Onderhoud
6
Onderhoud
®
ULTIMA X
neer een probleem wordt waargenomen, wordt de betreffende foutmeldingen ge-
toond [ hoofdstuk 11.3 "Instructies voor het oplossen van problemen"].
Indien een kritieke fout wordt gedetecteerd, gaat het uitgangssignaal naar een fout-
conditie.
-
Bij modellen met een 4 - 20 mA-uitgang is het foutuitgangssignaal 3,0 mA.
-
De "CHANGE SENSOR" melding is geen fout en heeft geen invloed op het uit-
gangssignaal.
Meldingen die de gebruiker kan zien worden weergegeven in 11.1 en
11.2.
Opgelet!
Gebruik uitsluitend originele MSA reserveonderdelen bij het uitvoeren
van alle onderhoudsprocedures beschreven in deze gebruiksaanwij-
zing. Reparatie of wijziging van de ULTIMA X
mitter, buiten het bestek van deze onderhoudsinstructies, of uitgevoerd
door anderen dan door MSA-geautoriseerd onderhoudspersoneel, kan
leiden tot een afwijkende werking van het instrument.
6.1
ULTIMA XIR Reinigingsprocedure
Schakel de alarmrelais met de ULTIMA/ULTIMA X Controller uit voor
het reinigen van het ULTIMA XIR sensorvenster. Dit voorkomt dat er
een alarm afgaat tijdens het schoonmaken.
De reactietijd wordt langzamer door de afzetting van dikke lagen stof op
de XIR weerbeschermkap. Daarom moet dit stof regelmatig worden ver-
wijderd.
54
-series gasdetectietransmitters voeren continu een zelftest uit. Wan-
ULTIMA X
®
®
- serie
-series gasdetectietrans-
MSA
NL