
Fig. 11
Commando voor de aanvoer van testgas
(1) Neem de testgasfles en doorstroomregelaar uit de kalibratiekit.
(2) Bevestig de doorstromingsregelaar op de bovenkant van de testgasfles.
(3) Druk het kleine uiteinde van de slang van de kalibratiekit over de gasuitlaat
van de doorstromingsregelaar.
(4) Indien cal-kit 40 wordt gebruikt, druk dan ook het andere uiteinde van de slang
over de inlaat van de weerbeschermkap.
50
®
ULTIMA X
- serie
MSA
NL