12
Verzorging en onderhoud
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken!
Laat het toestel en toebehoren vóór de reiniging afkoelen.
Grijp niet in het vak van het waterreservoir, zolang op het display
staat: «Waterreservoir niet verwijderen.»
Schade aan het toestel door foutieve behandeling!
Gebruik geen schurende of zure reinigingsmiddelen, scherpe of
krassende metalen schrapers, staalwol, schuursponzen enz. Deze
producten bekrassen het oppervlak. Bekraste glasplaten kunnen
barsten.
Reinig het toestel nooit met een stoomreiniger.
12.1
Buitenkant reinigen
▸ Verwijder vervuilingen of resten van reinigingsmiddelen onmiddellijk.
▸ Reinig de oppervlakken met een zachte, met spoelwater bevochtigde doek
– bij metalen oppervlakken in slijprichting.
▸ Wrijf droog met een zachte doek.
12.2
Kookruimte reinigen
Schade aan het toestel door foutieve behandeling!
Verbuig nooit de temperatuursensor en de verwarmingselementen.
▸ Condens en bestanddelen van levensmiddelen moeten – na ieder garings-
proces met stoom – volledig worden verwijderd.
▸ Om condens en bestanddelen van levensmiddelen tijdens het garen op te
vangen, de roestvrijstalen plaat onder de geperforeerde gaarplaat of het
rooster schuiven.
▸ Verontreinigingen indien mogelijk met een vochtige doek uit de kookruimte
verwijderen als die nog handwarm is. Een zachte, met afwaswater bevoch-
tigde doek gebruiken en nadrogen met een zachte doek.
▸ Ingedroogd vuil kan gemakkelijker worden verwijderd als het apparaat vóór
het reinigen gedurende ca. 30 minuten met de bedrijfsmodus
temperatuur van 80 °C wordt gebruikt. Op deze manier worden de veront-
reinigingen losgeweekt.
en een
73