Kenmerken van uw auto
De vulpijp van het reservoir bevindt zich
vooraan
in
de
motorruimte
passagierszijde.
LET OP
Gebruik de ruitensproeiers niet
wanneer het reservoir leeg is, om
beschadiging
van
ruitensproeierpomp te voorkomen.
WAARSCHUWING
Gebruik de ruitensproeiers niet bij
temperaturen onder het vriespunt
zonder eerst de voorruit met behulp
van de voorruitontwaseming te
hebben verwarmd; de vloeistof kan
anders op de voorruit bevriezen en
uw uitzicht belemmeren.
4
136
LET OP
aan
• Schakel de ruitenwissers niet in als
de ruit droog is, om beschadiging
van de wissers en de voorruit te
voorkomen.
• Gebruik geen benzine, petroleum,
thinner of andere oplosmiddelen in
de
de buurt van de ruitenwisserbladen
om beschadiging te voorkomen.
• Probeer de ruitenwissers nooit met
de
hand
te
beschadiging
ruitenwisserarmen en van andere
onderdelen te voorkomen.
• Gebruik om mogelijke schade aan
het ruitenwisser- en
systeem te voorkomen in de winter
of bij lage buitentemperaturen
speciale ruitensproeiervloeistof.
Koplampsproeier
(indien van toepassing)
Als
uw
koplampsproeiers, zullen deze gelijktijdig
met de ruitensproeier van de voorruit in
werking treden. Wanneer de functie
echter eenmaal wordt bediend, kan de
koplampsproeier pas na 15 minuten
opnieuw worden bediend. De sproeier
werkt als de koplampschakelaar is
ingeschakeld en het contact/de toets
engine start/stop (motor starten/stoppen)
bewegen,
om
in stand ON (aan) staat.
van
de
De
sproeiervloeistof
koplampen gesproeid.
✽ ✽ OPMERKING
ruitensproeier-
• Controleer
regelmatig om na te gaan of de
ruitensproeiervloeistof goed op de
koplampen wordt gesproeid.
• De koplampsproeier kan, 15 minuten
nadat deze voor de laatste maal
gebruikt is, weer worden bediend.
auto
is
voorzien
van
wordt
op
de
de
koplampsproeiers