Met uw auto rijden
2e stap
Het tweede alarm wordt geactiveerd als:
1. De
eerste
waarschuwing
gegeven.
2. De richtingaanwijzer knippert om aan
te geven dat er van rijstrook wordt
gewisseld.
Bij activering van het tweede alarm
knippert een waarschuwingslampje op
de buitenspiegel en weerklinkt er een
alarmsignaal.
Als u de richtingaanwijzerschakelaar
naar de oorspronkelijke positie beweegt,
wordt het tweede alarm gedeactiveerd.
6
158
LET OP
De alarmfunctie helpt de bestuurder
te waarschuwen. Schakel deze
functie alleen uit wanneer dit
noodzakelijk is.
WAARSCHUWING
• Het waarschuwingslampje in de
buitenspiegel
wanneer er door het systeem
OUM054029
achteropkomend verkeer wordt
gedetecteerd.
wordt
alleen
waarschuwingslampje
houd ook de omgeving rond de
auto goed in de gaten, om
aanrijdingen te voorkomen.
• Rijd altijd veilig, ook als de auto
is uitgerust met een Blind-Spot
Collision
(BCW;
botsingswaarschuwing
blinde hoek). Vertrouw niet alleen
op het systeem maar kijk goed
om u heen voordat u van rijbaan
wisselt of achteruit rijdt.
(Vervolg)
• Het systeem waarschuwt de
bestuurder mogelijk niet in alle
gevallen, dus houd uw omgeving
tijdens het rijden altijd goed in de
gaten.
• De bestuurder moet het voertuig
gaat
branden
altijd
bedienen,
waarschuwingslampje
Vertrouw
niet
buitenspiegel brandt en of er
op
het
alarm afgaat.
maar
• Als u in de auto luid muziek
afspeelt, kan het geluidssignaal
van het Blind-Spot Collision
Warning-systeem afgaan.
• Mogelijk klinkt de waarschuwing
Warning-systeem
van het Blind-Spot Collision
Warning-systeem niet wanneer er
andere waarschuwingsgeluiden
van het systeem klinken.
(Vervolg)
LET OP
uiterst
voorzichtig
ongeacht
of
op
het
de