Met uw auto rijden
LET OP
Probeer de selectiehendel niet in
stand P (parkeren) te zetten wanneer
de motor tijdens het rijden afslaat.
Als de verkeersomstandigheden het
toelaten kunt u de selectiehendel in
stand N (neutraal) zetten terwijl de
auto nog rijdt en vervolgens de toets
motor starten/stoppen) indrukken
om te proberen de motor opnieuw te
starten.
6
18
✽ ✽ OPMERKING
• Als de batterij bijna leeg is of de
Smart Key niet goed werkt, kunt u de
motor starten door de toets motor
starten/ stoppen direct met de Smart
Key in te drukken.
De zijde met de vergrendeltoets moet
rechtstreeks contact maken met de
toets
engine
start/stop
starten/stoppen) Als u toets engine
start/stop (motor starten/stoppen)
rechtstreeks met de Smart Key
indrukt, moeten de Smart Key en de
toets engine start/stop onder de juiste
hoek ten opzichte van elkaar staan.
(Vervolg)
• Wanneer de remlichtzekering is
doorgebrand, kunt u de motor niet
normaal starten.
Vervang de zekering door een nieuwe.
Als dit niet mogelijk is, kunt u de
motor starten door de toets motor
starten/stoppen in stand ACC 10
seconden ingedrukt te houden. De
motor kan aanslaan zonder dat het
rempedaal wordt ingetrapt. Trap voor
uw eigen veiligheid echter altijd het
rempedaal
OCD058002
(indien van toepassing) in voordat u
de motor start.
LET OP
• Druk de toets engine start/stop
nooit langer dan 10 seconden in,
behalve
remlichtzekering is doorgebrand.
(motor
• Draai de contactsleutel niet in
stand START wanneer de motor
loopt. Hierdoor kan de startmotor
beschadigd raken.
(Vervolg)
en
koppelingspedaal
wanneer
de