Audiosysteem
INSTELLINGEN
Weergave
U
kunt
de
instellingen
systeemscherm wijzigen.
Druk op het bedieningspaneel op de
toetsen
[SETUP/CLOCK]
(instellen/klok)
[1] om Display
(weergave) te selecteren.
• Dimming mode (dimstand): stel de
helderheid van het scherm zodanig in
dat deze automatisch wordt aangepast
aan het omgevingslicht of stel in dat
het scherm continu helder of donker
blijft.
• Brightness (helderheid): pas de
helderheid voor de dag- of nachtstand
aan op basis van uw instelling van de
optie Dimming mode (dimstand).
• Screensaver
(schermbeveiliging):
selecteer een schermbeveiligingsoptie
die wordt weergegeven wanneer het
systeem wordt uitgeschakeld.
5 32
Geluid
van
het
U kunt de instellingen met betrekking tot
geluiden wijzigen, zoals de locatie waar
het geluid zich concentreert en het
uitgangsniveau voor elk bereik.
Druk op het bedieningspaneel op de
toetsen [SETUP/CLOCK] (instellen/klok)
[2] om Sound (geluid) te selecteren.
• Position (positie): kies een locatie in
het voertuig waar het geluid zich zal
concentreren. Kies Fade of Balance
(balans), draai de knop [TUNE]
(afstemmen) om de gewenste positie
te selecteren en druk dan op de knop.
Selecteer Centre (midden) om in te
stellen dat het geluid in het midden van
het voertuig wordt geconcentreerd.
• Equaliser
uitvoerniveau
geluidstoonmodus aan.
• Speed dependent volume control
(snelheidsafhankelijke volumeregeling):
stel in dat het volume automatisch wordt
aangepast aan uw rijsnelheid.
• Rear parking sensors prioritised
(voorrang
achter): stel in dat het volume van het
audiosysteem wordt verlaagd om bij
het achteruitrijden van uw voertuig een
achteruitrijwaarschuwing met voorrang
te laten horen boven andere geluiden.
(equalizer):
pas
het
voor
elke
voor
parkeersensoren
✽ ✽ OPMERKING
• Afhankelijk van de voertuigmodellen
of
-specificaties,
kunnen
beschikbare opties verschillen.
• Afhankelijk van de systeem- of
versterkerspecificaties die op uw
voertuig van toepassing zijn, kunnen
de beschikbare opties verschillen.
Datum/tijd
U kunt de datum en tijd wijzigen die op
het
systeemscherm
weergegeven.
Druk op het bedieningspaneel op de
toetsen [SETUP/CLOCK] (instellen/klok)
[3] om Date/Time (datum/tijd) te
selecteren.
• Set time (tijd instellen): de tijd instellen
die op het systeemscherm wordt
weergegeven.
• Time format (tijdnotatie): kies of u de
tijd wilt weergeven in de 12-uursnotatie
of de 24-uursnotatie.
• Set date (datum instellen): de datum
instellen die op het systeemscherm
wordt weergegeven.
de
worden