Met uw auto rijden
HANDGESCHAKELDE TRANSMISSIE
Handgeschakelde transmissie
bedienen
De versnellingspook kan worden bediend
door aan de knop te trekken (1).
U moet de knop (1) indrukken wanneer u de
versnellingspook in de achteruitversnelling zet.
6
20
De handgeschakelde transmissie heeft
vijf (of zes) versnellingen vooruit.
Het schakelpatroon is aangebracht in de
pookknop. Alle vooruitversnellingen zijn
volledig gesynchroniseerd zodat het
schakelen naar een hogere of lagere
versnelling soepel verloopt.
Trap het koppelingspedaal tijdens het
schakelen geheel in en laat het
langzaam opkomen. Wanneer uw auto is
uitgerust met een startknop, kunt u de
motor
niet
koppelingspedaal in te trappen (indien
van toepassing).
Voordat de achteruitversnelling (R) kan
worden
ingeschakeld,
selectiehendel eerst in de vrijstand
worden gezet.
Druk op de toets direct onder de
selectiehendelknop,
selectiehendel voldoende naar links en
OYB056058
schakel de achteruitversnelling (R) in.
Zorg ervoor dat de auto volledig tot
stilstand is gekomen voordat u de
achteruit (R) inschakelt.
Laat de motor nooit met een toerental
draaien dat in het rode gebied van de
toerenteller ligt.
starten
zonder
het
moet
de
trek
de
LET OP
• Bij het terugschakelen van de
vijfde naar de vierde versnelling
moet erop worden gelet dat de
versnellingspook niet zo ver opzij
wordt gedrukt dat per ongeluk de
tweede
versnelling
ingeschakeld. Hierdoor zou het
motortoerental zo hoog kunnen
oplopen dat de naald van de
toerenteller in het rode gebied
terecht
zou
kunnen
Dergelijke hoge toerentallen van
de motor en de transmissie
kunnen schade aan de motor
veroorzaken.
• Schakel
niet
meer
versnellingen tegelijk terug en
schakel niet terug als de motor
met een hoog toerental draait
(5.000
omw/min
of
Terugschakelen onder dergelijke
omstandigheden kan schade aan
de motor, de koppeling en de
transmissie veroorzaken.
wordt
komen.
dan
2
meer).