3. Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek
waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid.
1 Binnenkant van klep
2 Scannerglasplaat
Let op Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te
reinigen. Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel,
aceton, benzeen en koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat
van de scanner beschadigen. Vermijd eveneens het gebruik van
isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat.
Let op Spuit de glasreiniger niet rechtstreeks op de glasplaat. Wanneer u
teveel product gebruikt, kan het onder de glasplaat doorlekken en de scanner
beschadigen.
4. Droog het glas en de binnenkant van het deksel met een droge, zachte en
pluisvrije doek.
5. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De buitenkant reinigen
Waarschuwing Voor u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken op
(Aan/uit-knop). Trek de stekker uit het stopcontact.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het
bedieningspaneel van de printer terechtkomen.
Onderhoud aan de printer uitvoeren
27