Als het systeem al een parkeerplaats
had
gedetecteerd
voordat
parkeerhulp werd geactiveerd, kunt u
verder gaan met stap 4 (Zoeken voltooid)
✽ ✽ OPMERKING
• Controleer voordat u het systeem
inschakelt of de omstandigheden
geschikt zijn voor gebruik van het
systeem.
• Trap voor uw veiligheid altijd het
rempedaal in, behalve tijdens het rijden.
1. De parkeerhulp inschakelen
de
• Druk de toets van de parkeerhulp in
(het controlelampje in de toets gaat
branden).
• De parkeerhulp wordt ingeschakeld
(het controlelampje in de toets gaat
branden).
Als
er
een
gesignaleerd,
klinkt
waarschuwingssignaal.
• Druk gedurende ten minste 1.5
seconden nogmaals op de toets van
de parkeerhulp
om het systeem uit
te schakelen.
• De
standaardinstelling
parkeerhulp is UIT als het contact in
stand ON wordt gezet.
2. Parkeermodus selecteren
• Selecteer de modus fileparkeren of
achteruit inparkeren door de toets van
de parkeerhulp in te drukken terwijl de
selectiehendel in stand D (rijden) staat.
• Als het systeem al een parkeerplaats
had
parkeerhulp
verschijnt de melding "Parking search"
(Parkeerplaats zoeken) of "Space
found" (Parkeerplaats gevonden).
• De modus rechts fileparkeren wordt
automatisch geselecteerd wanneer de
parkeerhulp wordt ingeschakeld.
OCD048015
• De modus verandert van fileparkeren
(rechts
inparkeren (rechts ¡æ links) wanneer
de toets van de parkeerhulp wordt
ingedrukt (bij stuur links).
• De modus verandert van fileparkeren
(links
obstakel
wordt
inparkeren (links → rechts) wanneer
er
een
de toets van de parkeerhulp wordt
ingedrukt (bij stuur rechts).
• Als de toets nogmaals wordt ingedrukt,
wordt het systeem uitgeschakeld.
voor
de
Kenmerken van uw auto
gedetecteerd
voordat
werd
geactiveerd,
→ links) naar achteruit
→ rechts) naar achteruit
de
4 109