Met uw auto rijden
• Denk eraan dat u uw auto niet
langdurig warm hoeft te laten draaien.
Laat de motor na het starten 10 - 20
seconden stationair draaien voordat u
een versnelling inschakelt. Bij zeer
lage buitentemperaturen kunt u deze
periode iets verlengen.
• Laat de motor niet "bokken" of met een
hoog toerental draaien. Bokken is het
verschijnsel dat de motor onregelmatig
gaat draaien als u met een te lage
snelheid in een te hoge versnelling
gaat rijden. Schakel dan terug naar
een lagere versnelling. Bij een te hoog
toerental draait de motor meer toeren
dan goed voor hem is. Dat kan worden
voorkomen door te schakelen bij de
aanbevolen snelheden.
6
180
• Gebruik de airconditioning met beleid.
De airconditioning wordt aangedreven
door
de
motor,
waardoor
brandstofverbruik toeneemt als de
airconditioning gebruikt wordt.
• Geopende ruiten verhogen bij hoge
snelheid het brandstofverbruik.
• Het brandstofverbruik neemt toe bij zij-
en
tegenwind. Rijd
onder
omstandigheden langzamer om het
brandstofverbruik
enigszins
beperken.
Het is zowel voor de veiligheid als voor
het brandstofverbruik van belang uw
auto in goede staat te houden. Laat het
systeem daarom onderhouden door een
professionele werkplaats.
Kia raadt aan om een officiële Kia-
dealer/ servicepartner te bezoeken.
WAARSCHUWING
het
- Rijden met uitgezette motor
Zet nooit de motor uit om een
helling af te rijden of tijdens het
rijden. Als de motor niet draait,
werken de stuurbekrachtiging en
de rembekrachtiging niet. Laat de
deze
motor draaien en schakel terug
naar de juiste versnelling om
te
optimaal op de motor te kunnen
afremmen.
Daarnaast
uitzetten van de motor tijdens het
rijden het stuurslot inschakelen
waardoor de auto onbestuurbaar
wordt, hetgeen tot ernstig letsel
kan leiden.
kan
het