WAARSCHUWING
• Controleer de bandenspanning
regelmatig.
Controleer
banden daarnaast op slijtage
en beschadigingen. Gebruik
altijd
bandenspanningsmeter.
• Banden met een te hoge of een
te
lage
spanning
ongelijkmatig, waardoor ze een
negatieve invloed hebben op
het rijgedrag en ervoor kunnen
zorgen dat u de macht over de
auto verliest, waardoor een
aanrijding met (ernstig of zelfs
dodelijk) letsel kan ontstaan.
De
aanbevolen
bandenspanning bij koude
banden
staat
in
instructieboekje en op het
bandenspanningslabel op de
middenstijl
bestuurderszijde.
(Vervolg)
(Vervolg)
• Als de banden versleten zijn,
kan dat de kans op een
de
ongeluk vergroten. Vervang
banden die (ongelijkmatig)
versleten of beschadigd zijn.
een
• Controleer de bandenspanning
van het reservewiel. Het wordt
aanbevolen
slijten
controleren
bandenspanning ook die van
het reservewiel te controleren.
dit
aan
Wielen verwisselen
Om de banden zo gelijkmatig
mogelijk te laten slijten wordt
aangeraden
10.000 km of eerder, indien het
slijtagepatroon daartoe aanleiding
geeft, te verwisselen.
Controleer bij het verwisselen van de
banden tevens de balans.
om
bij
het
van
de
Controleer
verwisselen
slijtage
Abnormale slijtage wordt meestal
veroorzaakt
bandenspanning,
wieluitlijning, onbalans, veelvuldig
hard remmen en snelle bochten.
Controleer het profiel en de zijkant
van de band op oneffenheden of
uitstulpingen. Vervang de band
wanneer u deze aantreft. Vervang de
band
koordlagen zichtbaar zijn. Breng na
het verwisselen de banden op de
juiste spanning en controleer of de
wielmoeren vastzitten.
Zie "Banden en wielen" in hoofdstuk 9.
Onderhoud
de
banden
iedere
de
banden
bij
op
ongelijkmatige
en
beschadigingen.
door
een
onjuiste
een
onjuiste
als
het
canvas
of
het
de
8 53