Trap voor een soepele bediening het
rempedaal in bij het overschakelen van
stand N naar een vooruitversnelling of de
achteruitversnelling.
WAARSCHUWING
- Automatische
transmissie
• Controleer altijd de omgeving
rond de auto op de aanwezigheid
van anderen, in het bijzonder
kinderen,
alvorens
transmissie in stand D (rijden) of
R (achteruit) zet.
• Controleer altijd of stand P
(parkeren) is ingeschakeld, trek de
parkeerrem volledig aan en zet de
motor uit voordat u de auto
verlaat.
Als
u
voorzorgsmaatregelen
opvolgt, kan de auto onverwacht
en abrupt in beweging komen.
• Rem op een glad wegdek niet
snel af op de motor (schakelen
vanuit een hoge naar een lage
versnelling).
Anders kan de auto in een slip
raken
en
een
veroorzaken.
LET OP
• Geef,
om
transmissie te voorkomen, geen
gas wanneer stand R (achteruit)
of
een
vooruitversnellingen
ingeschakeld en het rempedaal
ingetrapt is.
• De
selectiehendel
ongehinderd in een andere stand
worden
u
de
bedrijfsrem of de parkeerrem.
• Schakel
(neutraal) of P (parkeren) in stand
D (rijden) of R (achteruit) wanneer
het motortoerental hoger is dan
het stationaire toerental.
deze
niet
ongeval
schade
aan
de
van
de
is
kan
gezet.
Gebruik
de
niet
van
stand
N
Met uw auto rijden
Standen selectiehendel
De
schakelstandindicator
instrumentenpaneel
geeft,
contact in stand ON (aan) staat, aan in
welke stand de selectiehendel staat.
P (parkeren)
Zorg ervoor dat de auto volledig tot
stilstand is gekomen voordat stand P
(parkeren) wordt ingeschakeld. In deze
stand
zijn
de
transmissie
voorwielen geblokkeerd.
WAARSCHUWING
• Wanneer stand P (parkeren)
tijdens
het
rijden
ingeschakeld,
blokkeren
aangedreven wielen en raakt u de
controle over de auto kwijt.
• Gebruik stand P (parkeren) niet in
plaats van de parkeerrem. Zorg er
altijd voor dat de selectiehendel
in stand P (parkeren) staat en dat
de parkeerrem is geactiveerd.
• Laat een kind nooit zonder
toezicht achter in de auto.
in
het
als
het
en
de
wordt
de
6 25