Met uw auto rijden
Aanbrengen van sneeuwkettingen
Volg voor het plaatsen van de kettingen
de aanwijzingen van de fabrikant en trek
de kettingen zo strak mogelijk aan. Matig
uw snelheid als u met sneeuwkettingen
rijdt. Als u de kettingen tegen de
carrosserie of het chassis hoort slaan,
stop dan meteen en trek de kettingen
aan. Als ze daarna nog tegen de auto
slaan, matig uw snelheid dan totdat dit
niet meer gebeurt. Verwijder de kettingen
zodra u weer op een schone weg rijdt.
WAARSCHUWING
- Monteren van
sneeuwkettingen
Parkeer de auto op een vlakke
ondergrond en uit de buurt van het
overige verkeer voor het monteren
van de sneeuwkettingen. Zet de
alarmknipperlichten aan en plaats
indien
mogelijk
gevarendriehoek achter de auto.
Zet de transmissie in stand P
(parkeren), activeer de parkeerrem
en zet de motor uit alvorens de
sneeuwkettingen te monteren.
6
188
WAARSCHUWING
- Sneeuwkettingen
• Het rijgedrag van de auto kan door
het gebruik van kettingen negatief
beïnvloed worden.
• Rijd nooit sneller dan 30 km/h of
sneller dan de door de fabrikant
aanbevolen snelheid. Houd de
laagste snelheid aan.
• Rijd
voorzichtig
oneffenheden, gaten, scherpe
bochten
en
waardoor de auto plotseling zou
kunnen uitveren.
• Vermijd het maken van scherpe
bochten en het remmen met
geblokkeerde wielen.
een
• Kettingen die een verkeerde maat
hebben of niet goed gemonteerd
zijn, kunnen de remleidingen,
wielophanging, carrosserie, en
wielen van uw auto beschadigen.
• Stop onmiddellijk en span de
kettingen aan zodra u ze tegen de
auto hoort tikken.
en
vermijd
andere
situaties
LET OP