Wat te doen in een noodgeval
Verwijder
het
ventieldopje
controleer de bandenspanning als u
de beschikking heeft over een
bandenspanningsmeter.
langzaam naar het dichtstbijzijnde
tankstation en breng de band op de
juiste
spanning
bandenspanning te laag is. Laat wat
lucht uit de band lopen als de
bandenspanning te hoog is. Plaats
na
het
controleren
bandenspanning of het op spanning
brengen altijd het ventieldopje terug.
Als
u
het
ventieldopje
terugplaatst,
kan
er
ontstaan. Koop zo snel mogelijk een
nieuw ventieldopje en plaats dit als u
een dopje verloren bent.
Berg het wiel met de lekke band op
de juiste plaats op en berg ook de
krik en het gereedschap op hun
oorspronkelijke plaats op.
7
22
en
LET OP
De tapeinden en de wielmoeren
Rijd
van uw auto zijn voorzien van
metrische draad. Zorg er bij het
verwisselen van een wiel voor dat
dezelfde moeren gebruikt worden
als
de
voor het plaatsen, of, wanneer de
moeren
moeren met dezelfde metrische
draad en dezelfde afschuining
van
de
gebruikt worden. Bij het plaatsen
van een niet metrische moer op
een
tapeind
niet
schroefdraad
lekkage
wordt het wiel niet op de juiste
manier aan de naaf bevestigd en
raakt het tapeind beschadigd,
waardoor deze vervangen moet
worden.
Houd er rekening mee dat de
meeste
metrisch schroefdraad hebben.
Controleer
schroefdraad
nietoriginele
wielen gaat plaatsen. Raadpleeg
bij twijfel een professionele
werkplaats. Kia raadt aan om
een
officiële
servicepartner te raadplegen.
vervangen
worden,
met
metrische
of
omgekeerd,
wielmoeren
geen
goed
het
type
voordat
u
wielmoeren
of
Kia-dealer/
WAARSCHUWING
- Tapeinden
Wanneer
de
tapeinden
beschadigd zijn, kunnen ze het
wiel niet meer goed op zijn
plaats houden. Hierdoor kan het
wiel losraken en een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
Berg de krik, de krikslinger, de
wielmoersleutel
en
gereedschapsetui zorgvuldig op om
te voorkomen dat ze tijdens het
rijden gaan rammelen.
WAARSCHUWING
- Onjuiste bandenspanning
reservewiel
Controleer na het plaatsen van
het reservewiel zo spoedig
mogelijk de bandenspanning.
Breng de band indien nodig op
de voorgeschreven spanning.
Zie "Banden en wielen" in
hoofdstuk 9.
het